Het Movisie-bestaanszekerheidsdebat: waar gaat dat over?

Er is een fundamenteel andere kijk op bestaanszekerheid nodig. Dat zeggen de drie Movisie-deelnemers aan het verkiezingsdebat op 19 november 2023 in Rotterdam. Tijdens dit debat gaat het over een inclusieve arbeidsmarkt, een stevige sociale basis en beter luisteren naar mensen met ervaringen.

Bestaanszekerheid gaat om veel meer dan geld alleen. Het gaat om een waardig bestaan, een goed leven. Om voldoende inkomen, om passend werk of participatie, een dak boven je hoofd, veilige sociale relaties, goed onderwijs en zorg en een zinvol leven. Bestaanszekerheid gaat om het recht op een onafhankelijk bestaan waarin je zelf aan het roer van je leven staat, ook al heb je ondersteuning nodig. Tijdens het Movisie-bestaanszekerheidsdebat richten we ons op drie bouwstenen van bestaanszekerheid.

Sessie 1: maak de arbeidsmarkt echt inclusief

Een onmisbare bouwsteen van een zeker bestaan is werk. Daarover gaat de eerste sessie van dit debat. Ruim een miljoen mensen die willen en kunnen werken staan langs de kant. En dat in tijden van tekorten op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is dus weinig inclusief. Marjet van Houten, programmaleider Bestaanszekerheid en Waardevol Werken van Movisie: ‘Nu is voor mensen met een fysieke of psychische beperking waardevol werk vrijwel onbereikbaar en is de werkloosheid onder mensen met een migratieachtergrond twee keer zo hoog. De Participatiewet, de banenafspraak en alle andere wetgeving - het leidt niet tot de gewenste resultaten. Om inclusie daadwerkelijk vorm te geven, moeten we anders gaan kijken, denken en vooral doen.’ 

Anders kijken en doen is bijvoorbeeld nodig om ruimte te geven aan maatschappelijke initiatieven en werkgevers die mensen tot bloei laten komen, zegt Van Houten. ‘Er moet ruimte zijn voor participeren naar eigen inzicht en vermogen. Voor veel mensen met een beperking zal er werk of een zinvolle daginvulling moeten komen tegen een fatsoenlijke betaling, bijvoorbeeld op een zorgboerderij of in een stadstuin. Veel van zulke initiatieven met maatschappelijke waarde krijgen nu te vaak tegenwerking in plaats van steun van de overheid.’

De stelling voor deze eerste sessie luidt: 

De overheid moet zorgen dat niemand buiten de boot valt op de arbeidsmarkt en bijvoorbeeld zorgen voor basisbanen of dagbesteding, tegen een fatsoenlijk loon. 

Het Movisie-verkiezingsdebat over bestaanszekerheid

Bestaanszekerheid staat hoog op de agenda deze verkiezingen. En niet voor niets. Een op de vijf Nederlanders voert dagelijks strijd om het bestaan. Een miljoen mensen heeft geen toegang tot de arbeidsmarkt en de verschillen tussen arm en rijk nemen toe. Natuurlijk gaat bestaanszekerheid over voldoende geld hebben. Maar daarmee ben je er niet. Voor duurzame bestaanszekerheid is meer nodig. Zoals werk dat je past, stevige sociale relaties en: dat er naar je geluisterd wordt als je bestaansonzeker bent. Kom naar ‘Meer dan geld’, het Movisie-verkiezingsdebat over bestaanszekerheid op 19 november 2023 in Rotterdam. Het debat is ook te volgen via een livestream.

Lees meer en meld je aan

Sessie 2: luister naar ervaringsdeskundigen

Echte en duurzame bestaanszekerheid bestaat niet, stelt Marc Mulder, die als ervaringsdeskundige werkzaam is bij Movisie. Immers, bestaansonzekerheid kan iedereen treffen. ‘Dat hebben we gezien tijdens corona en bij de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Op zulke momenten wordt de bestaanszekerheid van iedereen aangetast. Waar het om gaat zijn de kansen om uit deze onzekerheid te komen. Die zijn niet voor iedereen hetzelfde. Als je de struikelblokken om uit bestaansonzekerheid te komen wilt kennen, dan moet je weten wie de mensen zijn die dat treft en hoe hen dat treft.’

Als je mensen die te maken hebben met bestaanszonzekerheid niet kent, vervolgt Mulder, dan heb je in een democratie een enorm probleem. ‘Dan beslist namelijk de meerderheid over mensen die niet meedoen en die ze ook niet kennen. We zien bijvoorbeeld hoe dat verkeerd gaat bij de manier waarop toeslagen worden uitgekeerd. De kans dat dat verkeerd gaat is heel groot en dat heeft soms enorme gevolgen voor hun leven.’

Wat zou het bij wijze van voorbeeld kunnen opleveren als je het mensen zelf zou vragen? Mulder: ‘Dat je sommige dingen op een andere manier moet doen. Dan zou je bijvoorbeeld toeslagen niet achteraf verrekenen. En dan zou je mensen met schulden niet laten verpieteren terwijl ze niks kunnen doen, maar ze snel in staat stellen te werken en aan oplossing.’

De stelling voor dit tweede debatonderdeel luidt:

De overheid moet een Ervaringsraad instellen die wordt geraadpleegd bij beslissingen over bestaanszekerheid.

Sessie 3: Investeer in de sociale basis

In de laatste sessie gaat het over het belang van een sterke sociale basis voor de bestaanszekerheid. Dat is fundamenteel, zegt programmaleider Radboud Engbersen. ‘Het is opmerkelijk dat de politieke partijen er in hun verkiezingsprogramma’s geen aandacht voor hebben, het begrip zelfs helemaal niet noemen.’

Juist mensen met een laag inkomen die buiten de arbeidsmarkt staan hebben een schreeuwende behoefte aan goede voorzieningen: 

  • om zinvolle activiteiten te kunnen doen;
  • goede maaltijden te kunnen krijgen;
  • voor ondersteuning bij formulieren en bij het bereiken van instanties; 
  • voor dagbesteding waar mensen er zijn voor elkaar;
  • om te bewegen en te sporten. 

Engbersen: ‘Er zitten heel veel mensen sociaal te verpieteren en hun gezondheid te verpesten. Daarvoor moeten we investeren in preventieve zin, in de sociale basis. Dan kun je denken aan een hele rits voorzieningen: Voor bestaanszekerheid is investeren in de sociale basis fundamenteel: in wijkpaleizen, speeldernissen, leeszalen en bibliotheken, plintvoorzieningen, buurtwerkplaatsen, muziekscholen, Otter-pleinen, bureaucratie-eerste hulpposten, kerkverzamelgebouwen, buurthuiskamers, huisartsen, bibliotheken, in plekken voor ontmoeting, om te sporten, een gezonde maaltijd te krijgen, in scholen met goede leraren, wijkagenten, en natúúrlijk sociaal werkers. 

‘Het is onbegrijpelijk dat politieke partijen de hele ‘sociale basis’ niet in hun programma’s noemen’, vindt Engbersen. De overheid moet veel investeren in deze sociale basis. Jaarlijks besteed ons land bijna 80 miljard euro aan medische-specialistische zorg, langdurige zorg, eerstelijnszorg en geneesmiddelen. Naar sociaal werk gaat 3,2 miljard. Een verschuiving daarbinnen - van ‘dotteren naar buurthuizen’ is hard nodig.

Stelling 3 luidt:

Er moet 5 miljard euro van zorg naar sociaal werk.

Meld je aan voor het verkiezingsdebat