Het vliegwiel van de doe-democratie

Movisie is al jaren actief op het terrein van actief burgerschap, sociaal ondernemen en cliënten- en burgerparticipatie. Om de verhoudingen in de doe-democratie te verhelderen hebben wij het ‘Vliegwiel van doe-democratie’ ontwikkeld in cocreatie met verschillende partners. In een serie artikelen beschrijven we de verschillende onderdelen van het wiel, de energie en de botsingen die in het wiel kunnen ontstaan en geven we handvatten voor het gebruik ervan. Het vliegwiel is niet af. Het is een model dat in beweging is. Door zijn gebruik in de praktijk zal de invulling ervan groeien. Heeft u hierover ideeën, laat het ons weten!

Overal gonst het van de oproepen aan burgers om mee te doen, verantwoordelijkheid te nemen en eigen kracht te tonen. Tegelijk willen burgers minder regels en meer mogelijkheden om hun gang te gaan en initiatief te nemen. In reactie op alle financiële, ideologische en organisatorische omslagen in zorg en welzijn nemen burgerinitiatieven en sociale ondernemingen zelf ruimte. Waar het aloude zorg- en welzijnsaanbod krimpt en marktpartijen het laten afweten, nemen burgers in de wijk het heft in eigen handen en richten zij wijkondernemingen en zorgcoöperaties op (Homo Cooperans). Solidaire individuen organiseren zich collectief in samenwerkingsverbanden: van zelfbeheer van openbare ruimte tot maatschappelijk aanbesteden van vastgoed. Zij benutten hiervoor de bestaande mogelijkheden in de sociaaleconomische en politieke (lokale) infrastructuur en claimen nieuwe ruimte zoals het recht om te bouwen, bieden en uitdagen. Het is duidelijk: om de participatiesamenleving kunnen we niet langer heen.

Een vorm van meebeslissen

In de nota ‘Doe-democratie’ geeft het kabinet aan meer ruimte en vertrouwen te willen geven aan maatschappelijke initiatieven. Doe-democratie wordt hierin omschreven als een vorm van meebeslissen van burgers door zelf maatschappelijke vraagstukken op te pakken.

Vliegwiel doe-democratie

Vliegwiel doe-democratie: samen doen, denken en beslissen

Participatieve democratie

In de participatieve democratie hebben burgers invloed op het beleid dat door overheden gevoerd wordt. Die invloed wordt uitgeoefend via inspraak (referendum), medezeggenschap (Wmo- en cliëntenraden) en in mindere mate door petities, handtekeningenacties of demonstraties. De doe-democratie is een vernieuwing van de participatieve democratie, in die zin dat burgers invloed uitoefenen op het beleid door zelf te ‘doen’. Het verkrijgen van zorg bijvoorbeeld wordt niet bij de overheid afgedwongen door een referendum of demonstratie. De burger of beter een groep van burgers richt bijvoorbeeld een zorgcoöperatie op.

Waar in de klassieke participatieve democratie de betrokkenheid soms te wensen overlaat, is te zien dat daar waar eigen initiatieven worden genomen ter verbetering van beleid of leefomgeving de betrokkenheid vanaf het begin een feit is.

De doe-democratie vraagt een andere houding van raadsleden

Representatieve democratie

Naast de participatieve democratie is er ook de klassieke representatieve democratie van de gekozen volksvertegenwoordigers. Lokaal kiezen de inwoners van een gemeente iedere vier jaar nieuwe raadsleden. Zij vertegenwoordigen de belangen van de inwoners en zien toe op het beleidsvorming en -uitvoering daarvan door het College van Burgemeester en wethouders. De laatste tijd is steeds meer discussie over de kloof die ontstaat tussen burgers en de politiek. De opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen neemt af en de vraag is of alle burgers zich vertegenwoordigd voelen door de lokale volksvertegenwoordigers. Door meer gelijkwaardige verhoudingen tussen overheid en burgers zou de kloof die ontstaan is mogelijk kunnen worden overbrugd. In de doe-democratie vraagt dit een andere houding van raadsleden.

Interactie leidt tot beweging: het vliegwiel

De participatieve en representatieve democratie vernieuwen en raken elkaar daardoor steeds meer. Om die nieuwe combinaties te verbeelden hebben we het vliegwiel van de doe-democratie ontwikkeld. Dit vliegwiel verwijst naar het idee dat de doe-democratie een specifieke kracht heeft: de burgerkracht. Het rad van de doe-democratie treedt met de raderen van de (mee)denk-democratie en van de representatieve democratie in contact. Door de werking op elkaar van de drie raderen van het vliegwiel ontstaan interactie, beweging en nieuwe variaties op de klassieke vormen van democratie.

In de praktijk
Uit een leefbaarheidsonderzoek dat in Austerlitz is gehouden is gebleken dat veel oudere inwoners zich zorgen maken over hun toekomst vanwege het feit dat de nodige zorg- en welzijnsvoorzieningen niet in het dorp aanwezig zijn, dan wel onder druk staan.

Op initiatief van Austerlitz' Belang is begin 2012 een werkgroep gestart met het in kaart brengen van de wensen van inwoners, brainstormen, gesprekken voeren, verkennen. Eind 2012 is een coöperatie opgericht onder de naam 'AUSTERLITZ ZORGT'. De coöperatie heeft tot doel het voor de oudere inwoners van Austerlitz mogelijk te maken zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk in ons dorp te blijven wonen. De coöperatie organiseert de nodige steun, zorg en hulp voor ouderen en andere zorgbehoeftigen in het dorp. In een later stadium zal ook worden voorzien in de zorgbehoeften van gezinnen en jongeren.

Inmiddels is een derde van de volwassen bewoners lid van Austerlitz Zorgt.

De raderen in het vliegwiel

Hieronder schetsen wij de drie losse raderen die samen het vliegwiel vormen. We beschrijven ieder rad apart en laten vervolgens de onderlinge relaties zien.

1. Het rad van meedoen

Wie zitten in dit rad?
De 'doeners' zijn actieve bewoners die zich samen inzetten voor hun leefomgeving, zowel voor de fysieke ruimte als voor de onderlinge zorg en steun voor elkaar. Zij ontplooien activiteiten als mantelzorg, boodschappendiensten maar ook gezamenlijke moestuinen of nemen maatschappelijk vastgoed in de wijk in zelfbeheer. Voorbeelden van buurthulp zijn te vinden in de publicatie Buurthulp in 2014. In het E-book Stappen in buurt- en dorpskracht zijn 25 initiatieven in buurten in beeld gebracht. Doeners verzamelen zich in buurtcommunities, buurtnetwerken, coöperaties, verenigingen, wijk- en buurtondernemingen en bewonersbedrijven.

De democratische doeners streven concrete doelen na

Wanneer komen ze in actie?
Mensen willen zelf iets doen om hun leefomgeving te veranderen, bijvoorbeeld om de verschraling van voorzieningen in hun buurt tegen te gaan of willen hulp bieden zonder meteen deel te hoeven uitmaken van een grotere (vrijwilligers-)organisatie. De democratische doeners streven concrete doelen na. Dat kunnen zij doen in hun eigen kring of in interactie met anderen. Voor het ontwikkelen van buurthulp in een burgerinitiatief bijvoorbeeld is het denkbaar dat zij de steun zoeken van burgers uit het wiel van de denkers. Het kan een verschil maken dat de lokale Wmo-raad een advies uitbrengt over het belang van de samenwerking tussen informele zorg en formele zorg. Ook kan het helpen dat raadsleden hun doelen onderschrijven en een motie hierover indienen.

2. Het rad van meedenken

Wie zitten in dit rad?
De 'denkers' zijn burgers die de overheid adviseren over de inrichting van de samenleving op allerlei terreinen waaronder zorg en welzijn . Ze denken gevraagd en ongevraagd mee, en ontwikkelen soms zelf beleidsvoorstellen. Zodoende behartigen zij belangen van bepaalde bevolkingsgroepen (individuele voorzieningen zoals huishoudelijke hulp) of belangen van burgers in het algemeen (participatiewet). Ook kunnen ze door middel van inspraak hun bijdrage leveren aan de planvorming van de gemeente. Door kennisontwikkeling of onderzoek voorzien ze de beslissers van informatie die helpt bij de beleidsvorming en evaluatie.

Denkers vinden we bijvoorbeeld terug in Wmo- en cliëntenraden. Die hebben een veelal bij  verordening vastgelegde adviesrol richting het college van Burgemeester en Wethouders. Ze hebben op die manier een ‘officiële’ meedenk-rol in de participatieve democratie. Ook wijkraden en buurtplatforms hebben in de lokale samenleving een rol op dit vlak. Kennisinstellingen vervullen eveneens een rol  in het meedenken.

Wanneer komen ze in actie?
Burgers die meedenken willen graag het burgerperspectief voor het voetlicht brengen en de kennis en ervaring die zij hebben, laten bijdragen aan beter beleid en daarmee aan een sterkere samenleving. De overheid wil vanuit haar perspectief graag burgers betrekken bij beleidsvorming voor input van en draagvlak in de samenleving. Om het voorbeeld van mantelzorginitiatief vanuit de buurt te gebruiken: een Wmo-raad dient draagvlak in de lokale samenleving te hebben. De Wmo-raad heeft als opdracht om buurtsignalen naar het bestuur te sturen en adviezen over beleidsaangelegenheden uit te brengen. Als de achterban van de Wmo-raad zelf mantelzorginitiatieven neemt vormt dit een belangrijke aanleiding voor signalen en adviezen in een beleidscontext waar de eigen kracht van burgers centraal staat.  Daarbij mag een adviesraad in het lokaal democratisch spel beleidsvoorstellen doen maar uiteindelijk is het aan de gekozen gemeenteraad om beleid vast te stellen. Daarom is de kwaliteit van het contact tussen Wmo- en adviesraad en de gemeenteraad van beslissend belang.

3. Het rad van meebeslissen

Wie zitten in dit rad?
Hier vinden we in eerste instantie de gekozen volksvertegenwoordigers: Tweede Kamerleden, provinciale en gemeentelijke raadsleden. Door middel van verkiezingen zijn ze geselecteerd om de bevolking van een land of van een stad of een ander gebied te vertegenwoordigen in een overheidsorgaan. De gekozen volksvertegenwoordigers stellen van wetten of verordeningen vast; zij controleren het bestuur, dat wil zeggen, de regering, of het College van B&W; zij vertegenwoordigen het volk en hebben een rol van 'antenne' naar de burgers toe en kunnen op basis daarvan initiatieven nemen tot beleidsverbetering.

Er is een nieuwe groep meebeslissers in opkomst: burgers zelf

In dit wiel plaatsen wij ook aanverwante functies: de bestuurders die zij controleren, de raadsgriffiers die hen ondersteunen, de ambtenaren. En er is een nieuwe groep meebeslissers in opkomst: burgers zelf. In Amsterdam wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd met de zogenaamde Buurtwet. In dit initiatief krijgen groepen doeners en denkers de middelen en de bevoegdheid om (een deel van) hun wijk te verbeteren, zonder dat zij eerst het proces van inspraak en raadsvergaderingen door moeten.

Wanneer komen ze in actie?
Beslissers willen de belangen van burgers zo goed mogelijk vertegenwoordigen en zo bijdragen aan een sterke samenleving. Om vast te stellen welk beleid gevoerd moet worden, zal bijvoorbeeld een raadslid inzicht willen krijgen in de wensen en behoeften van burgers. Direct contact met actieve bewoners helpt daarbij. Het raadslid wil het liefste niet alleen advies en beleidsvoorstellen willen krijgen vanuit de ambtenarij maar ook van  burgers zelf.

Drie raderen als motor voor lokale democratie

In onze metafoor vormen de drie raderen de motor van de lokale democratie. Van de kwaliteit van interactie van de drie raderen hangt de kwaliteit van de (lokale) democratie af. Een gemeente waar burgers, cliëntenorganisaties en Wmo-raad en raadsleden elkaar weten te vinden voor het realiseren van bijvoorbeeld lokaal mantelzorgbeleid staat sterker dan een gemeente waar hierover onenigheid heerst.

Wordt vervolgd

Hoe dit werkt, onderzoeken we in het volgende artikel, ‘Het vliegwiel draait’, dat op 10 juni a.s. op movisie.nl verschijnt.

Interessante links: