Op zoek naar gezamenlijke waarden en normen binnen scholen

De diversiteit op middelbare scholen in de steden is groot. Dit biedt kansen – de hele wereld op een school – maar zorgt ook voor uitdagingen. Dat is het uitgangspunt van de interventie ‘Het gesprek op school’ van De ParticipatiePraktijk. Movisie heeft deze interventie geëvalueerd in opdracht van de gemeente Amsterdam. De interventie richt zich op de vraag: hoe creëer je een gemeenschappelijke schoolcultuur, waarbij iedereen zich op school thuis, erkend en herkend voelt – met ruimte voor verschil? Evelien Hoekstra en Pieter De Stefano van de ParticipatiePraktijk vertellen in dit artikel over hun interventie ‘Het gesprek op school’. In deze interventie gaan docenten, ouders en het schoolbestuur het gesprek aan om tot gezamenlijke waarden, normen en een gezamenlijk handelingsperspectief te komen. Movisie sprak met Hoekstra en De Stefano over het onderzoek van hun interventie.

De interventie ‘Het gesprek op school’ is ontstaan vanuit een vraag van een scholengemeenschap in Amsterdam Nieuw-West, waar de achtergrond van de leerlingen en docenten divers is. Dit brengt frictie met zich mee tussen leerlingen, nieuwe docenten en oude docenten. Waarden en normen botsen. Leerlingen hebben soms te maken met discriminatie en racisme en voelen zich buitengesloten. Dit zorgt voor moeilijke gesprekken in de klas, verhitte discussies en soms een sfeer die op scherp staat. Tussen leerlingen onderling, maar ook tussen leerlingen en docenten. Hoekstra en De Stefano werden gevraagd om hierover een gesprek tussen docenten te faciliteren en zo hebben ze de methode Het gesprek op school ontwikkeld: ‘Waar staan we nou eigenlijk voor als school? Met die vraag begon wat later Het gesprek op school is geworden.’

De interventie bestaat grofweg uit drie onderdelen: gezamenlijk tot waarden en normen komen, dillema’s bespreken, en het ontwikkelen van handvaten om de gezamenlijke normen en waarden in de praktijk te brengen. Dit doen de docenten in verschillende dialoogsessies met dilemmakaartjes. Hoekstra: ‘We hebben destijds best wel wat werkvormen uitgeprobeerd, maar we vonden de kaartjes het beste om een gesprek op gang te laten komen. Die driedeling is belangrijk, zodat het niet alleen bij praten blijft maar dat er ook handelingsperspectief aan wordt gekoppeld.’

Terugkerende thema’s tijdens de gesprekken zijn bijvoorbeeld Paarse Vrijdag en lhbtiqa+ onderwerpen, waarden thuis versus de waarden op school, en hoe je ermee omgaat als anderen andere normen hebben dan jijzelf. Soms kunnen interne praktijken, zoals de vrijdagmiddagborrel, kunnen tot schuring leiden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een groep docenten vanwege hun religie liever niet in een ruimte zit met mensen die alcohol drinken: ‘Vroeger hadden we altijd de vrijdagmiddagborrel. Nu niet meer. Nou ja, dan ga je het gesprek aan. Hoe sta je daarin als school? Wat wil je daarmee?’

Doelen

Aan het einde van de interventie ervaren docenten een gemeenschappelijk wij-gevoel met gemeenschappelijke normen en waarden over hoe de school als gemeenschap zou moeten functioneren.

Subdoelen

  1. Docenten voelen zich gezien en kunnen zichzelf herkennen op school.
  2. Docenten hebben overeenstemming over welke waarden centraal staan binnen de school.
  3. Docenten hebben overeenstemming over welk sociale normen (= hoe je je hoort te gedragen) geldig zijn op school voor zowel leerlingen als docenten.
  4. Docenten hebben samen besloten hoe zij de sociale normen gaan versterken en handhaven op school.
  5. Docenten hebben dilemma’s besproken met collega’s over de cultuur, sociaaleconomische status, religie en seksuele voorkeur.

Uit de gesprekken met ouders bleek dat zij vooral helderheid van de school wilde hebben: ‘Wat doen jullie met seksuele voorlichting, gym en het schoolkamp? Hoe wordt daarmee omgegaan?’ Hoekstra: ‘Je moet daar als school duidelijkheid over kunnen bieden, maar daar moet je wel eerst het gesprek over hebben gevoerd als schoolteam.’

Hoekstra en De Stefano geven aan dat ze het fijn vinden dat hun interventie dankzij het onderzoek nu onderbouwd is: ‘Ik vind de onderbouwing die jullie geven, op basis van theorie en observatie, heel indrukwekkend. En het is goed om dat terug te lezen over iets dat je zelf hebt ontwikkeld. Ook kunnen we de interventie dankzij het onderzoek verder ontwikkelen om tot kwaliteitsverbetering te komen.’

Werkzame mechanismen

  1. het vinden van gemeenschappelijke waarden en sociale normen;
  2. je gezien en herkend voelen door het bespreken van dillema’s;
  3. bepalen hoe gemeenschappelijke waarden en sociale normen moeten worden uitgedragen.

Hoekstra en De Stefano geven nog een aantal tips. Het gesprek aangaan is belangrijk met de docenten op de verschillende niveaus in de organisatie. Dat maakt dat er verbinding komt, juist tussen docenten met verschillende meningen. ‘Veel van deze onderwerpen worden natuurlijk wel bij het koffiezetapparaat besproken, maar dan vaak door docenten die bevriend zijn met elkaar of die op elkaar lijken.’ Door het op een gestructureerde manier aan te pakken en het gesprek te blijven faciliteren in de organisatie, kan er iets opgebouwd worden. ‘Ga de dialoog niet uit de weg. Probeer er iets structureels van te maken en zie het niet als iets incidenteels.’

Over het onderzoek

De interventie is beschreven en wetenschappelijk onderbouwd. Vervolgens heeft Movisie verschillende dialoogsessies geobserveerd om te kijken hoe de gevonden werkzame mechanismen in de onderbouwing in de praktijk tot bloei komen, en onder welke voorwaarden. Movisie heeft in haar onderzoek geconcludeerd dat de verschillende werkzame mechanismen te zien waren tijdens de dialoogtafels. En dat het waardvol is om duidelijke gezamenlijke afspraken te maken aan de hand van de sociale normen en waarden schoolbreed. 

Uit het onderzoek komen verschillende tips naar voren voor dialoogsessies die als doel hebben om tot gemeenschappelijke normen te komen en discriminatie te verminderen, zoals: 

  • Maak de eigen waarden bespreekbaar en vind de gezamenlijke waarden. Stuur aan op overeenkomsten tussen de deelnemers.
  • Zorg voor veilige en open communicatie.
  • Zorg dat er in de dialoogsessie genoeg diversiteit zit en er verschillende stemmen te horen zijn.
  • Besteed niet expliciet aandacht aan voordelen en stereotypen.
  • Begrens discriminerende opmerkingen of stereotypen.

Meer weten over dit onderzoek en de resultaten? Lees het rapport.

Download de volledige publicatie