10 keer vraag en antwoord over anti-lhbtiqa+ complottheorieën

Update: beluister onze reactie op nieuw beleid Meta

De laatste tijd is er veel media-aandacht voor de weerstand tegen initiatieven om lhbtiqa+ discriminatie aan te pakken. Deze weerstand is deels te verklaren door de desinformatie en complottheorieën die online gedeeld worden over lhbtiqa+ personen. Hoe ga je hiermee om?

Er zijn duidelijke aanwijzingen dat internationale ultraconservatieve ‘antigender’-bewegingen ook invloed hebben in Nederland. Hieronder beantwoorden we hierover een aantal vragen op basis van een korte verkenning van een reeks (met name wetenschappelijke) artikelen over deze antigenderbewegingen en de desinformatie die zij verspreiden over lhbtiqa+ personen. Meer onderzoek op dit thema is nodig, maar op basis van wat nu bekend is geven we een aantal tips over wat je ertegen kunt doen als professional, bijvoorbeeld vanuit het sociale domein of het onderwijs. Tot slot geven we ook tips voor journalisten: hoe ga je om met desinformatie en complottheorieën over lhbtiqa+ personen?

Luister ook onderstaand interview met Movisie-onderzoeker Joline Verloove. Zij reageert op het nieuws dat Meta stopt met factchecks en mensen bijvoorbeeld lhbtiqa+ personen 'mentaal ziek' mogen noemen. 'Daarmee wordt de norm gesteld dat discriminatie oké is', vertelt ze. Dit interview was naar aanleiding van een opiniestuk van Verloove en Hanneke Felten.

Vraag 1: Wat wordt bedoeld met lhbtiqa+? (Ofwel: wat zijn de feiten?)

Lhbtiqa+ staat voor lesbisch, homo, bi, transgender, intersekse, queer en aseksueel. De plus staat voor andere seksuele en genderidentiteiten die niet onder die specifieke termen vallen, maar ook niet onder cisgender (niet-transgender) of heteroseksueel. Het is een verzamelterm voor een hele groep zeer verschillende mensen. Wat ze gemeen hebben is dat ze getalsmatig in de minderheid zijn wat betreft hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit en/of sekse.

Lhbtiqa+ is iets van alle tijden en culturen, maar niet altijd is het bekend dat ze bestaan of zijn ze zichtbaar (zie bijvoorbeeld dit artikel van isgescheidenis.nl of Tijdlijn LHBTQIA+-beweging - De roze revolutie - VPRO). Dat is ook nu nog zo: zoals te zien in de documentaire Kiezen, snijden, zwijgen is niet voor iedereen bekend dat er mensen bestaan die intersekse zijn.

Lhbtiqa+ personen hebben vaak te maken met discriminatie in onze samenleving (de Graaf et al., 2024; Movisie, 2023). Het is belangrijk om deze groep expliciet te benoemen, zodat deze niet wordt gediscrimineerd en buitengesloten. Discriminatie is in Nederland verboden (zie voor meer info het College voor de rechten van de Mens). 

Uitleg per letter

  • Lesbisch is de term voor als je als vrouw valt op uitsluitend of vooral vrouwen en homo is de term die gebruikt wordt als je als man valt op uitsluitend of vooral op mannen. Volgens recent onderzoek van kenniscentrum Rutgers is zo’n 3 a 4% van de mannen homo en zo’n 2% procent van de vrouwen is lesbisch (de Graaf et al., 2024).
  • Bi+ is een brede term voor iedereen die op meer dan één gender kan vallen. Je valt dan bijvoorbeeld op mannen én vrouwen. Of je valt op mensen ongeacht hun gender, of op non-binaire mensen en vrouwen. Dit betreft zo’n 11% van de bevolking (de Graaf et al., 2024).
  • De term transgender gaat niet over op wie je valt, maar over wie je bent. De term verwijst naar mensen bij wie hun genderidentiteit niet past bij hun geboortegeslacht. Bijvoorbeeld: je bent met een meisjeslichaam geboren, maar je voelt je een man. Of: je bent met een jongenslichaam geboren, maar je voelt je zowel vrouw als man. Zoals kenniscentrum Rutgers (z.d.) uitlegt is transgender zijn aangeboren en het staat los van cultuur, religie of opvoeding. In het laatste onderzoek van de Rutgers was 0,3% van de respondenten transgender (de Graaf et al., 2024).
  • Intersekse verwijst naar de ervaringen van mensen die geboren zijn met een lichaam dat niet past binnen de normatieve definities van man en vrouw zoals de maatschappij die hanteert (Kastelein et al., 2020). Intersekse gaat niét over seksuele oriëntatie of genderidentiteit, maar over je lichaam. Vaak wordt er gedacht dat er biologisch gezien alleen vrouwen of mannen bestaan. Dat is niet helemaal waar, want je er kan er ook ‘tussenin’ zitten. Dat neemt niet weg dat de meeste mensen die intersekse zijn, zich identificeren als vrouw of als man, en de meeste heteroseksueel zijn (Kastelijn et al., 2020).
  • Queer wordt gebruikt als parapluterm voor de hele lhbtiqa+ gemeenschap. De term verwijst naar individuen die zich identificeren buiten de heteroseksuele en cisgender normen. Ook kan queer verwijzen naar een brede, fluïde seksuele of genderidentiteit die zich niet laat vastpinnen in traditionele categorieën. Zie ook De q van queer | Movisie.
  • Non-binair zijn betekent dat je op één of andere manier niet past binnen de normatieve binaire man/vrouw-tweedeling zoals we die kennen binnen onze samenleving (Kleef et al., 2023). Dat gold voor 1,1% van de respondenten in het onderzoek van Rutgers (de Graaf et al., 2024). Anders dan intersekse, gaat non-binair over hoe je je voelt en hoeft het niet over je lichaam te gaan.
  • Aseksualiteit is het ervaren van geen of weinig seksuele aantrekking naar andere personen. Zoals uitgelegd wordt in de handreiking 10 x vraag en antwoord’ over aseksualiteit, ervaren veel aseksuele mensen wel romantische aantrekking (verliefdheid). Aseksualiteit staat los van libido of sex drive (Timmerman et al., 2022).

Vraag 2: Wat is de zogenoemde antigender-beweging die strijdt tegen zogenoemde ‘genderideologie’? 

In verschillende wetenschappelijke artikelen wordt er een internationale ultraconservatieve beweging (of in meervoud: bewegingen) beschreven die anti-lhbtiqa+ of antigender is en hierover desinformatie verspreidt (Graf, 2016; Zottola & Borba, 2022). Meestal wordt dit de antigender-beweging genoemd. Het gaat dus om bewegingen die doelbewust desinformatie (=verhalen die niet waar zijn) verspreiden over lhbtiqa+ mensen. Daarmee jagen zij mensen angst aan en zaaien ze haat ten aanzien van lhbtiqa+ mensen (Paternotte & Kuhar, 2017). De antigender-beweging kan worden beschouwd als een reactie op bewegingen die juist strijden voor gelijke rechten voor lhbtiqa+ personen en feministische bewegingen (Graf, 2016; Corredor, 2019).

Deze ultraconservatieve antigender-bewegingen doen het voorkomen alsof er een soort ‘genderideologie-beweging’ is die in het geheim de wereld en vooral kinderen in gevaar zou brengen (Martínez et al., 2021; Paternotte & Kuhar, 2017). Ze verspreiden verhalen over deze zogenaamde kwaadaardige ‘genderideologie beweging’ die niet alleen ‘liberale’ opvattingen heeft over gender en seksualiteit (Graf, 2016; Martínez et al., 2021; Zottola & Borba, 2022), maar die het leven van ‘gewone’ gezinnen (die dan zowel hetero als cisgender zijn) zouden bedreigen (Kuha, 2023). Soms wordt ook de term ‘gay maffia’ gebruikt om te verwijzen naar deze zogenaamde geheime en kwaadaardige beweging die hetero-gezinnen en vooral kinderen kwaad aan zou willen doen (Balirano & Hughes, 2023). Soms wordt ook de term ‘gay agenda’ gebruikt. Daarbij gaat het om een mythe van machtige lhbtiqa+ mensen die hun visie opdringen aan anderen en vooral kinderen proberen te beïnvloeden (Bettinsoli et al., 2021; Gkinopoulos, et al., 2024; Kaoma, 2016).

De antigender-bewegingen kennen een internationaal karakter: je kunt vergelijkbare argumenten en tactieken identificeren in verschillende landen. Dit wijst op een gecoördineerde internationale aanpak (Corea et al., 2018; Martínez et al., 2021). Het idee dat de antigender-bewegingen verspreiden is dat er een ‘genderideologie’ is die aan mensen wordt opgelegd. Dat hangt samen met een sterk conservatief idee van dat mensen enkel man of vrouw kunnen zijn en dat alleen heteroseksualiteit acceptabel is (Kuhar, 2023; Zottola & Borba, 2022). Ook hoort hierbij de opvatting dat sekse alleen 'biologisch' zou zijn en dat biologisch gezien alleen de categorieën man of vrouw bestaan. Het bestaan van mensen die intersekse zijn, maar ook van non-binaire personen en transgender personen, wordt door deze antigender-bewegingen ontkend. De antigender-bewegingen gaan bovendien in tegen de mensenrechten van deze groepen (Adrián, 2017; Carpenter, 2023). Kortom: de retoriek rond 'genderideologie' wordt vaak gebruikt als politiek instrument om conservatieve waarden te verdedigen en progressieve bewegingen en mensenrechten te delegitimeren (Kuhar & Paternotte, 2017; Martínez et al., 2021). 

Vraag 3: Gaat het om een complottheorie?

Ja, het idee van een zogenaamde kwaadaardige ‘genderideologie beweging’ wordt door verschillende wetenschappers beschouwd als een complottheorie (Gkinopoulos et al., 2024; Kuhar, 2023; (Kuhar & Paternotte, 2017; Marchlewska, 2019; Salvati et al. 2024; Zottola & Borba, 2022). Een complottheorie kan worden gedefinieerd als verklarende overtuigingen over hoe meerdere actoren in geheime overeenstemming samenkomen om een verborgen doel te bereiken die over het algemeen beschouwd wordt als onwettig en kwaadwillend (Van Prooijen & Douglas, 2017). Complottheorieën zijn een vorm van desinformatie: informatie die niet correct is en die de bedoeling heeft om te misleiden, bijvoorbeeld om anderen kwaad te doen of winst te maken (Kapantai et al. 2021; Vlug & Felten, 2022). De volgende componenten zijn vaak te vinden zijn in een complottheorie (Vlug & Felten, 2022):

  1. Er zijn een aantal actoren die samenspannen.
  2. Er is een geheime overeenkomst.
  3. Er is een verborgen doel.
  4. Er is een illegale en kwaadwillende agenda.

Anders dan bij een religie wordt bij complottheorieën expliciet een rol toegekend aan een groep of coalitie van machtige en kwaadgezinde individuen die onderdeel zijn van een samenzwering (Van Prooijen & Douglas, 2017; Vlug & Felten, 2022). De media heeft ook een sterke rol in het verspreiden en versterken van deze narratieven (Scharrer, 2013)

In werkelijkheid bestaat er niet zoiets als een ‘genderideologie’ of een algemene ‘gendertheorie’ waar deze antigender-bewegingen zeggen zich tegen te verzetten en tegen te strijden (Kuhar, 2023). Antigender-bewegingen schilderen zaken als reproductief gezondheidsbeleid en seksuele gezondheid, adoptierechten, abortuszorg en antidiscriminatielessen op scholen af als het werk van kwaadaardige groepen die de bedoeling hebben om de fundamenten van het land, namelijk heteroseksualiteit en de zogenaamde ‘natuurlijke orde tussen man en vrouw’, te verwoesten (Martínez et al., 2021; Zottola & Borba, 2022).‘Genderideologie’ wordt dan ook pertinent neergezet als gevaarlijke bedreiging (Kuhar, 2023; Zottola & Borba, 2022). Dit heeft daarmee duidelijk kenmerken van een complottheorie.

Typerend aan de anti-lhbtiqa+ theorieën is onder meer het volgende, aldus een onderzoek van Salvati et al. (2024):

  1. geloof in een elite of een groep lhbtiqa+ mensen die samenspant;
  2. geloof dat deze groep probeert de politiek en rechtspraak te beïnvloeden om zo de cis en hetero meerderheid te benadelen, en dat deze groep als het ware geïnfiltreerd is in allerlei sectoren of domeinen van de samenleving;
  3. met als einddoel om de ‘natuurlijke orde’ te ondermijnen;
  4. met het kwaadaardige plan om genderideologie te verspreiden en kinderen te indoctrineren.

Zoals beschreven door Lewandowsky & Cook (2020) in hun handboek over complottheorieën bestaan er wel degelijk echte complotten. Bij complottheorieën is er echter geen bewijs en is er juist bewijs van het tegendeel. Complotdenken wordt gekenmerkt door hyper-sceptisch zijn over alle informatie die niet past bij de complottheorie, overinterpretatie van bewijsmateriaal dat de complottheorie ondersteunt, en inconsistentie. Lees meer over complottheorieën in de The conspiracy theory handbook

Vraag 4: Wat hebben anti-lhbtiqa+ complottheorieën te maken met de complottheorie over ‘omvolking’?

Anti-lhbtiqa+ geluiden zijn ook terug te vinden in andere complottheorieën, zoals de racistische complottheorie over ‘the great replacement’. In deze mythe worden joden ervan beschuldigd multiculturaliteit, maar ook lhbtiqa+ te willen bevorderen om het zogenaamde ‘witte ras’ te laten uitsterven (Holzberg, 2024; Svatoňová & Doerr, 2024). De complottheorie over omvolking komt onder meer voort uit het Nazi-tijdperk (zie ook deze uitleg van de NOS) en experimenteel onderzoek toont aan dat het geloven in deze theorie leidt tot een negatieve houding naar moslims (Obaidi et al., 2022). In het Nederlands wordt ook wel de term ‘omvolking’ gebruikt voor deze complottheorie (Boersma, 2024).

Lhbtiqa+ rechten of voorlichting worden in de complottheorie over omvolking soms afgeschilderd als een stiekeme manier om de bevolkingsgroei te remmen (McEwen & Narayanaswamy, 2023). Het idee erachter is dat lhbtiqa+ personen geen (witte) baby’s produceren en daarom zorgen voor ‘omvolking’ (Hernandez Aguilar, 2024). Uiteraard is dat een onjuiste en vreemde beredenering: zo krijgen ook veel lhbtiqa+ personen kinderen (Carone et al., 2021).

In een recent verschenen artikel in een boek beschrijft Holzberg (2024) dat deze racistische complottheorie over omvolking bewust een angstbeeld creëert van de zogenaamde teloorgang van de natie, die wordt aangestuurd door de verbonden krachten van migratie van buiten Europa en feministische en queer bewegingen binnen de natie. Vooral het witte hetero gezin zou in gevaar zijn, net als witte vrouwen (Holzberg, 2024). Een artikel in de Britse krant The Guardian suggereert dat de pleger van een moordaanslag op een gaybar in Slovenië dit deed omdat hij geloofde in de complottheorie over omvolking.

De antigender-bewegingen lijken dus deels verweven met andere thema's zoals anti-immigratie en nationalisme (Kuhar & Zobec, 2017).

Vraag 5: Hoe herken je deze antigender-bewegingen?

Op basis van wetenschappelijke literatuur kunnen we de volgende kenmerken benoemen: 

  • ‘Gewone’ mensen staan centraal in het verhaal: verschillende onderzoekers schrijven dat de antigender-bewegingen zich zoveel mogelijk proberen voor te doen als een beweging van ‘gewone mensen’ die de invloed van een machtige elite proberen te verslaan (Kuhar, 2023; Svatoňová & Doerr, 2024; Salvati, et al., 2024). In deze complottheorie is de elite soms expliciet joods (Svatoňová & Doerr, 2024). Antigender-bewegingen zelf positioneren zich niet altijd expliciet als religieus (McEwen & Narayanaswamy, 2023). 
  • ‘Te ver gaan’: er wordt gedaan alsof de bewegingen bestaan uit ‘gewone’ mensen die alles rondom lhbtiqa+ ‘allemaal wat te ver’ vinden gaan (Kuhar, 2023). Ze keren zich tegen een zogenaamde ‘elite’ die probeert om die ‘gewone’ mensen te beïnvloeden en benadelen (Kováts, 2018; Marchlewska et al., 2019; Salvati et al., 2024). Ze positioneren hun standpunten dus als 'bescherming van traditionele waarden', maar ook vaak als 'gezond verstand (Kuhar & Paternotte, 2017)
  • Kinderen als slachtoffer: typerend aan het verhaal van antigender-bewegingen is ook dat vooral kinderen het slachtoffer zouden worden van ‘genderideologie’ (Paternotte & Kuhar, 2017; Martínez et al., 2021) en dat kinderen dus beschermd moeten worden tegen deze zogenaamd gevaarlijke beweging, zo beschrijft professor Kuhar (2023) van de Universiteit van Ljubljana. Zo probeert men te ontkennen dat het gaat om morele paniek en wordt er handig gebruik gemaakt van de zorgen die ouders hebben over het welzijn en de veiligheid van hun kinderen (Martínez et al., 2021). Onderzoek in Griekenland toont aan dat er vaak geen expliciete vooroordelen tegen lhbtiqa+ mensen worden geuit.
  • Vaak focus op onderwijs: er is vaak een sterke focus van antigender-bewegingen op het onderwijssysteem. Ze verzetten zich dan tegen seksuele voorlichting en gendergelijkheidsonderwijs, met het argument dat dit 'indoctrinatie' zou zijn (Paternotte & Kuhar, 2018). Onder meer in Polen, Italië en Spanje zijn er concrete voorbeelden van hoe seksuele voorlichting en seksuele vorming op scholen wordt tegengewerkt (Washington et al., 2021).
  • Soms met zogenaamd feministisch tintje: er is een specifieke beweging die zichzelf beschouwt als feministisch en die actie voert tegen de erkenning van trans vrouwen als vrouwen (ook wel bekend als T.E.R.Fs, ofwel Trans-Exclusionary Radical Feminists). Deze houdt een vergelijkbaar verhaal als andere antigender-bewegingen, onder meer over hoe ‘echte’ vrouwen bescherming moeten krijgen tegenover niet ‘echte’ vrouwen, die met hun liberale opvattingen over gender de veilige ruimten van ‘echte’ vrouwen zouden willen infiltreren (Bassi & LaFleur, 2022; Fradella, 2023). De antigender-bewegingen proberen aan te sluiten bij de ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties door hun anti-lhbtiqa+ streven te verpakken als doelen waarmee ze ‘opkomen voor vrouwen’ (McEwen & Narayanaswamy, 2023). De antigender-bewegingen bestaan onder meer uit allianties tussen conservatieve religieuze organisaties, nationalistische bewegingen en bepaalde feministische stromingen (Kováts, 2018). 
  • Verspreiding met name via sociale media: onderzoekers belichten het toenemende gebruik van sociale media en online platforms door antigender-bewegingen om hun boodschap te verspreiden en aanhangers te mobiliseren (Paternotte & Kuhar, 2018; Svatoňová & Doerr, 2024). Ook in Nederland worden er veel anti-lhbtiqa+ complottheorieën en desinformatie verspreid en neemt de online haat tegen lhbtiqa+ personen toe (Van Dijk et al., 2023).
  • Vaak verweven met haat tegen andere minderheidsgroepen: zoals hierboven aangegeven zijn de ultraconservatieve antigender-bewegingen vaak verweven met nationalistische en anti-immigratiebewegingen (Kuhar & Zobec, 2017) of populistische partijen (Paternotte & Kuhar, 2018) die angst aanwakkeren tegen demografische veranderingen in etniciteit (McEwen & Narayanaswamy, 2023).
  • Onderdeel van een bredere bewegingen tegen seksuele gezondheid: de antigender-bewegingen keren zich niet alleen tegen lhbtiqa+ rechten maar ook tegen de gelijkheid tussen vrouwen en mannen en seksuele- en reproductieve gezondheid (Martínez et al., 2021; McEwen & Narayanaswamy, 2023; Paternotte & Kuhar, 2018; Washington et al., 2021). De bewegingen verzetten zich dus bijvoorbeeld ook tegen anticonceptie en abortuszorg (Datta, 2021; Paternotte & Kuhar, 2018).

Benieuwd wat de feiten zijn met betrekking tot educatie en relationele en seksuele vorming in het onderwijs? Lees dan het Kennisdossier relationele en seksuele vorming.

Vraag 6: Waar komen antigender-bewegingen vandaan? 

Volgens verschillende auteurs bevindt de oorsprong van de antigender-bewegingen zich in het Vaticaan (Case, 2016; Corredor, 2019; Kováts, 2017; Zottola & Borba 2022). Van hieruit wordt ‘genderideologie’ neergezet als een ‘koloniserende’ macht die vanuit het Westen een verderfelijke ideologie zou willen opleggen aan het Zuiden (Bracke & Paternotte, 2016; McEwen & Narayanaswamy, 2023).

Inmiddels worden deze antigender-bewegingen ook door andere religieuze stromingen overgenomen, zoals Evangelische kerken (Corredor, 2019; Data, 2021; Kuhar, 2023; McEwen & Narayanaswamy, 2023) en de Russische orthodoxe kerk (Data, 2021; McEwen & Narayanaswamy, 2023). Ook omarmen extreemrechts (Kováts, 2017), populistisch rechts (Kuhar, 2023; Verloo, 2018), conservatief rechts en nationalistische bewegingen (McEwen & Narayanaswamy, 2023) de antigender-bewegingen. Het aanwakkeren van angst voor de niet bestaande ‘genderideologie’ wordt ook wel gebruikt als afleider van sociaaleconomische problemen in een land (McEwen & Narayanaswamy, 2023).

Tot slot wordt er een beeld geschept dat de zogenaamde ‘genderideologie’-beweging een beweging is die vergelijkbaar is met het communisme of marxisme (Corredor, 2019) of ‘cultureel marxisme’ (Verloo, 2018) of die zelfs nog gevaarlijker zou zijn dan het marxisme (Paternotte & Kuhar, 2017). Het ‘cultureel marxisme’ is volgens een artikel in De Groene Amsterdammer een complottheorie die rondgaat online en die beweert dat geprobeerd wordt de Europese cultuur en tradities te vernietigen en dat dit zou gebeuren onder voorvechters van Lhbti-rechten (Korving & Tielbeke, 2017).  

Vraag 7: Wat is de invloed van de antigender-bewegingen? 

Invloed op wetgeving en praktijk 

De ultraconservatieve antigender-bewegingen zijn internationaal, en buiten en binnen Europa actief: onder meer in Frankrijk, Polen en Slovenië hebben ze invloed op wetgeving en praktijk (Corredor, 2019; Kuhar & Paternotte, 2017; Zottola & Borba, 2022). In Frankrijk werd bijvoorbeeld een programma om docenten te leren over genderstereotypen geschrapt door protest van antigender-bewegingen (Corredor, 2019). In Slovenië werd in een referendum tegen de openstelling van het huwelijk gestemd en anti-lhbtiqa+ complottheorieën lijken hier van invloed te zijn geweest (Kuhar & Paternotte, 2017). In Nederland lijkt de vernieuwde transgenderwet, die de positie van transgender personen moest verbeteren, niet door het parlement te komen vanwege complottheorieën over transgender personen die zijn verspreid (zie vraag 8).

Invloed op het maatschappelijke debat

Soms komt het niet zover, maar hebben antigender-bewegingen wel invloed op het publieke discours over gendergelijkheid en lhbtiqa+ rechten (Graff & Korolczuk, 2018). Termen als 'genderideologie'  hebben ingang gevonden in het maatschappelijk debat (Graff & Korolczuk, 2018). Zo worden de rechten van transgender mensen ter discussie gesteld op basis van desinformatie of complottheorieën. In Spanje beweert men bijvoorbeeld online dat meer rechten voor transgender personen voortkomen uit een geheime samenzwering om vrouwen die niet transgender zijn (‘cisvrouwen’) geweld aan te doen, terwijl daar feitelijk geen enkele aanwijzing voor is (Cernadas et al., 2024).

Invloed op de houding van de bevolking tegenover lhbtiqa+ personen

Naast deze concrete gevolgen hebben anti-lhbtiqa+ complottheorieën invloed op de houding van mensen. Uit onderzoeken uit andere landen weten we hierover een aantal zaken. Zo is aangetoond dat mensen die geloven in lhbtiqa+ complottheorieën minder vaak gelijke rechten voor lhbtiqa+ mensen steunen (Salvati et al., 2024). En geloof in de zogenaamde 'gay agenda' hangt ook samen met het ontkennen van discriminatie op basis van seksuele oriëntatie (Bettinsoli et al., 2021). Ook is aangetoond dat het geloven in anti-lhbtiqa+ complottheorieën een verklaring is voor de gevonden relatie tussen sterke religieuze attitudes en meer afstand willen nemen van lhbtiqa+ mensen (Gkinopoulos et al., 2024). Ofwel: mogelijk heeft het geloof in lhbtiqa+ complottheorieën niet direct het effect dat mensen afstand willen nemen van lbtiqa+ personen. Dit gebeurt echter wel in combinatie met sterke religieuze overtuigingen (Gkinopoulos et al., 2024). Het geloof in deze complottheorieën is ook een verklaring voor het gegeven dat het afstand willen houden van lhbtiqa+ mensen (ze proberen te vermijden) vaker voorkomt onder mensen die het katholieke geloof beter vinden dan alle andere geloven (Marchlewska et al. 2019).

Ook invloed op houding tegenover andere minderheidsgroepen

Het is bewezen dat complottheorieën over specifieke minderheidsgroepen kunnen leiden tot vooroordelen over andere minderheidsgroepen. Een studie onderzocht het effect van blootstelling aan anti-migrant en antisemitische complottheorieën. Opvallend was dat een complottheorie over joden leidde tot vooroordelen over andere (etnische) groepen (Jolley et al., 2020). Complottheorieën over één specifieke minderheidsgroep kunnen dus ook de acceptatie van andere minderheidsgroepen verminderen. 

Vraag 8: Hebben antigender-bewegingen ook grip op Nederland? 

Er zijn verschillende aanwijzingen dat antigender-bewegingen ook invloed hebben in Nederland. Een voorbeeld in Nederland is de ophef rondom de wijziging van wat men de ‘transgenderwet’ noemt (officieel het wetsvoorstel Wijziging vermelding geslacht in geboorteakte). Deze wetswijzing moet het makkelijker maken om juridisch gezien de geslachtsregistratie bij te wijzingen (dus in onder meer het paspoort, zie het NOS-bericht). Deze transgenderwet was eerder een ‘hamerstuk’ in de Tweede Kamer (een wetsvoorstel dat zonder stemming door de Kamer wordt aanvaard), maar dreigt nu te stranden. De wet mag volgens de NSC en de SGP zelfs helemaal niet meer in de Tweede Kamer worden besproken en nooit meer op de agenda komen. NSC-Kamerlid Nicolien van Vroonhoven zei er het volgende over: ‘We zijn absoluut niet tegen geslachtsverandering. Maar het moet ook niet te makkelijk zijn. Er zijn echt risico’s voor de veiligheid van vrouwen’ (bron: AD). Maar zoals het College voor de Rechten van de Mens (2022) schrijft, zijn er helemaal geen aanwijzingen dat er een verband is tussen seksueel misbruik van vrouwen en het vergemakkelijken van de mogelijkheid het geslacht administratief te wijzigen. Ook niet uit landen waar dit al langer mogelijk is.

Seksueel geweld gepleegd door mannen tegen vrouwen is een zeer ernstig en groot probleem in Nederland, maar er is geen enkele aanwijzing dat plegers een ‘v’ in het paspoort nodig hebben om hiertoe over te gaan. Deskundigen op het gebied van seksueel geweld hebben in verschillende media beschreven dat het idee dat transgender vrouwen door de wetswijziging andere vrouwen in kleedkamers lastig gaan vallen onzin is (Naezer et al., 2024). Ook is er geen reden om aan te nemen dat als transgender vrouwen toegang hebben tot ruimtes voor vrouwen, dat leidt tot onveiligheid. In een studie in de VS is vergeleken of er meer misdaad (misbruik) voorkomt op plekken waar transgender personen toegang hebben gekregen tot de wc’s of kleedkamers die bij hen passen. Dat blijkt niet het geval te zijn. Het misbruik wordt juist minder (Hasenbush et al., 2019). Het verhaal dat de wetswijziging zou leiden tot misbruik van vrouwen (doordat je als man via je paspoortwijziging toegang zou kunnen krijgen tot kleedkamers van vrouwen door je voor te doen als transvrouw) kan dus beschouwd worden als desinformatie of een complottheorie.

Haat tegen lhbtiqa+ mensen is toegenomen in Nederland, concludeert De Groene Amsterdammer op basis van een onderzoek dat zij hebben gedaan. Offline is dit ook te zien. Bijvoorbeeld in de vorm van een demonstratie bij een voorleesochtend voor kinderen door dragqueens of de hetze tegen het lespakket van de Rutgers ‘Lang leve de liefde’ (zie deze reconstructie van Pointer). En deze haat komt onder meer voort uit complottheorieën over lhbtiqa+ personen, zoals De Groene Amsterdammer constateert (Van Dijk et al., 2023). Onderzoek van Transgender Netwerk (2023) laat aanvullend zien dat er een stijging is van negatieve berichten over transgender personen in de reguliere media. 

Vraag 9: Wat kunnen professionals in het onderwijs en het sociaal domein doen tegen complottheorieën en desinformatie over lhbtiqa+ mensen? 

Tegen complottheorieën over lhbtiqa+ mensen kan hetzelfde worden gedaan als tegen andere complottheorieën die discriminatie tegen minderheidsgroepen aanwakkeren, zoals antisemitische complottheorieën en antimoslim-complottheorieën. Deze aanpak is beschreven in een eerder onderzoeksrapport van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) en een praktische handreiking voor docenten, jongerenwerkers en andere professionals die werken met jongeren. Deze tips kunnen ook bruikbaar zijn voor professionals in het sociaal domein.

Prebunken: weerleggen van complottheorieën

In de eerder genoemde handreiking komt onder meer aan de orde dat het belangrijk is om leerlingen te leren hoe zij desinformatie en complotdenken kunnen herkennen. Wetenschappers noemen dit ook wel prebunking. Deze aanpak komt voort uit de theorie dat er een soort ‘immuniteit’ kan worden opgebouwd tegen complottheorieën als mensen preventief blootgesteld worden aan tegeninformatie (Compton, 2013). Een aanpak gebaseerd hierop bestaat uit twee onderdelen: (1) de simpele waarschuwing dat er veel desinformatie is over een bepaald onderwerp en (2) het blootleggen van de technieken waarmee desinformatie wordt verspreid (Ecker et al., 2022). Belangrijk is om deze kennis actief aan te bieden (Ecker et al., 2022): bijvoorbeeld door een game te spelen (Chen et al., 2023; Roozenbeek & Van der Linden, 2019). 

Debunken: mensen weerbaar maken tegen complottheorieën

Tegelijkertijd is ook debunking nodig (Ecker et al., 2022). Debunking is in detail uitleggen waarom theorieën niet kloppen en wat wel waar is (Vlug & Felten, 2022). Voor journalisten en sociale media platforms is het belangrijk om desinformatie en complottheorieën zo min mogelijk te verspreiden. Blootstelling eraan, zonder vermelding dat het gaat om desinformatie of een complottheorie, kan ertoe leiden dat meer mensen geloven in de desinformatie (Dong et al., 2024; Ecker et al., 2022). Het is daarom een tip om bij debunking de desinformatie slechts één keer te benoemen (Ecker et al., 2022; Vlug & Felten, 2022). Een effectieve manier om te debunken kan ook zijn om uit te leggen hoe de logica van een bepaalde complottheorie niet klopt, zo blijkt uit een review van Chen et al. (2023). Dat helpt ook weer om andere desinformatie (zoals complottheorieën) te herkennen. Ook helpt het om de desinformatie te debunken in verhalende stijl. Zo gaan mensen nieuwe causale verbanden zien die wel kloppen. En humor kan helpen om desinformatie te weerleggen, onder meer omdat de lezer dan meer aandacht besteed aan een bericht (Chen et al., 2023).

Vooroordelen verminderen

Ook belangrijk is om als docent te blijven inzetten op het verminderen van vooroordelen en stereotypen over lhbtiqa+ personen en andere minderheidsgroepen (zoals moslims en joden). Bijvoorbeeld door inleving in deze groepen te bevorderen (zie hier meer tips). Ook een spreker voor de klas die een aangrijpend verhaal vertelt kan effectief zijn (lees hier do’s & donts). Maar ook theater kan een goed middel zijn (zie dit artikel). 

Vijf tips voor professionals in het sociaal domein of in het onderwijs:

  1. Benoem wanneer je een anti-lhbtiqa+ complottheorie ziet of hoort, dat dit een complottheorie is en dus onzinnig (debunken).
  2. Let uit waarom zo’n complottheorie schadelijk is (bijvoorbeeld omdat het de rechten van lhbtiqa+ mensen ter discussie stelt of hen afschildert als ‘gevaarlijk’).
  3. Leer leerlingen, bewoners, cliënten etcetera om zelf complottheorieën te herkennen, zodat ze hier ‘weerbaarder’ tegen worden (prebunken).
  4. Verspreid zelf verder geen complottheorieën.
  5. Zet in op het verminderen van vooroordelen naar lhbtiqa+ personen, bijvoorbeeld door: 
    1. films of theater te laten zien met lhbtiqa+ personen waarin mensen zich kunnen inleven;
    2. een aansprekende lhbtiqa+ spreker die aansluit bij de doelgroep (bijvoorbeeld iemand met dezelfde culturele achtergrond en religie als de doelgroep) vragen om iets te komen vertellen;
    3. kennis te geven over de feiten met betrekking tot lhbtiqa+;
    4. een sterke sociale norm te stellen tegen lhbtiqa+ discriminatie: laat zien dat veel mensen het afkeuren en dat het niet door de beugel kan. Verbind het ook aan andere vormen van discriminatie, zoals racisme, seksisme en validisme (=discriminatie van mensen met een beperking).

Lees hier meer tips over discriminatie verminderen.

Vraag 10: Wat kunnen journalisten doen tegen complottheorieën en desinformatie over lhbtiqa+ mensen?

Voor media is het cruciaal om complottheorieën over lhbtiqa+ personen te herkennen, en vervolgens niet verder te verspreiden en zo min mogelijk te herhalen of hun frames over te nemen. Want net als met antisemitische complottheorieën of antimoslim-complottheorieën kan het delen ervan tot meer aanhang leiden. Als deze complottheorieën wel worden gedeeld door de media, dan alleen met de waarschuwing dat het gaat om een complottheorie. Het linken naar de websites van organisaties die complottheorieën of desinformatie over lhbtiqa+ personen verspreiden, is af te raden omdat dat deze sites beter vindbaar maakt.

Het is cruciaal om deze anti-lhbtiqa+ complottheorieën niet te verspreiden als zijnde ‘een gewone mening’, want het is een ‘mening’ die haaks staat op Artikel 1 van de Grondwet. Ook is het een valkuil om transgender personen of lhbtiqa+ personen te beschouwen als een debatthema, of ‘iets waar je voor of tegen kunt zijn’ (Transgender Netwerk, 2023). Uitgaande van Artikel 1 van de Grondwet en de Internationale rechten van de mens, is het niet passend om het bestaansrecht van minderheidsgroepen ter discussie te stellen.

Voor media is het dus belangrijk zich richten op accurate, op feiten gebaseerde berichtgeving over gender- en lhbtiqa+ kwesties. Door consistent correcte informatie te bieden, kunnen media een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van complottheorieën. Maar ze kunnen nog meer doen. Antigender-bewegingen gebruiken vaak emotionele taal en misleidende frames (Kováts, 2018). Journalisten kunnen de retorische strategieën van antigender-bewegingen kritisch analyseren en blootleggen. Corrêa et al. (2018) benadrukken hierbij het belang van een intersectionele benadering (Crenshaw, 1989). Idealiter besteden media meer aandacht aan hoe gender- en lhbtiqa+ kwesties samenhangen met andere vormen van discriminatie en ongelijkheid. Ook kunnen journalisten uitzoeken welke organisaties de complottheorieën en desinformatie over lhbtiqa+ personen verspreiden en waar hun financiering vandaan komt. 

Over de totstandkoming van dit artikel:

Dit artikel is gebaseerd op een eerste en korte verkenning van (met name de wetenschappelijke) literatuur over desinformatie en complottheorieën over lhbtiqa+ personen. Er zijn ongeveer 45 bronnen gebruikt. Deze verkenning is niet uitputtend, maar geeft een eerste indruk van wat er bekend is uit de wetenschap over dit thema. Uitgebreider onderzoek is nodig om meer inzicht te geven in de problematiek van desinformatie en complottheorieën over lhbtiqa+ personen en hoe men daar het beste mee kan omgaan. 

Met dank aan Luc Lauwers, expert bij Rutgers en Kitty Smeekes, communicatie- en informatiewetenschapper en deskundige op het gebied van desinformatie.

Bronnen

Adrián, T. (2017). PL-12 A Crusade Against the “Perverse Gender Ideology”–The New Campaign Used By Fundamentalists to Attack Trans, Intersex, Androgynous or Gender Fluid Persons. The Journal of Sexual Medicine14(Supplement_4b), e215-e215.

Balirano, G., & Hughes, B. (2023). The Rainbow Conspiracy: A corpus-based social media analysis of anti-LGBTIQ+ rhetoric in digital landscapes 1. In The Routledge Handbook of Discourse and Disinformation (pp. 306-324). Routledge.

Bassi, S., & LaFleur, G. (2022). Introduction: TERFs, gender-critical movements, and postfascist feminisms. Transgender Studies Quarterly9(3), 311-333.

Bettinsoli, M. L., Napier, J. L., & Carnaghi, A. (2022). The “gay agenda:” How the myth of gay affluence impedes the progress toward equality. European Journal of Social Psychology52(2), 233-248.

Boersma, J. (2024) Wat is de racistische ‘omvolkingstheorie’ die Kamervoorzitter Bosma aanhangt? Geraadpleegd op 21-8-2024 van https://www.oneworld.nl/mensenrechten/wat-is-de-racistische-omvolkingstheorie-die-kamervoorzitter-bosma-aanhangt/

Bracke, S., & Paternotte, D. (2016). Unpacking the sin of gender. Religion and Gender6(2), 143-154.

Carpenter, M. (2023). Intersex human rights in a time of instrumentalization and backlash. Human Rights at the Intersections, 169-179.

Carone, N., Bos, H. M., Shenkman, G., & Tasker, F. (2021). LGBTQ parents and their children during the family life cycle. Frontiers in Psychology12, 643647.

Case, M. A. (2016). The Role of the Popes in the Invention of Complementarity and the Vatican’s Anathematization of Gender. Religion and Gender6(2), 155-172.

Cernadas, N., Bonache, H., Cortina, H., Chas‐Villar, A., & Delgado, N. (2024). Understanding attitudes toward Spain's Trans Law: A content analysis. Analyses of Social Issues and Public Policy.

Chen, S., Xiao, L., & Kumar, A. (2023). Spread of misinformation on social media: What contributes to it and how to combat it. Computers in Human Behavior141, 107643.

College voor de rechten van de mens (2022) Zeven vragen en antwoorden over de voorgestelde wijziging in de Transgenderwet Geraadpleegd op 21-8-2024 van https://www.mensenrechten.nl/actueel/nieuws/2022/02/25/zeven-vragen-en-antwoorden-over-de-voorgestelde-wijziging-in-de-transgenderwet

Compton, J. (2013). Inoculation theory. In J. P. Dillard & L. Shen (Eds.), The SAGE handbook of persuasion: Developments in theory and practice (pp. 220–236). Los Angeles: Sage Publications.

Corredor, E. S. (2019). Unpacking “gender ideology” and the global right’s antigender countermovement. Signs: Journal of Women in Culture and Society44(3), 613-638.

Crenshaw, K. (1989). Demarginalizing the intersection of race and sex: a black feminist critique of antidiscrimination doctrine, feminist theory, and antiracist politics. University of Chicago Legal Forum, 139.

Datta, N. (2021). Tip of the iceberg: religious extremist funders against human rights for sexuality and reproductive health in Europe 2009–2018. In European Parliamentary Forum for Sexual & Reproductive Rights.

De Graaf, H., Kraan, Y., Oldenhof A., Joemmanbaks, F. (2024) Monitor seksuele gezondheid 2023. Utrecht: De Rutgers

Dong, Y., Zhang, L., Lam, C., & Huang, Z. (2024). Counteracting sexual and reproductive health misperceptions: Investigating the roles of stigma, misinformation exposure, and information overload. Patient Education and Counseling120, 108098.

Ecker, U. K., Lewandowsky, S., Cook, J., Schmid, P., Fazio, L. K., Brashier, N., ... & Amazeen, M. A. (2022). The psychological drivers of misinformation belief and its resistance to correction. Nature Reviews Psychology, 1(1), 13-29

Fradella, H. F. (2023). The Imperative of Rejecting'Gender-Critical'Feminism in the Law. William & Mary Journal of Race, Gender, & Social Justice30(2).

Gkinopoulos, T., Teresi, M., Ballone, C., Çakmak, H., Pacilli, M. G., & Pagliaro, S. (2024). Religiosity and Social Distance from LGBTQI+ People: The Mediating Role of Gender and LGBTQI+ Conspiracy Beliefs. Sexuality Research and Social Policy, 1-9.

Graff, A. (2016). ‘Gender ideology’: Weak concepts, powerful politics. Religion and Gender6(2), 268-272.

Hasenbush, A., Flores, A. R., & Herman, J. L. (2019). Gender identity nondiscrimination laws in public accommodations: A review of evidence regarding safety and privacy in public restrooms, locker rooms, and changing rooms. Sexuality Research and Social Policy16(1), 70-83.

Hernandez Aguilar, L. M. (2024). Memeing a conspiracy theory: On the biopolitical compression of the great replacement conspiracy theories. Ethnography25(1), 76-97.

Holzberg, B. (2024). The Great Replacement Ideology as Anti-Gender Politics: Affect, White Terror, and Reproductive Racism in Germany and Beyond. In Transnational Anti-Gender Politics: Feminist Solidarity in Times of Global Attacks (pp. 183-202). Cham: Springer International Publishing.

Kapantai, E., Christopoulou, A., Berberidis, C., & Peristeras, V. (2021). A systematic literature review on disinformation: Toward a unified taxonomical framework. New media & society23(5), 1301-1326.

Kuhar, R. (2023). The rise and success of the anti-gender movement in Europe and beyond. Big issues. Progressive Yearbook2023, 115-122.

Kaoma, K. (2016). The Vatican anti-gender theory and sexual politics: An African response. Religion and Gender6(2), 282-292.

Kastelein C., Keulen, B., Tukker, A., van der Have, M. (2020) 10 x vraag en antwoord over intersekse Utrecht: Movisie / NNID

Kleef, N., Griffin, L., van Lier, N., Levah Russchen, A., (2023) 10 vragen over non-binaire personen Utrecht: Movisie en Transgender netwerk Nederland

Korving, D. & Tielbeke, J. (2017) Een complottheorie voor paranoïde rechts. Genealogie van het cultuurmarxisme Geraadpleegd op 6-10-2024 van https://www.groene.nl/artikel/een-complottheorie-voor-paranoide-rechts

Kováts, E. (2017). The emergence of powerful anti-gender movements in Europe and the crisis of liberal democracy. Gender and far right politics in Europe, 175-189.

Jolley, D., Meleady, R., & Douglas, K. M. (2020). Exposure to intergroup conspiracy theories promotes prejudice which spreads across groups. British Journal of Psychology111(1), 17-35.

Marchlewska, M., Cichocka, A., Łozowski, F., Górska, P., & Winiewski, M. (2019). In search of an imaginary enemy: Catholic collective narcissism and the endorsement of gender conspiracy beliefs. The Journal of social psychology159(6), 766-779.

Martínez, J., Duarte, A., Rojas, M.J. (2021) Manufacturing moral panic: Weaponizing Children to Undermine Gender Justice and Human Rights. The Elevate Children Funders Group & Global Philanthropy Project (GPP)

McEwen, H., & Narayanaswamy, L. (2023). The international anti-gender movement: understanding the rise of anti-gender discourses in the context of development, human rights and social protection (No. 2023-06). UNRISD Working Paper.

Movisie (2023) Feiten en cijfers over lhbtiqa+ op een rij Utrecht: Movisie

Naezer, M. Römkens, R. Lagro-Janssen, T. Bicanic, I. (2024) Angst voor vernieuwde Transgenderwet is ongegrond. Geraadpleegd op 21-08-2024 van https://www.socialevraagstukken.nl/angst-voor-vernieuwde-transgenderwet-is-ongegrond/

Obaidi, M., Kunst, J., Ozer, S., & Kimel, S. Y. (2022). The “Great Replacement” conspiracy: How the perceived ousting of Whites can evoke violent extremism and Islamophobia. Group Processes & Intergroup Relations25(7), 1675-1695.

Paternotte, D., & Kuhar, R. (2017). ‘Gender ideology’ in movement: Introduction. Kuhar and Paternotte, 1-22.

Paternotte, D., & Kuhar, R. (2018). Disentangling and locating the “global right”: Anti-gender campaigns in Europe. Politics and Governance6(3), 6-19.

Salvati, M., Pellegrini, V., De Cristofaro, V., & Giacomantonio, M. (2024). What is hiding behind the rainbow plot? The gender ideology and LGBTQ+ lobby conspiracies (GILC) scale. British Journal of Social Psychology63(1), 295-318.

Sapountzis, A., Figgou, L., & Michos, I. (2023). Conspiracy theories in online deliberation on gender identity legislation: Dilemmas of prejudice and political partisanship and implications for LGBTQI+ claims. Feminism & Psychology33(2), 197-214.

Svatoňová, E., & Doerr, N. (2024). How anti-gender and gendered imagery translate the Great Replacement conspiracy theory in online far-right platforms. European Journal of Politics and Gender, 7(1), 83-101.

Timmerman, S., Witsenburg, A., Berkemeijer, P. (2022) 10x vraag en antwoord over aseksualiteit. Utrecht: Movisie / NOA

Universiteit Utrecht (2024) What is omvolking? “It acts against the principle of equality” Geraadpleegd op 21-8-2024 van https://www.uu.nl/en/in-de-media/what-is-omvolking-it-acts-against-the-principle-of-equality

Van Dijk, R., Hofman, E., Ruiter., S., Veerbeek., J. (2023) ‘Tijd voor geweld tegen deze lui’. De toenemende online lhbti+ haat Geraadpleegd op 23-9-2024 van  https://www.groene.nl/artikel/tijd-voor-geweld-tegen-deze-lui

Van Prooijen, J.-W., & Douglas, K. M. (2017). Conspiracy Theories as Part of History: The Role of Societal Crisis Situations. Memory Studies, 10(3), 323-233.

Verloo, M. (2018). Gender knowledge, and opposition to the feminist project: Extreme-right populist parties in the Netherlands. Politics and Governance6(3), 20-30.

Vlug. J. & Felten, H. (2022) Antisemitische en antimoslimracistische complottheorieën herkennen en verminderen. Een verkennend onderzoek. Utrecht: Kennisplatform Inclusief Samenleven

Roozenbeek, J., & Van der Linden, S. (2019). Fake news game confers psychological resistance against online misinformation. Palgrave Communications, 5(1), 1-10

Washington, K., Denkovski, D., & Bernarding, N. (2021). Power over rights: Understanding and coun‐tering the transnational anti‐gender movement. Volume II: Case studies. Berlin: Centre for Feminist Foreign Policy.(centreforffp. net/wordpress/wp-content/uploads/2023/01/PowerOverRights2_web. pdf).

Zottola, A., & Borba, R. (2022). Gender ideology’ and the discursive infrastructure of a transnational conspiracy theory. Conspiracy theory discourses, 465-488.