6 jaar decentralisaties en de (arbeids)participatie van kwetsbare burgers
Aan de vooravond van de decentralisaties in het sociaal domein vroeg Movisie aan een aantal professionals in Zorg en Welzijn wat hun verwachtingen waren ten aanzien van deze stelselverandering. Nu heeft Movisie dezelfde professionals gevraagd om te reflecteren op hun verwachtingen van destijds. Een verhaal van teleurstellingen, niet uitgekomen verwachtingen en een somber toekomstbeeld. Met hier en daar een lichtpuntje. Bijvoorbeeld de aanzwellende discussie over alternatieven voor de reguliere arbeidsmarkt.
De decentralisatie van zorg, werk en inkomen en jeugdhulp naar gemeenten, bood volgens Movisie kansen om de gescheiden werelden van de Participatiewet en AWBZ/Wmo dichter bij elkaar te brengen, en de doorstroom/uitstroom vanuit de dagbesteding naar andere vormen van participatie te bevorderen. Movisie peilde in 2014 daarom de mening van een aantal professionals actief op het snijvlak van arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk. Hoe dachten zij over het samenbrengen van arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk? Hoe zag volgens hen de ideale situatie van de doelgroep er in 2020 uit en welke stappen moesten er gezet worden om deze situatie te bereiken? Eind 2020 is een mooi moment om te reflecteren op deze verwachtingen. Hoe kijken de professionals terug op de ontwikkelingen van de afgelopen 6 jaar? Wat zijn positieve ontwikkelingen en waar zijn zij minder blij mee? In hoeverre zijn hun opvattingen veranderd ten opzichte van 2014? Daarnaast werd hen gevraagd om de invloed van de coronacrisis op de ontwikkelingen in te schatten.
De geïnterviewden
- Rob Huntink: projectleider transitie Arbeid & Participatie bij de Driestroom
- Malene Duijst: senior beleidsmedewerker bij Cliëntenbelang Amsterdam
- Louis Polstra: lector Arbeidsparticipatie aan de Hanzehogeschool in Groningen
- Anne-Marie van Bergen: senior adviseur Movisie (tot 2020)
- Ine Spuls: in 2014 initiatiefnemer van de stichting Eigen Bedreivigheid. In 2020 Creatief eigenaar Verbindingsfactor-Y
De verwachtingen in 2014
Alle geïnterviewden vinden het een prima idee om de verschillende groepen in één regeling onder te brengen, zolang er maar maatwerk wordt geleverd aan de cliënten en er ruimte is voor diversiteit. Tussen arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk staan in 2014 verschillende schotten (type indicatie en financiering: vanuit Wmo of vanuit de Participatiewet). Door de scheiding op te heffen krijgen veel cliënten meer doorstroommogelijkheden en daardoor meer kansen op groei en ontwikkeling.
De ideale situatie in 2020 volgens de geïnterviewden
- Iedereen werkt naar haar of zijn vermogen, behoeften en talenten.
- De overgrote meerderheid van de cliënten draait gewoon mee op de reguliere arbeidsmarkt, eventueel met extra ondersteuning.
- Voor een kleine groep, die nog steeds een veilige en gestructureerde omgeving nodig heeft, blijft er een afgeslankte vorm van arbeidsmatige dagbesteding/beschut werk bestaan.
- Termen als dagbesteding of beschut werk zijn verdwenen. Ze zijn weinig relevant, werken stigmatiserend en doen de werkelijkheid te kort.
Wat is er volgens de geïnterviewden gerealiseerd in 2020?
Er is nog te weinig terecht gekomen van het samenbrengen van arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk. Louis Polstra: ‘Hoewel gemeenten voor beide verantwoordelijk zijn, zit er beleidsmatig en financieel nog steeds een schot tussen. Dit houdt mensen gevangen in het systeem.’ Verschillende van de geïnterviewde professionals wijzen naar de landelijke overheidsbezuinigingen. Zij belemmeren gemeenten bij het doorvoeren van vernieuwingen. Anne-Marie van Bergen: ‘Veel gemeenten kiezen nog steeds voor klassieke dagbesteding, liefst zo goedkoop mogelijk.’
'Het ideaal van mensen die meedoen naar vermogen en ondersteund worden waar nodig, komt nauwelijks van de grond, ondanks allerlei goede initiatieven'
‘We zitten in een systeemwereld waar plannen gebaseerd zijn op bezuinigingen en niet op een visie’, aldus Malene Duijst. Er heerst voornamelijk teleurstelling over het gebrek aan ontwikkeling in de toegang tot de arbeidsmarkt. Anne-Marie van Bergen: ‘Nog steeds komen mensen met een beperking in een soort tweederangs-circuit terecht, met vormen van dagbesteding en veel gedoe rond uitkeringen.’ ‘Het blijft wel moeilijk om voor onze cliënten een betaalde baan te vinden. Dit ondanks de vele voorzieningen die er zijn’, vertelt Rob Huntink. Malene Duijst vult aan: ‘De sociale werkplaatsen zijn afgebouwd en de reguliere werkplekken komen niet voldoende van de grond. Het ideaal van mensen die meedoen naar vermogen en ondersteund worden waar nodig, komt nauwelijks van de grond, ondanks allerlei goede initiatieven.’ Ine Spuls wijst op de afhankelijkheid van mensen in het veld. ‘Als er al lokale successen worden geboekt, zakken deze weer in bij het vertrek van de ‘trekker’.’ Anne-Marie van Bergen: ‘De aanbevelingen van toen zijn nog steeds actueel (zie voor deze aanbevelingen de bijlage bij dit artikel).’ Het SCP bevestigt het sombere beeld in haar pas verschenen rapport over de decentralisaties: Sociaal domein op koers?
Angst voor bezuinigingen en oplopende werkloosheid
Verschillende geïnterviewden verwachten de komende jaren bezuinigingen in het sociale domein. Rob Huntink: ‘Ik verwacht bezuinigingen op de Wlz en Wmo en kortingen op de indicaties. Ergens zullen de extra gemaakte kosten terug betaald moeten gaan worden.’ ‘De coronacrisis zal het sociaal domein verder afbreken. Het gat tussen jong en oud, ziek en gezond, rijk en arm wordt steeds groter. De polarisatie neemt toe, en de solidariteit neemt bij bepaalde groepen in de samenleving af’, voorspelt Malene Duijst. Alle geïnterviewden verwachten een sterk oplopende werkloosheid, waarvan vooral mensen in een kwetsbare positie de dupe zullen worden. Als zij al een baan hebben, zullen zij die als eerste verliezen. Als gevolg van deze werkloosheid zullen sociale contacten afnemen, gezondheidsklachten toenemen, opgebouwd dagritme en werkvaardigheden verloren gaan en het zelfvertrouwen afnemen. En minstens even belangrijk: verlies aan inkomen en toenemende armoede.
Lichtpuntjes
Gelukkig zijn er ook wat lichtpuntjes. Anne-Marie van Bergen wijst op het samenwerkingsakkoord tussen ggz en de arbeidsmarktregio's om mensen die dat willen via Individuele Plaatsing en Steun (IPS) aan werk te helpen, hoewel maar weinig mensen daar gebruik van kunnen maken. Ine Spuls wijst op de toenemende aandacht voor het belang van de samenhang in leefgebieden, zoals in het rapport Dannenberg tot uitdrukking komt. Louis Polstra wijst op het succes van sociale ondernemers bij het creëren van arbeidsplekken voor de doelgroep.
Alternatief voor de arbeidsmarkt
Het belangrijkste lichtpuntje is volgens verschillende professionals de aanzwellende discussie over alternatieven voor de inrichting van de arbeidsmarkt. Louis Polstra: ‘Er is een maatschappelijk debat ontstaan over werk en uitkering. De discussie over basisinkomen en de experimenten met basisbanen leveren daaraan een bijdrage. De overheid wordt verantwoordelijk voor het aanbieden van fatsoenlijke banen aan zij die willen en kunnen werken. In plaats van inkomenszekerheid komt er baanzekerheid. Dit zou een radicale systeemverandering zijn, waarin er geen onderscheid meer is tussen regulier werk, beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding.’ Zowel de Wetenschappelijk Raad voor Regeringsbeleid (WRR) als de commissie Regulering van werk (commissie Borstlap) publiceerden dit jaar rapporten over de toekomstige arbeidsmarkt. Deze rapporten bieden argumenten voor de hierboven genoemde discussie. Mooi om te zien is dat het kabinet in een kamerbrief van 11 november 2020 aangeeft het eens te zijn met de hoofdlijnen uit deze rapporten.