6 richtlijnen voor inclusief beleid

Een inclusieve samenleving is een voorwaarde voor participatie. Veel gemeenten voeren al een actief beleid om inclusief te zijn. Movisie helpt je graag hierbij. We ontwikkelden zes richtlijnen voor gemeenten.

1. Inclusie als onderdeel van de transities

Iedereen doet mee. Dat is één van de motto’s van de transities en de kanteling van de aanpak in het sociaal domein. Daar past een inclusieve werkwijze uitstekend bij. Zo gaan de transities en inclusie hand in hand en heeft de gemeente daarmee een sterk argument om inclusief beleid hoog op de agenda te zetten.

Inclusief beleid is geen doelgroepenbeleid

2. Algemeen waar mogelijk, specifiek waar nodig

Inclusief beleid is geen doelgroepenbeleid. Een inclusieve samenleving is een samenleving waarin reguliere oplossingen juist de voorkeur krijgen boven oplossingen voor specifieke doelgroepen. Voorwaarde is echter wel dat die toegankelijk zijn voor alle burgers. Is dat nog niet het geval? Dan is specifiek beleid voor bepaalde doelgroepen nodig. Net zo lang tot ook zij gebruik kunnen maken van het reguliere beleid. Samengevat: algemeen waar mogelijk en specifiek waar nodig.

3. Maak inclusief beleid dat rekening houdt met alle uitsluitingsgronden

Inclusief beleid houdt idealiter rekening met alle uitsluitingsgronden: leeftijd, gender, seksuele voorkeur, beperking, etniciteit en religie. Het is als gemeente de kunst is om al deze gronden mee te nemen en zo impliciete en expliciete uitsluiting te voorkomen voor alle burgers. In de praktijk richten gemeenten zich soms alleen op culturele achtergrond, religie of het hebben van een beperking. Bij dit laatste speelt de recente ratificatie van het VN-verdrag een grote rol. Om zoveel mogelijk gericht te zijn op het meedoen van alle burgers, is inclusief beleid op alle gronden echter het meest wenselijk.

4. Werk samen met verschillende groepen burgers

Een belangrijke randvoorwaarde voor het slagen van inclusief beleid is dat verschillende groepen burgers bij de ontwikkeling, uitvoering en toetsing van beleid worden betrokken. Voor gemeenten is het de uitdaging om te zoeken naar nieuwe en creatieve vormen die alle burgers actief betrekken. Bijvoorbeeld door bepaalde groepen - jongeren, ouderen, migranten, mensen met een beperking - op te zoeken in hun eigen omgeving of door de inzet van social media of een social lab.

samenwerken

5. Besteed aandacht aan invalshoek gemeente en burger

Er kan vanuit twee invalshoeken worden gekeken naar lokaal inclusief beleid. Vanuit de gemeente, die de lokale samenleving toegankelijker moet maken. En vanuit de burgers zelf, om te participeren en mee te doen naar vermogen. Van de gemeente mag worden verwacht dat deze zo goed mogelijk tegemoetkomt aan de wensen en behoefte van de burger op het gebied van inclusie en met een zogenoemde inclusiebril kijkt naar alle levensgebieden. Vanuit de burgers is het principe van wederkerigheid een belangrijk punt: de burger ontvangt niet alleen ondersteuning, maar wordt ook geacht zelf naar vermogen een bijdrage te leveren. Lokaal inclusief beleid besteedt aandacht aan beide aspecten.  

6. Kijk door een 'inclusiebril' naar de lokale samenleving

Vooral als het gaat om etnische diversiteit spelen verschillen in normen, waarden, omgangsvormen en taalvaardigheden een grote rol. Het bereiken, betrekken en het activeren van deze burgers vraagt om deskundigheid van lokale professionals. Zoals interculturele communicatievaardigheden, inzicht in eigen waarden en normen evenals inlevingsvermogen. Ook het faciliteren van outreachend werken - samenwerking met bijvoorbeeld vluchtelingen- en migrantenorganisaties, sleutelfiguren en sociale ondernemers - kan hier aan bijdragen.

Overigens geldt dit ook in meer of mindere mate voor de andere uitsluitingsgronden. Uiteindelijk is een gemeente gebaat bij lokale professionals die deskundig zijn op het brede vlak van inclusie en weten hoe zij met een 'inclusiebril' op kunnen en moeten kijken naar de lokale samenleving.