Aan de slag met inclusief beleid in de gemeente

‘De verkenning is het fundament van het proces’

Het ontwikkelen van inclusief beleid is voor veel gemeenten een uitdaging. Movisie ontwikkelt samen met gemeenten een stappenplan om hen hierin te ondersteunen. Het stappenplan is nog niet af, maar we lichten alvast een stap toe: de overkoepelende stap van verkennen wat er speelt. Expert Ceronne Kastelein legt uit hoe je dit aanpakt.

Waar lopen gemeenten tegenaan als zij met inclusiebeleid aan de slag willen?

’Voorheen werkten veel gemeenten met doelgroepenbeleid, waarbij per groep gekeken werd wat nodig was. Voor bijvoorbeeld LHBTI-personen, mensen met een beperking en mensen met een migratieachtergrond werd apart beleid ontwikkeld. Bij inclusief beleid gaat het erom dat iederéén volwaardig mee kan doen, ongeacht leeftijd, huidskleur, culturele achtergrond, gender, inkomen, talenten, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of beperkingen. De uitdaging is: hoe kom je tot inclusief beleid dat recht doet aan de diversiteit van alle inwoners in de samenleving? Daar krijgen we veel vragen over van gemeenten.’ Lees meer hierover in het artikel Movisie ondersteunt gemeenten bij omslag.

Waar begin je?

‘Voordat je uberhaupt kunt beginnen aan het stappenplan of het proces naar inclusief beleid, is het belangrijk om te weten waar je staat. Pas als dat duidelijk is, kun je beginnen aan stappen als visieontwikkeling, draagvlak creëren of het betrekken van partners en inwoners. Vanuit de ervaringen in de praktijk zien we dat er geen vaste volgordelijkheid zit in deze stappen. Dat hangt af van wat er al gebeurt binnen de gemeente, of de gemeente al een bepaalde visie heeft over inclusie en hoe groot het draagvlak is. Daarom is het goed om te starten met een verkenning van wat er al speelt op het gebied van inclusie. Tijdens die verkenning onderzoek je de status quo, waaruit je kunt opmaken waarmee je, na de eerste verkenning, als eerste mee aan de slag zou kunnen gaan. Je kunt de verkenning dan ook het best zien als het fundament van het proces, als een stap 0.’

Wat verken je precies?

‘Bij de verkenning van wat er speelt kun je aan een aantal zaken denken, bijvoorbeeld aan definities, draagvlak, leiderschap, beschikbare middelen, bestaand beleid en uitvoeringsagenda’s, maar ook intern beleid. Aan de hand van onderstaande vragen kun je zien waar je staat.

  • Bewustzijn, definitie en visie
    Hoe staat het ervoor met het bewustzijn rondom inclusief beleid? Wordt de urgentie ervan erkend, of is daar nog werk aan de winkel? Wat wordt verstaan onder inclusief beleid? Wat is de reikwijdte van de definitie? Kun je tot een gemeenschappelijk kader komen? Een handig hulpmiddel daarbij is om de vraag te stellen wat het probleem vormt waarvoor inclusief beleid de oplossing is. En wat zou je er vervolgens concreet mee willen bereiken? Wat is de stip op de horizon en wat zou daarvoor moeten gebeuren? Met andere woorden: is er een visie?
  • Draagvlak
    Je kunt nagaan of er politiek draagvlak is voor inclusief beleid en als dat er is, waar zit dat? Of van wie heb je draagvlak nodig om tot inclusief beleid te komen? Denk hierbij aan alle lagen binnen de gemeente, zoals het bestuur, de gemeenteraad, (programma-)management, beleidsmakers en eventueel ook aan uitvoerders. En waar zit eventueel ook weerstand tegen het thema?
  • Energie en leiderschap
    Het is handig om te weten welke mensen binnen de gemeentelijke organisatie warmlopen voor het thema. Waar zit de energie? En of er ‘leiders’ binnen de bestuurlijke- of beleidsorganisatie zijn die inclusie belangrijk vinden en daarop ook sturen. Het kan ook zijn dat er gestuurd wordt op intern diversiteits- en inclusiebeleid. Met leiderschap worden de mensen bedoeld die vanuit hun functie een rol spelen in besluitvormingsprocessen, maar het kan ook gaan over mensen die als informeel leiders worden gezien in de organisatie. Breng deze mensen in kaart.
  • Beleid
    Wordt er al inclusief beleid gevoerd? Is er iets over inclusief beleid opgenomen in het collegeprogramma en/of andere uitvoeringsagenda’s? Zijn er pogingen ondernomen om inclusief beleid te ontwikkelen dat past binnen het collegeprogramma? Denk bijvoorbeeld aan programmabeleid gericht op specifieke groepen inwoners zoals beleid gericht op het implementeren van het VN-verdrag voor mensen met een beperking, seniorenbeleid, emancipatie-/integratiebeleid. Zijn daar verbindingen mee gemaakt? Of zijn daar haakjes te vinden om van doelgroepenbeleid naar inclusief beleid te komen?
  • Middelen
    Ook goed om mee te nemen in de verkenning is of er middelen beschikbaar zijn om inclusief beleid vorm te kunnen geven. Denk aan financiële middelen, maar ook aan tijd. Bedenk wat er nodig is voor inclusief beleid. Is er ook budget gereserveerd voor interne maar ook externe communicatie?

Wie betrek je bij deze verkenning?

‘Het is een goed idee om te beginnen met een klein groepje mensen die warmlopen voor inclusie. Waar zit de energie? Kun je die mensen er in een vroeg stadium bij betrekken? In deze fase is het niet handig om samen te werken met mensen die weerstand voelen, dat kan heel demotiverend zijn. Je kunt de verkenning gebruiken om het draagvlak in kaart te brengen. Wie kun je er in een latere fase bij betrekken en waar verwacht je weerstand? Als je begint met positieve energie kan je de weerstand die je later tegenkomt beter aan.’

Welke knelpunten kan je tijdens de verkenning verwachten?

‘Eigenlijk geen, want in deze fase is er nog geen sprake van verandering. Door de verkenning kan wel duidelijk worden welke knelpunten je tijdens het proces kunt verwachten. Als blijkt dat er weinig draagvlak binnen de gemeente is, loop je het risico een roepende in de woestijn te worden. Als er nog geen visie op inclusie is, kan het lastig worden om mensen mee te krijgen. De verkenning helpt deze knelpunten bloot te leggen. Maar je zal gaandeweg ook altijd nog knelpunten tegenkomen die je van tevoren niet had voorzien.’

Wanneer kun je door naar de volgende stap?

‘Het is goed om van tevoren vast te leggen hoe lang de verkenning gaat duren. Een gemeente is een dynamisch gebeuren, zowel binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten. De verkenning is daarom nooit af, want er zullen altijd dingen veranderen terwijl je bezig bent. Als je verder gaat met het stappenplan in de richting van inclusief beleid gaat het verkennen daarom in feite gewoon door, maar dan in de vorm van monitoring. Je blijft in de gaten houden of het draagvlak verandert, welke partners van belang zijn, of er voldoende middelen beschikbaar zijn. Beweegt de organisatie nog steeds de goede kant op? Moet je je plan aanpassen of verdiepen? Dat is een continu proces. Vandaar dat we verkennen stap 0 kunnen noemen. Hij hangt eigenlijk overkoepelend boven het hele stappenplan.’

Het stappenplan is nog niet klaar. Waar kunnen gemeenten nu al terecht voor praktische tips en meer informatie?

‘Een aantal gemeenten hebben hun ervaringen al gedeeld. Je kunt op deze website lezen hoe Gouda, Rotterdam, Utrecht en Alphen aan den Rijn het aangepakt hebben. Binnenkort verschijnen hier ook interviews over twee volgende stappen: het creëren van draagvlak en betrekken van partners en inwoners. In het najaar van dit jaar verwachten we het stappenplan te publiceren.’

Tekst: Rinske Bijl