Aanpak Methodine werkt binnen Villa Bedreivigheid

Aanpak geeft daklozen een zinvolle dagbesteding

In ‘De Villa' in Doetinchem van Stichting Eigen Bedreivigheid werken mensen die bijvoorbeeld dakloos en/of verslaafd zijn en die geen of onvoldoende aansluiting krijgen met de officiële hulp- en dienstverlening.

Zij doen aan ‘bedreivigheid’ door werkzaamheden te verrichten die ze zelf invullen en waar ze het liefst ook nog iets mee verdienen. De aanpak van de stichting kreeg de naam ‘Methodine’, vernoemd naar initiatiefneemster Ine Spuls. Methodine is met ondersteuning van Movisie en ZonMW onderzocht en gedocumenteerd.

Ine Spuls concludeerde uit gesprekken met daklozen en andere mensen die op straat ‘hingen’ dat zij behoefte hebben aan een zinvolle dagbesteding. Zij richtte de Villa Bedreivigheid op, een project waarin iedere deelnemer doet waar hij of zij goed in is en plezier in heeft en zo het gevoel krijgt echt nuttig bezig te zijn. Voorbeelden van producten of diensten die zijn gerealiseerd zijn een hotdogkraam, het bakken van taarten, een drukkerij, ICT- en muziekactiviteiten en een Kletscafé. De Methodine zorgt voor stabilisering en structuur, erkenning en voldoening, een groter gevoel van eigenwaarde en meer vertrouwen in de toekomst.

Uitgevoerde activiteiten

De wens van Stichting Eigen Bedreivigheid was om de aanpak vast te leggen en te onderzoeken wat het effect van de aanpak is. Movisie verzamelde ontwikkelingsverhalen van de deelnemers en documenteerde de aanpak door filmopnames die door de medewerkers van de villa zelf zijn gemaakt. Daarnaast zijn de instrumenten Bedreivskaart en Actiekaart doorontwikkeld en getest op bruikbaarheid en duidelijkheid. Ook is er een overdrachtstraining ontwikkeld en getest bij Vriend GGZ in Arnhem. Tot slot vond er een resultaatmeting plaats door het analyseren van de ontwikkeling van acht deelnemers.

’Bij de villa komen veel mensen binnen met een muur om zichzelf heen. Die brokkelt een keer af. Juist omdat je niks hoeft, omdat je in je waarde wordt gelaten’ (Deelnemer F.)

Werkzame bestanddelen

De gezamenlijkheid, de nadruk op eigenaarschap van de deelnemer en de focus op ‘bedreivig’ worden zijn werkzame bestanddelen van de Villa-aanpak, zo komt in het onderzoek naar voren. Verder is de persoon en de competenties van de begeleider(s) een belangrijk werkzaam bestanddeel. De begeleiders zijn present sturend: ze zoeken voortdurend de balans tussen presentie en het bieden van structuur. Een laatste werkzaam element is de pleitbezorging van de begeleiders bij maatschappelijke instanties zoals de sociale dienst en bij hulpverleners, om ervoor te zorgen dat Villa-bezoekers daar beter terecht kunnen.

Villakoorts

De deelnemers ervaren de Villa als een laagdrempelige ontmoetingsruimte waar mensen worden aangemoedigd en ondersteund om de eerste stappen richting contact en participatie te zetten. Ze worden zich bewust van hun eigen kunnen, leren waar de valkuilen liggen, krijgen weer grip op het leven. De deelnemers krijgen met behulp van de Methodine een meer stabiele situatie, met zinvolle bezigheden, structuur in de dag, waarin ze zich thuis voelen en daardoor ook meer kwaliteit van leven ervaren. Er wordt in de rapportage gesproken over het ontstaan van de ‘Villakoorts’, een echte wij-cultuur.

’Ik heb de steun van de Villa gehad en doorgezet. Het is een soort mama. De Villa is mijn vertrouwenspersoon, en mijn steun en toeverlaat. Daardoor kan ik weer ademen’ (Deelnemer G.)

Rol van de samenleving

Doorstroom naar een zelfstandig leven en werken buiten de Villa blijft echter lastig. Het karakter van de Villa, de Villakoorts en het gevoel van saamhorigheid en gezamenlijke doelen zijn nodig om de deelnemers de bescherming te bieden om niet verder af te glijden. Maar er zit dus ook een keerzijde aan het creëren van een leefomgeving in de marge van de samenleving. De deelnemers horen niet (meer) bij ‘de doelgroep’ (dak- en thuislozen, verslaafden, mensen van de straat), maar ook (nog) niet echt bij de samenleving. Movisie concludeert hieruit dat niet alle veranderingen van deelnemers zelf kunnen komen. Daar moet de samenleving ook wat in betekenen.

Ook in andere settings

Het blijkt mogelijk de Methodine in andere settings met een iets andere doelgroep toe te passen. Voorwaarden zijn wel dat er herstelondersteunend gewerkt wordt met zoveel mogelijk cliëntsturing. Begeleiding door ervaringsdeskundigen is een pre. Er moet ook sprake zijn van een plek die de deelnemers als ‘eigen’ kunnen ervaren. Om goed te leren werken met deze manier van gespreksvoering zijn een overdrachtstraining en aansluitend oefenen met onderlinge feedback en/of intervisie noodzakelijk.

’De Villa ploeg bestaat uit mensen die hebben kunnen toegeven ‘ik red het niet meer’. Daardoor ontstaat een soort samenredzaamheid. Een woord wat zeer toepasbaar is op de Villa in de back office, wanneer mensen bedreivig zijn’ (Deelnemer F.)

Meer informatie

Het onderzoek is gefinancierd met een subsidie van ZonMW. Download de onderzoeksrapportage ‘Bedreivigheid onderzocht. Evaluatie van de methodine’ en de 8 bijlagen waarin portretten van cliënten worden geschetst. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onderzoeker Anna van Deth. Wilt u zelf aan de slag met de Methodine? Er is een overdrachtspakket beschikbaar. U kunt dit aanvragen via ine@verbindingsfactor-y.nl.

Update 2021

Villa Bedreivigheid heet nu Stichting Stadskamer. De Methodine is verwerkt in de herziene versie van KR8!. Ook heeft ervaringsdeskundige Sander Griek interviews gehouden met mensen van de Stadskamer in Doetichem. In de publicatie De drempel over, gericht op participatiebevordering in de MOBW (Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen), wordt de Stadskamer 's-Heerenberg beschreven en in de publicatie Participatiewet en Wmo - latrelatie of huwelijk? wordt de Stadskamer geportretteerd.