Aanwezig zijn in de buurt helpt

Een beschrijving met reflectie op een casus in Delft

Niet grote tegenstellingen, maar ongemak en fricties in de dagelijkse omgang zijn vaak de oorzaak van spanningen tussen (groepen) buurtbewoners. Hoe signaleer je spanningen in een buurt tijdig en voorkom je dat ze escaleren? Movisie beschrijft en reflecteert op vijf casussen uit de praktijk. Deze casus speelt zich af in een buurt in Delft, waar sociaal werkers aanwezig zijn om signalen op te vangen en actief aan de slag gaan met de zorgen van de buurtbewoners.

Deze buurt stond bekend om het gebrek aan veiligheid, leefbaarheid en sociale binding. Daarom is er sinds 2017 actieve aanwezigheid van sociaal werkers in de buurt. Participe startte het project ‘Vangnet in de Wijk’. Bij aanvang vragen de sociaal werkers de bewoners naar hun wensen voor de buurt. Hieruit komt een lokale informatie- en ontmoetingsplek voort. De sociaal werkers zijn daar aanwezig én in de wijk te vinden. Zodoende kennen ze de buurt. En de buurt kent hen. Door hun aanwezigheid vangen ze signalen op over een oude mevrouw die wijzen op dementie. Waar ze eerst zelf actief was in de buurt, lijkt ze nu niet goed meer voor haar huis te kunnen zorgen. Ook is haar gedrag veranderd. Ze is kortaf en agressief naar haar buren. Er vinden incidenten plaats, als de buren haar aanspreken op overlastgevende zaken. Het lijkt niet meer mogelijk om mevrouw aan te spreken op haar gedrag. Op basis van de signalen, maakt sociaal werker Mark van der Heijden contact met mevrouw en haar buren.

Lees de volledige casusbeschrijving in deze pdf

Aanpak

De sociaal werkers gaan informeel in gesprek met haar buren. Van der Heijden vraagt de buren hoe zij vinden dat het met de buurvrouw gaat. Zij maken zich zorgen, vinden het contact lastig en benadrukken dat ze speciale zorg nodig heeft. Vanwege haar vreemde en ook wel vaak lastige gedrag. Van der Heijden begrijpt hun weerstand en zorgen. Hij legt uit waarom mevrouw waarschijnlijk dit type gedrag vertoont. Hij noemt dat psycho-educatie (leren over psychische ziektebeelden) in jip-en-janneketaal. Ook knoopt Van der Heijden contact aan met mevrouw zelf.

Hij blijft contact leggen met mevrouw en haar buren. De buren hebben zijn telefoonnummer en kunnen altijd bellen. Ook de netwerkpartners zoals wijkagent en de sociaal beheerder zijn op de hoogte van de situatie. Dit sluit aan bij de afspraken die op stedelijk niveau zijn gemaakt. Van der Heijden loopt tijdens zijn lunchwandeling langs bij mevrouw. Ook komt er een vrijwilliger bij mevrouw. Ze praten samen in haar moedertaal en gaan naar buiten. Dat doorbreekt haar isolement. Ook wil Van der Heijden dat ze wordt gezien door een geriater, zodat er meer zicht is op benodigde ondersteuning. Daartoe legt hij contact met haar zoon. Die heeft een andere kijk op de zaak. En daarmee is zo’n onderzoek (nog) niet gerealiseerd. Wel blijft Van der Heijden in contact met de zoon.

Uitkomsten aanpak

Het resultaat van Vangnet in de Wijk is dat er onderling meer contact is tussen de bewoners in de buurt. Van der Heijden en zijn collega zijn bekend in de wijk. En dat verlaagt de drempel voor bewoners om hen te informeren en te betrekken bij zaken die niet goed verlopen. Zodoende kwamen de sociaal werkers op het spoor van deze bewoonster.

In het contact krijgt mevrouw de kans om steun te vragen, al voelt ze niet die behoefte. Wel krijgt ze informeel een steuntje in de rug. In de vorm van een vrijwilliger die regelmatig bij haar langs komt. Ook probeert de sociaal werker onderzoek in te zetten naar de achtergrond van haar veranderde gedrag.

De buren krijgen steun om met deze situatie om te gaan

Daarnaast kunnen haar buren hun verhaal kwijt. Zij krijgen steun om met deze situatie om te gaan. Doordat ze serieus genomen worden en mevrouw beter begrijpen, zijn de irritaties en spanningen afgenomen. En bij incidenten kunnen ze direct contact opnemen met Van der Heijden. Ook de netwerkpartners zijn op de hoogte van de situatie.

Lessen

Wanneer bewoners overlast ervaren door het gedrag van buurtbewoners en zich niet in staat voelen om daar iets aan te veranderen, kan dit leiden tot frustraties, angst en verlies aan sociaal vertrouwen. We weten uit literatuur dat de kans op het ervaren van spanningen tussen mensen bij overlastgevend gedrag toeneemt wanneer zij zich onvoldoende gesteund voelen door de gemeente en andere instanties in de buurt, zoals de politie, de woningcorporatie en het welzijnswerk. Het is daarom belangrijk dat instanties of professionals zichtbaar zijn in de buurt en soortgelijke meldingen serieus nemen. Dat is in deze casus gebeurd. Er is gewerkt aan het de-escaleren en wegnemen van (onderhuidse) spanningen en het vergroten van het veiligheidsgevoel. Zo gingen de professionals actief aan de slag met de zorgen en angst van de buurtbewoners.

Overige verbeterpunten

In deze pdf lees je een uitgebreide beschrijving van de casus inclusief de verbeterpunten volgens de betrokken professionals. Aangevuld met een uitgebreidere reflectie vanuit de literatuur.

Waarom en hoe doen we dit?

Tussen groepen bewoners kunnen spanningen of conflicten om verschillende redenen ontstaan. Bijvoorbeeld als er een asielzoekerscentrum in de wijk komt, als er windmolens gebouwd worden of als iemand ‘afwijkend’ en overlastgevend gedrag vertoont. Deze spanningen kunnen uitgroeien tot hardnekkige tegenstellingen, waarbij groepen mensen niet meer constructief met elkaar kunnen communiceren. We spreken dan van ongewenste polarisatie. De vraag is wat professionals kunnen doen om spanningen vroegtijdig te signaleren, zorgen dat ze afnemen en herhaling voorkomen. Movisie beschrijft vijf casussen waarin spanningen op lokaal niveau voorkomen. Voor een casusbeschrijving interviewen we verschillende betrokken professionals. Dat kan een sociaal werker zijn, een medewerker van een woningbouwcorporatie of de gemeente. Zo komen verschillende perspectieven in beeld. Die ervaringen worden gekoppeld aan de bestaande (wetenschappelijke) kennis over de aanpak van spanningen.