Alliantie Genderdiversiteit: vijf tips voor uw organisatie

Ruimte geven aan diversiteit en gendergelijkheid

Hoe kun je als bedrijf of non-profit organisatie met de tijd meegaan en zelf ruimte geven aan diversiteit en gendergelijkheid? De Alliantie Genderdiversiteit geeft vijf praktische tips voor bedrijven, gezondheid- of welzijnsinstellingen, vrijwilligersorganisaties, scholen of (lokale) overheden, dus ook voor úw organisatie.

Het denken over ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’ is volop in beweging. Steeds vaker komen mensen op televisie die niet in het hokje ‘man’ of ‘vrouw’ passen maar die er een beetje tussenin zitten of geen van beide zijn. Ook acties voor gelijke rechten van vrouwen, zoals de ‘Women’s March’ en #MeToo, krijgen veel media-aandacht. We geven vijf tips hoe uw organisatie meer ruimte kunt geven aan diversiteit en gendergelijkheid.

Aliantie Genderdiversiteit
De Alliantie Genderdiversiteit is een samenwerkingsverband van bijna 20 organisaties, dat gendernormen wil beïnvloeden en meer ruimte, meer flexibiliteit en meer diversiteit in gender wil creëren. Ook wil de alliantie zorgen voor meer gelijkheid tussen mensen ongeacht hun sekse en gender.

Tip 1: Label voorwerpen niet met gender en vermijd het woord genderneutraal

Hang aan een roze jurkje geen label dat het voor een meisje bedoeld is of geef niet aan dat een gereedschapskist voor mannen is! Dat is verspilde moeite. Roze jurken worden toch wel door meisjes gedragen. Maar soms zijn er ook jongens die zo’n jurk leuk vinden. En dat is toch ook prima? Labels weglaten is dus wel zo prettig. Zo maak je als organisatie duidelijk dat iedereen mag zijn wie die is.

Vermijd daarbij de term ‘genderneutraal’, want bij die term denken veel mensen dat mannen en vrouwen, jongens en meisjes er hetzelfde uit moeten zien. Natuurlijk is dat niet de bedoeling. Het gaat om diversiteit - tussen de genders én binnen de genders. Want geen enkele man is precies gelijk aan een andere man en voor vrouwen geldt hetzelfde. Mocht je toch een term willen gebruiken kiezen dan voor ‘genderdivers’ of ‘gender-inclusief’ want daarmee geef je aan dat er meer kan en mag dan in twee hokjes denken.

Tip 2: Trek achterstelling op gender gelijk

Als op een plein, in een winkel of op een kantoor wel urinoirs zijn maar geen ‘zit–wc’s’ hebben met name vrouwen het nakijken. Hetzelfde geldt voor kersverse vaders (en niet–biologische moeders) die geen verlof krijgen na de geboorte van hun kind (‘vaders moeten langer verlof krijgen’). Ruimte maken voor genderdiversiteit, betekent oog hebben voor verschil en ongelijkheid vanwege de hokjes ‘man’ en ‘vrouw’ en dit proberen weg te nemen.

Ongelijkheid kan ontstaan zijn zonder dat dit de bedoeling was. Bijvoorbeeld als binnen een organisatie vrouwen voor hetzelfde werk minder betaald krijgen dan mannen. Werkt binnen een grote organisatie geen enkele transgender? Mogelijk is onbewust sprake van ongelijke behandeling. Hoe kun je dat recht zetten? Committeer je als organisatie aan gelijke behandeling en draag dit openlijk uit. Zet vervolgens concrete stappen. Geef bijvoorbeeld trainingen aan HRM en management over (bewustwording van) stereotypen en het aanpassen van instrumenten voor werving, selectie en promotie binnen de organisatie. Want diversiteit en gelijke behandeling krijgen pas echt de ruimte als niemand wordt achtergesteld. 

Tip 3: Laat de diversiteit in gender zien

De manier waarop we denken over ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’ gebeurt grotendeels automatisch. Zie je iemand met lang haar, dan denk je vaak onbewust dat het een vrouw is. Wil je als organisatie stereotiepe beeldvorming helpen veranderen? Laat dan diverse beelden zien en herhaal deze frequent op je website, in je folders of je magazines. Door een range aan foto’s en plaatjes te gebruiken, weerspiegelt je organisatie de diversiteit in de samenleving. Laat als sportclub of welzijnsorganisatie die sport stimuleert ook voetballende meisjes zien of turnende jongens. En heb je een magazine over jonge ouders? Laat dan ook papa’s met hun kinderen zien.

Tip 4: Niet de jongens versus de meisjes

Uit onderzoeken blijkt dat wanneer je mensen willekeurig verdeelt in bijvoorbeeld een rode en een groene groep, dat zij al gauw vooroordelen krijgen over de andere groep. Al behandel je beide groepen gelijk, de indeling in twee groepen maakt dat mensen niet meer ontspannen omgaan met leden van de andere groep. Zij beschouwen dan bepaald gedrag als ‘typisch groen’ en dit versterkt stereotiepe beelden. In het kinderprogramma Checkpoint moeten twee meisjes en twee jongens opdrachten doen en de conclusie is dan vaak zoiets als ‘jongens kunnen beter met stress omgaan’ of ‘meisjes kunnen minder goed vuur blussen’. Maar op die manier worden stereotypen versterkt.

Laat kinderen daarom geen spel spelen als ‘de jongens tegen de meisjes’. Of splits op een teamuitje collega’s niet in een mannen- en een vrouwengroep. Net zoals je mensen liever niet in deelt op huidskleur of afkomst, zo is indelen op sekse ook geen goed idee. En wil je dan toch een competitie, deel groepen dan willekeurig in bijvoorbeeld door ieder kind of elke collega een nummer te geven en bij het volgende spel de groepen weer opnieuw in te delen.

Tip 5: Maak systemen en formulieren gender-inclusief

Op veel (digitale) formulieren is het verplicht om je geslacht in te vullen. Maar eigenlijk is dat slechts in weinig situaties relevant. Laat dit daarom gewoon weg. Mochten de systemen dat niet toelaten dan heb je nog een andere optie. Vraag bijvoorbeeld hoe mensen zelf graag worden aangesproken. Met ‘geachte mevrouw’,  ‘geachte meneer’ of bijvoorbeeld met ‘beste (voornaam)’? Een deel van de mensen kiest waarschijnlijk voor het laatste: omdat ze hun gender niet willen vermelden of omdat ze het gewoon prettig vinden om bij hun voornaam aangesproken te worden.

Plannen voor de toekomst
Op 10 november 2017 presenteerde de Alliantie Genderdiversiteit toekomstplannen. Deze toekomstplannen geven weer welke doelen, strategieën en activiteiten volgens de alliantie Gender-diversiteit nog nodig zijn om tot deze nieuwe samenleving te komen. De strategieën en activiteiten zijn gebaseerd op wetenschappelijk inzichten en onderzoek vanuit de alliantie.

Download toekomstplannen