Het belang van een stevig fundament voor sociaal werk
Eind 2020 verscheen de breed gedragen Kennis- en onderzoeksagenda sociaal werk. Deze routekaart laat de stappen zien op weg naar een stevig kennisfundament voor sociaal werk. Leden van de betrokken regiegroep leggen uit wat het belang ervan is.
Waarom is een stevige basis nodig?
Jan Willem Bruins (directeur BPSW, beroepsvereniging van professionals in het sociaal werk): ‘Het sociaal werk heeft nauwelijks inbedding in de academische wereld. Daardoor bestaat er nog geen lange traditie van (wetenschappelijke) kennisontwikkeling. Met de komst van de lectoraten is wel vooruitgang geboekt. Maar een kennisfundament veronderstelt ook meer consensus over welke kennis er voor de beroepspraktijk nodig is. Bij andere professies zoals artsen of verpleegkundigen is er al veel meer sprake van een gemeenschappelijke kennisbasis.’
Leonie le Sage (lector professionele identiteit sociaal werker, Hogeschool Rotterdam): ‘Afgelopen jaren is er veel opgeleverd om beroepspraktijk en opleidingen sociaal werk te versterken: beroepscode, competentieprofiel, opleidingsprofiel. Het traject van de Kennis- en onderzoeksagenda sociaal werk, waar deze routekaart onderdeel van uitmaakt, helpt om op de relevante kennisgebieden een inhoudelijke verdiepingsslag te maken, aan te geven wat bestaande kennis is, en welke kennis ontwikkeld moet worden.’
Wat zijn de vervolgstappen?
Bruins: ‘De routekaart bestaat uit twee sporen die elkaar vaak kruisen: kennisontwikkeling en kennisbenutting/ontsluiting.
Als BPSW zijn we mede-trekker van de lijn kennisontsluiting. Daar gaan we ons sterk voor maken. Samen met het lectoraat van Leonie le Sage over de professionele identiteit van de sociaal werker.
Er is al veel goede kennis die nog onvoldoende gebruikt wordt. We kunnen voortbouwen op het goede initiatief van Movisie - de databank Effectieve interventies - en op het boek 'De gereedschapskist van de sociaal werker' van Herman de Mönnink. We hebben ruime ervaring met de ontsluiting van kennis via de ontwikkeling van professionele richtlijnen voor sociaal werkers in de jeugdzorg. Zoiets zouden we ook graag voor de andere beroepsvarianten van sociaal werk willen. Artsen kunnen ook niet alle wetenschappelijke ontwikkelingen bijhouden en maken daarom graag gebruik van professionele richtlijnen die de veelheid aan (nieuwe) kennis ontsluit. Daar kan het sociaal werk een voorbeeld aan nemen.’
'Tas sociaal werker moet gevuld zijn met minimum aan evidencebased methodieken'
Jean Tillie (Hogeschool van Amsterdam, lid van Sectoraal Adviescollege Hogere Sociale Studies (SAC HSS)) heeft zich vanuit de regiegroep vooral sterk gemaakt voor de lijn kennisontwikkeling. Tillie ziet daarbij een rol voor het onderwijs: ‘Binnen het sectorplan van het SAC HSS van de Vereniging Hogescholen zal de rol van onderzoek en het verbinden van onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk nadrukkelijk aan de orde komen. Dit is ook al terug te vinden in de sectorale verkenning van het SAC die onlangs gepresenteerd is.’
Wat gaat de praktijk hiervan merken?
Bruins: ‘De opleiding van sociaal werkers zal baat hebben bij een gemeenschappelijke kennisbasis. Het landelijk opleidingsdocument Sociaal Werk beschrijft wel relevante kennisgebieden, maar geeft nauwelijks inhoud aan die kennisgebieden. De beroepsopleiding van sociaal werkers kan een gemeenschappelijke body of knowledge goed gebruiken. Net zoals in iedere dokterstas altijd een stethoscoop zit, zou de tas van de sociaal werker ook met een minimum aan evidence-based methodieken gevuld moeten zijn.’