Beschikbare kennis zo goed mogelijk benutten in het sociaal domein

De adviescommissie van de databank Effectieve sociale interventies heeft een nieuwe missie. Naast het kritisch volgen van het project Effectieve sociale interventies geeft de commissie, die bestaat uit leden met achtergronden in de wetenschap, management, beleid en praktijk, adviezen over implementatie van interventies. Hoe kunnen de interventies in de databank zo goed mogelijk gebruikt worden? Een gesprek met leden Jean-Pierre Wilken, Krisje Hunfeld en Edo Paardekooper Overman.

De adviescommissie Interventies en implementatie bestaat net als de databank Effectieve sociale interventies 10 jaar. De leden van de commissie komen vier keer per jaar bij elkaar. In deze bijeenkomsten komen actuele maatschappelijke vraagstukken aan bod en wordt besproken welke interventies bijdragen aan de oplossingen van die vraagstukken. Wat is er nodig om deze aanpakken verder te ontwikkelen? Wat kan Movisie hieraan bijdragen? En welke kansen en belemmeringen zijn er?

10 jaar databank!

In juni 2020 bestaat de databank Effectieve sociale interventies 10 jaar. Lees het jubileum e-magazine, dat de belangrijke functie van de databank in het sociaal domein laat zien. In dit magazine lees of bekijk je onder andere een interview met Godfried Engbersen, de voorzitter van de erkenningscommissie Maatschappelijke ondersteuning, participatie en veiligheid. In dit interview pleit ook hij voor commissie die zich bezighoudt met de verdere doorwerking van interventies.

Pleidooi

De databank Effectieve sociale interventies is niet de enige beschikbare databank in het sociaal domein, maar wel de enige die naast een erkenningscommissie een adviescommissie heeft. De kennis en adviezen die uit de adviescommissie voortkomen, worden gedeeld met de erkenningscommissies van andere databanken. Zo heeft een notitie van hoogleraren Trudie Knijn en Anja Machielse eraan bijgedragen dat kwalitatief onderzoek nu meetelt in het erkenningstraject. Hun pleidooi draagt bij aan de discussie over de waarde van kwalitatief onderzoek.   

Er is een kloof tussen beschikbare kennis en kennisbenutting, tussen theorie en praktijk

Onvoldoende ruimte

Naast wetenschappers zijn in de adviescommissie ook professionals en ervaringsdeskundigen uit de praktijk vertegenwoordigd. Krisje Hunfeld is procesmanager en casusregisseur bij de gemeente Amsterdam. Zelf noemt ze zich vooral de ‘zeurderige partij’ aan tafel. ‘Een vraag die steeds terug komt, is waarom professionals de databank onvoldoende gebruiken. Er is zoveel onderzoek gedaan naar welke interventies nu echt werken, waarom sijpelt dit niet door naar de uitvoering? Het idee is dat een hulpverlener breder kijkt dan de hulpvraag. Dat deze bijvoorbeeld binnen een gezin signaleert dat de moeder heel eenzaam is en dan de databank raadpleegt voor de aanpak van eenzaamheid. Maar in de praktijk zie ik deze ruimte voor hulpverleners niet.’

Kloof tussen theorie en praktijk

Om het gebruik van de databank Effectieve sociale interventies te stimuleren, geeft de commissie bijvoorbeeld het advies om de databank beter in te bedden in de opleidingen. Zodat docenten en studenten de databank beter kunnen benutten. ‘Door bijvoorbeeld een studiehandreiking te schrijven over de opzet van de databank en hoe de databank gebruikt kan worden’, aldus Jean-Pierre Wilken, lector bij de Hogeschool Utrecht. ‘Maar het gaat niet alleen over het wel of niet gebruiken van de databank, het is een algemene kwestie. Er is in het algemeen een kloof tussen beschikbare kennis en kennisbenutting, tussen theorie en praktijk. Om deze kloof te overbruggen moeten de oorzaken goed in kaart gebracht worden. Het is een schone taak voor de commissie om hier samen met Movisie onderzoek naar te doen en oplossingen voor te ontwikkelen.’

Betrek ervaringsdeskundigen bij het beschrijven van ‘doen wat werkt’

Aansluiten bij de praktijk

Het credo van belangenbehartiger en ervaringsdeskundige Edo Paardekooper Overman is: vertrek vanuit de voorkant en sluit aan bij wat er in de praktijk nodig is. Tijdens de bijeenkomsten van de adviescommissie herinnert hij de andere leden er regelmatig aan dat dit nog te weinig gebeurt. Een gesprek tijdens één van de bijeenkomsten gaat bijvoorbeeld over onderzoeken naar welke kennis professionals gebruiken, hoe ze te werk gaan en wat de werkzame elementen daarin zijn. ‘Wat mij dan opvalt,’ aldus Paardekooper Overman, ‘is dat de praktijkbeschrijvingen die vertrekken vanuit de mensen waarvoor we het doen niet aansluiten op de rapportages van de hulpverleners. Er is een groot verschil tussen de antwoorden van de burger en dat wat volgens de professional werkt.’ Een advies van Paardekooper Overman vanuit zijn lidmaatschap van de adviescommissie is om ervaringsdeskundigen meer te betrekken bij het beschrijven van ‘doen wat werkt’. ‘En hén te vragen, welke elementen hebben jou nu echt geholpen.’ Daarnaast pleit hij ervoor om bij het ontwikkelen van kennis te starten vanuit het perspectief van de burger, in plaats vanuit wetenschappelijk perspectief. ‘Met welk thema moeten wij volgens de burger aan de slag? Om mensen een stap verder te helpen moeten we gebruik maken van praktijksituaties.’   

Brug slaan tussen systemen

‘Het wezenlijke aspect van de adviescommissie is dat het altijd gaat over wat mensen in een kwetsbare positie nodig hebben en hoe we bestaande kennis over wat werkt het beste toegankelijk  kunnen maken', zegt Jean-Pierre Wilken. ‘Het gaat voortdurend om het verbeteren van de verbinding tussen burgers, professionals, onderzoek, beleid en organisatie. De adviescommissie richt zich daarom steeds meer op implementatie, het zoeken naar effectieve strategieën om beschikbare kennis te laten landen daar waar het nodig is. De brede samenstelling van de commissie leent zich er uitstekend voor om deze rol te gaan vervullen.’