Bewoners werken zelf aan verbetering in de buurt

Een beschrijving met reflectie op een casus in Nieuwegein

Niet grote tegenstellingen, maar ongemak en fricties in de dagelijkse omgang zijn vaak de oorzaak van spanningen tussen (groepen) buurtbewoners. Hoe signaleer je spanningen in een buurt tijdig en voorkom je dat ze escaleren? Movisie beschrijft en reflecteert op vijf casussen uit de praktijk. Deze casus speelt zich af in een buurt in Nieuwegein, waar de sociale cohesie laag was. Door de inwoners regie te geven bij verbeteringen zijn er diverse initiatieven opgezet, voor en met elkaar.

In een wijk in Nieuwegein maken bewoners vaak melding van overlast op straat en storend gedrag in hun buurt. De sociale cohesie is er laag. De gemeente weet van eenzaamheid en sluimerende conflicten. Er wonen mensen met ambulante ggz behandeling – zij dienen passende ondersteuning te krijgen. De gemeente wil inzetten op het bestrijden van eenzaamheid en het voorkomen dat sluimerende conflicten uitgroeien tot spanningen. Ze organiseert daarom een zogenoemde adviestafel met en voor experts waar oplossingen de revue passeren. Ook genodigd is Kringwijs, die de oplossing zoekt bij de bewoners zelf. Zij stellen voor om eerst en vooral voldoende tijd uit te trekken om bewoners zelf te vragen wat zij belangrijk vinden, wat ze missen en mee te denken en doen aan oplossingen. Die invalshoek wordt goed ontvangen. Er start een project ‘de buurt aan de slag’.

Lees de volledige casusbeschrijving in deze pdf

Aanpak

Er is gewerkt met de aanpak de Wijkexpeditie. Die heeft een randvoorwaarde: de gemeente en andere organisaties tekenen vooraf een convenant, waarin zij zich committeren aan de expeditie en het plan dat de inwoners en deelnemers aan de Expeditie zullen opstellen. Dat is nodig, omdat van tevoren de uitkomsten niet duidelijk zijn. Zo staat de inbreng van de leefwereld centraal.

Een denktank start de Wijkexpeditie door het organiseren van bewonersavonden. De bewoners zijn in hoge mate zelf eigenaar van de aanpak. Daarbij worden ze begeleid door Elke Westermann van Kringwijs en vanuit de wijk betrokken organisaties. De buurtbewoners gaan aan de slag met onderwerpen die men in hun wijk belangrijk vinden. Zo denken ze mee en dragen ze bij in het aanpakken van verbeteringen. Denk aan overlast bestrijden en de omgang met mensen met gedrag dat je stoort of niet begrijpt. De inwoners met een ggz-achtergrond dragen ook bij, leert de ervaring. Niet als aparte groep, maar in hun rol van buurtbewoner. Zij brengen specifieke kennis in.

Iedereen is uitgenodigd om mee te doen, via deur tot deur aanbellen én bij lopende activiteiten. De aanwezige bewoners werken in twee bewonersavonden aan een Buurtplan. De interactie tussen de bewoners is groot. Na de bewonersavonden nemen werkgroepjes het over: zij nemen elk een onderdeel van het plan voor hun rekening. Ook hier zijn de bewoners de uitvoerders. De leden van de werkgroepen krijgen begeleiding van Westermann. Zij zorgt voor het verbinden van de plannen aan inwoners. En dat de bewoners er zelf de regie over houden.

De aanwezigen staan meteen in de actiestand en delen later enthousiast de positief ervaren effecten

Uitkomsten aanpak

De Wijkexpeditie heeft duidelijk een proces op gang gebracht, waarbij inwoners initiatieven ontplooien voor én met elkaar. Ze doen dat met een eigen gemaakt plan in werkgroepen. Dat levert snel resultaat op. Zo spreekt een werkgroepje een experiment af: vanaf nu gaan ze een test doen met ‘elkaar groeten op straat’. Uitgaande van het idee: kan geen kwaad – en kijken wat er gebeurt. De aanwezigen staan daarmee meteen in de actiestand en delen later enthousiast met elkaar de positief ervaren effecten. Onderwerpen die de werkgroepjes aanpakken zijn: het verbeteren van de veiligheid en het storende gedrag van de scooters; een buurtfolder waarin handige telefoonnummers staan voor hulp en tips; het inrichten van een buurthuiskamer c.q. contactadres. Naast concrete verbeteringen ontstaat er meer samenwerking onderling. Bewoners spreken elkaar meer aan, kennen elkaar. Ook inwoners met ambulante ggz-ervaring hebben een actieve rol. Vanwege de nadruk op eigen regie nemen de buurtbewoners zelf ook initiatief. Sociaal professionals en gemeente weten wat volgens betrokken bewoners werkt bij spanningen. Zij hebben gewerkt vanuit een ondersteunende houding en weten wat dat oplevert.

Lessen

De ervaren overlast is in deze casus gebruikt om bij de bewoners hun behoeften voor de woonomgeving op te halen. En hen gelegenheid te bieden om zelf activiteiten uit te voeren om die behoeften te realiseren. De manier waarop – inwoners regie geven bij verbeteringen – is voor de gemeente en professionals nieuw. Het vraagt van hen voortdurend aandacht of dit gerealiseerd wordt. De neiging bestaat om over te nemen: die neiging onderdrukken is lastig. Het vraagt om lef en creativiteit. En het realiseren dat het doenvermogen van bewoners niet altijd even groot is als van henzelf. De professionals kunnen de bewoners actief stimuleren. Uit literatuur weten we dat de kans op het ervaren van spanningen tussen mensen bij overlast toeneemt wanneer zij zich onvoldoende gesteund voelen door instanties in de buurt. Het is daarom belangrijk dat instanties of professionals zichtbaar zijn in de buurt en soortgelijke meldingen serieus nemen. Dat is in deze casus gebeurd. De insteek, het vergroten van eigen inbreng en daadkracht van de bewoners die dat willen, verlegt de actie naar de bewoners. En de professionals leren te enthousiasmeren en niet over te nemen.

Overige verbeterpunten

In deze pdf  lees je een uitgebreide beschrijving van de casus inclusief de verbeterpunten volgens de betrokken professionals. Aangevuld met een uitgebreidere reflectie vanuit de literatuur.

Waarom en hoe doen we dit?

Tussen groepen bewoners kunnen spanningen of conflicten om verschillende redenen ontstaan. Bijvoorbeeld als er een asielzoekerscentrum in de wijk komt, als er windmolens gebouwd worden of als iemand ‘afwijkend’ en overlastgevend gedrag vertoont. Deze spanningen kunnen uitgroeien tot hardnekkige tegenstellingen, waarbij groepen mensen niet meer constructief met elkaar kunnen communiceren. We spreken dan van ongewenste polarisatie. De vraag is wat professionals kunnen doen om spanningen vroegtijdig te signaleren, zorgen dat ze afnemen en herhaling voorkomen. Movisie beschrijft vijf casussen waarin spanningen op lokaal niveau voorkomen. Voor een casusbeschrijving interviewen we verschillende betrokken professionals. Dat kan een sociaal werker zijn, een medewerker van een woningbouwcorporatie of de gemeente. Zo komen verschillende perspectieven in beeld. Die ervaringen worden gekoppeld aan de bestaande (wetenschappelijke) kennis over de aanpak van spanningen.