Bijeenkomst biedt inspiratie voor vernieuwing inwonerparticipatie
Impressie online bijeenkomst 18 juni
Inwoners laten participeren in de beleidscyclus van het sociaal domein blijkt voor veel gemeenten een lastige opgave. Movisie keek het afgelopen jaar mee bij vijf voortvarende praktijken en onderzocht wat daaruit te leren valt. Onder leiding van Karin Sok, senior-adviseur van Movisie, deelden de direct betrokkenen tijdens de online bijeenkomst ‘Leren van ervaring, vernieuwing in cliënt- en inwonerparticipatie’ op 18 juni hun ervaringen. ‘Soms loop je op eieren, soms gaat het vanzelf.’
Aanleiding voor de bijeenkomst was het verschijnen van het rapport Beter beleid met ervaringskennis van inwoners. Hierin staan de bevindingen van het onderzoek in vijf praktijken: Zaanstad, de drie IJmondgemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen, en Someren. Onderzoeker Sanneke Verweij: ‘We hebben vanuit Movisie een jaar lang meegekeken hoe de vernieuwing er in de praktijk uitziet. Interessant was dat ze zowel binnen als buiten de bestaande structuren experimenteerden.’
Vijf kenmerken
Hoewel deze praktijken met drie verschillende modellen werken, ontdekten Verweij en medeonderzoeker Karin Sok een rode draad van vijf kenmerken die overal bijdragen aan meer inclusieve cliënt- en inwonerparticipatie: samen, flexibel, proactief, dichtbij en vroegtijdig. Verweij legt uit: ‘Het eerste gaat over een gezamenlijke agenda en gedeelde verantwoordelijkheid; flexibel gaat over verschillende vormen; proactief wil zeggen continu in contact zijn met verschillende groepen om signalen op te halen.’
Aansluiten bij de inwoners
‘Dichtbij’, vertelt Verweij verder, ‘bedoelen we niet alleen in fysieke zin, maar vooral ook qua taalgebruik. Dat moet aansluiten bij de inwoners. Het vijfde kenmerk, de vroegtijdigheid, is ook tweeledig. Vroeg op de hoogte zijn van signalen en knelpunten, en vroeg in de beleidscyclus inwoners betrekken.’
De ruim zestig deelnemers aan de bijeenkomst noemen de kenmerken ‘samen’ en ‘vroegtijdig’ het vaakst als ze moeten kiezen wat ze zelf het liefst willen versterken
Meedenkkracht
Namens de praktijk van Zaanstad vertelt Laura van Bokhorst over de aanpak. Zij is relatiemanager cliëntenparticipatie en gaat als een ware verbindingsofficier te werk. Het eerste kenmerk, om zaken samen op te pakken, is voor haar dan ook vanzelfsprekend: ‘We gebruiken wat er al is aan meedenkkracht. En dat is veel. We kijken daarbij verder dan de geijkte vindplaatsen. Het beeld van de leefwereld van mantelzorgers hebben we bijvoorbeeld niet alleen aangescherpt via de stichting Mantelzorgers Onder Elkaar, maar ook via meedenkgroepen waar de moeilijker bereikbare mantelzorgers te vinden zijn, zoals mannen of jongeren.’
Het samenspel krijgt vorm in een ‘echt partnerschap’, stelt Van Bokhorst, die een brugfunctie vervult tussen gemeente en inwoners. ‘Dat betekent contact blijven houden. En dat is niet makkelijk, duurzaam contact. Want als iemand niet opgehaald wordt met het busje, dan ben je het vertrouwen meteen weer kwijt.’
'Als iemand niet opgehaald wordt met het busje, dan ben je het vertrouwen meteen weer kwijt’
Opiniebus bij de avondvierdaagse
In de IJmondgemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk adviseren de nieuwe Participatieraden de gemeente op het proces, niet op de inhoud. Mede om die reden zijn ze hier al ver met het vroegtijdig betrekken van cliënten en andere inwoners. ‘Voorheen mochten we alleen reageren op een abstract en moeilijk leesbaar stuk’, vertelt Ronald Brantjes, de voorzitter van de Participatieraad van Beverwijk. ‘Nu zijn we vanaf de start van de beleidscyclus betrokken. We kunnen een focusgroep in het leven roepen om ervaringskennis op te halen. Of een opiniebus op het dorpsplein en bij de avondvierdaagse.’
Hondenbelasting
Dat meedenken aan de voorkant levert veel op. ‘We zien nu dat de gemeente onze teksten soms letterlijk overneemt in beleid. Op deze manier is iedereen tevreden over de inhoud en wordt het met recht een hamerstuk.’ Behalve beter beleid levert vroegtijdig contact ook meer begrip op, weet Dorine Vermeulen van de Participatieraad in Velsen. ‘Neem de hondenbelasting. Bij een brainstormsessie over armoedebestrijding popte de vraag op of die niet afgeschaft kon worden.' 'Dat gesprek was heel verhelderend voor de ambtenaren’, vervolgt Vermeulen. ‘Zij realiseerden zich daardoor hoeveel een hond kan bijdragen aan welzijn en gezondheid, juist voor mensen met een smalle beurs.’ En hoewel de belasting niet is bijgesteld, was het volgens haar toch een waardevolle discussie. ‘Want de inwoners hebben dit teruggekoppeld gekregen, inclusief de afwegingen die de gemeente erbij had. Dat helpt ook voor het wederzijdse begrip.’ Dat het soms ook schuurt, weet Brantjes maar al te goed. ‘Soms moeten we op eieren lopen, maar soms gaat het ook als vanzelf.’
Stamtafels
In het Brabantse Someren werken inwoners en gemeente sinds begin 2018 met het Samen voor Someren model. Het model voorziet in fysieke bijeenkomsten en acties en is gekoppeld aan een digitaal platform. Hoewel het eerste initiatief bij de gemeente lag, is er tegenwoordig sprake van een echt samenspel met een groep actieve inwoners, vindt Jan Muller, de voorzitter van de werkgroep. ‘De onderwerpen van de zogeheten stamtafels wordt deels bepaald door wat wij ophalen onder de inwoners en deels door de gemeentelijke beleidsagenda.’
Behalve op het kenmerk samen scoort Someren ook hoog op het kenmerk flexibel. In Someren lukt het daardoor de als lastig bereikbaar te boek staande jongeren te betrekken, vertelt beleidsmedewerker Inge Janssen. ‘Zo hebben leerlingen van het Varendonck college, de middelbare school, een activiteit voor ouderen mogen organiseren.’ Dat werkte heel goed. ‘Laat ze eerst maar iets doen’, adviseert ze, ‘daardoor ontstaan vanzelf contacten en vervolgens gesprekken.’
Praatplaat en scorebord
Voorzitter Karin Sok complimenteert tot slot de onderzochte praktijken. ‘Als je deze verhalen nu hoort, en dat vergelijkt met die van een jaar of drie geleden, dan voel je echt de frisse wind die nu waait.’ Ze meldt dat voor wie aan de slag wil met inclusieve inwoner- en cliëntenparticipatie, gebruik kan maken van een speciaal ontwikkelde praatplaat en werkblad.
Naar het rapport Beter beleid met ervaringskennis
Tekst: Tea Keijl