Blog: Energiearmoede vraagt om klimaatrechtvaardigheid

Energiearmoede lijkt plotsklaps een hot topic. Toch komt het begrip niet ineens uit de lucht vallen. Energiearmoede werd, aldus Wikipedia, in 1991 voor het eerst gedefinieerd door Brenda Boardman in haar boek Fuel Poverty: From Cold Homes to Affordable Warmth. Vanaf 2017 rukt het begrip mondjesmaat op in Nederland, zichtbaar in diverse lokale moties waarin politieke partijen oproepen tot het bestrijden ervan en specialistische rapportages over de energietransitie.

In 2020 zet TNO het begrip energiearmoede met een uitgebreid onderzoek op de kaart. De timing van dit rapport had niet beter gekund: niet lang daarna explodeerden de gasprijzen. Zelfs zo snel, dat de overheid heeft besloten volgend jaar alle Nederlandse huishoudens gemiddeld 400 euro aan compensatie te geven. Hiermee wil de overheid de financiële pijn voor huishoudens verlichten. Maar, wordt iemand als Rebecca daar echt beter van?  

‘Rebecca – werkende moeder met luchtwegklachten en volwassen chronisch zieke zoon, wonend in een sociale huurwoning, label E – doet haar verwarming niet meer aan en wast en doucht tegenwoordig met koud water. Op deze manier probeert zij haar energierekening zo laag mogelijk te houden. De was droogt nauwelijks meer, het huis wordt steeds vochtiger en de kans op schimmel steeds groter. Met alle gezondheidsgevolgen van dien. Ze kiest hiervoor omdat ze niet meer weet hoe het anders moet.’
Uit: Bestaanszekerheid staat ernstig onder druk!

Doekje voor het bloeden 

Het rapport van TNO laat zien dat maar liefst een half miljoen huishoudens in ons land met energiearmoede kampt. Dat wil zeggen: hoge energiekosten, veelal wonend in een niet goed geïsoleerde corporatiewoning én een laag inkomen. Hebben zij baat bij deze 400 euro? Hoe sympathiek ook, de compensatie is slechts een schamel doekje voor het bloeden. Daarnaast blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws dat miljoenen mensen de compensatie niet nodig hebben. Zo'n 2,1 miljoen huishoudens hoeft het energiecontract volgend jaar niet te verlengen: zij gaan dus helemaal niet meer betalen. Deze mensen krijgen in totaal 903 miljoen euro. Dat staat gelijk aan het geven van 6000 euro aan 142.000 huishoudens in schrijnende situaties om hun huis te isoleren. Want dat laatste zet pas echt zoden aan de dijk. Immers, zonder fundamentele en voldoende maatregelen om de groep mensen in klimaatarmoede te helpen aan energiebesparing en alternatieve en duurzame vormen van energie, neemt ‘energiearmoede’ alleen maar toe.  

Trage energietransitie 

Hoe dit komt? Initiatieven om juist de wijken met veel sociale huurwoningen aardgasvrij te maken zijn ingewikkeld en verlopen traag. Daardoor kunnen bewoners vooralsnog niet besparen op energiekosten. Hierdoor dreigt er een nieuwe tweedeling te ontstaan: tussen de meer welvarende Nederlanders die mogelijkheden hebben om te verduurzamen en tussen mensen in kwetsbare posities die zich deze duurzame investeringen niet kunnen veroorloven. Deze bewoners moeten noodgedwongen gebruik blijven maken van fossiele vormen van energie, waardoor zij te maken krijgen met stijgende kosten. Dit komt onder meer omdat de kosten voor het in stand houden van het gasnet over steeds minder huishouders zijn te verdelen, zo valt te lezen in de publicatie van Ethiek van de Energietransitie van ECN uit 2017. Daarnaast zijn ook de wereldwijd toenemende vraag naar gas én het vanwege aardbevingen steeds verder dichtdraaien van de gaskraan in Groningen hier debet aan: dit drijft de gasprijs op.    

Uit de TNO-cijfers blijkt dat 75% van de energiearmoede zit bij huurders in een woning van een corporatie, 12% heeft een particuliere huurwoning, 13% heeft een koopwoning (TNO, 2021).

De energietransitie vergroot energiearmoede 

Bovenstaande in ogenschouw nemend, kan de energietransitie energiearmoede verergeren. Huishoudens moeten investeren in energiebesparing en duurzame technologie, zoals isolatie of zonnepanelen, maar zijn daar niet toe in staat. Tegelijkertijd stijgt de prijs van fossiele brandstoffen. Het vergroten van bestaande ongelijkheid kan uiteindelijk de maatschappelijke steun voor de energietransitie ondermijnen. Iets dat we ons, gezien de ernst van de klimaatcrisis en de noodzaak van de energietransitie, niet kunnen veroorloven. Wat staat ons te doen?  

Klimaatrechtvaardigheid 

De wijze waarop de transitie de komende decennia vorm krijgt, zal van invloed zijn op de kwaliteit van leven van huidige en volgende generaties (SCP, 2021). Ervaren eerlijkheid, effectiviteit, relevantie en bezorgdheid spelen een rol in de mate waarin burgers klimaatregelingen accepteren, zo blijkt uit onderzoek naar het maatschappelijk draagvlak voor klimaatbeleid (TNO, 2021). Dit werd nog eens bevestigd in de participatieve waarde evaluatie over het klimaat (TU Delft, UU, 2021). Van links tot rechts: kiezers willen steviger en eerlijker klimaatbeleid, zo liet ook een rapport van Milieudefensie zien (Milieudefensie, 2021). Vanuit klimaatrechtvaardigheid geredeneerd, had de overheid ook op een klimaatrechtvaardige verdeling kunnen inzetten. Door gebruik te maken van het rapport van TNO die de niveaus van energiearmoede heeft uitgewerkt per gemeente, wijk en buurt. Dit had gericht beleid en ondersteuning mogelijk gemaakt én tot een veel structurelere oplossing geleid (zie de interactieve energiearmoede kaart). Zo hadden we mensen als Rebecca de nodige warmte én een menswaardig bestaan kunnen geven in plaats van iedereen een beetje.  

Meer weten? Zie ook: Geen geld voor gas