Blog: Hoe zijn we de kern van het sociaal werk kwijtgeraakt?

Afgelopen week was ik te gast bij een welzijnsorganisatie in het oosten van het land. We kregen een inkijkje in verschillende onderdelen van hun werk en mooie presentaties over succesvolle vernieuwende initiatieven. Het ging onder andere over mensen die de weg zijn kwijtgeraakt en die door middel van lichte, preventieve begeleiding thuis hun leven weer op de rit krijgen en houden. Met minimale inzet, met veel deskundigheid, ter voorkoming van grote problemen. Ik raakte compleet in de war, want wat hier als vernieuwend werd gepresenteerd, is toch wat het sociaal werk al sinds jaar en dag in de kern moet zijn?

Op de terugreis vraagt een andere bezoeker wat ik van het bezoek vond. Zal ik mijn verwarring laten blijken? Ben ik de grip op de praktijk kwijtgeraakt, weet ik niet meer wat sociaal werkers doen? Of ligt het aan de organisatie die wij bezochten? Een organisatie die voortgekomen is uit maatschappelijk werk en ouderenwerk en nu wijkgericht werkt met tien sociale wijkteams. Is die de afgelopen periode, net als andere wijkteams, druk bezig geweest met het inrichten van de toegang en de ondersteuning van mensen met ‘zware’ problematieken? Maar die gezien de toename van ggz-problematiek in de wijk zijn gaan inzien dat het belangrijk is voor deze doelgroep om licht te ondersteunen ter preventie? Wat die organisatie doet is voor deze doelgroep blijkbaar in die gemeente ‘vernieuwend’?

Of is er sprake van een breder probleem dat speelt in heel welzijnsland? Hebben de verschuivingen van taken van het sociaal werk naar burgers, mantelzorg, vrijwilligers en burgerinitiatieven niet gewerkt? Komen we er nu achter dat deze lichte preventieve ondersteuning, aangepakt door professionals met kennis en vakmanschap, veel effectiever en efficiënter is?  

Buiten beeld

Ik uit dit gevoel aan mijn medebezoeker. We krijgen een goed gesprek. Ze beaamt dat de transformatie, de bedoeling van de decentralisaties, nog niet af is: de preventieve kracht van het werk, opbouwwerk, is compleet buiten beeld geraakt in het geweld van het neerzetten van wijkteams en bezuinigingen. Het organiseren van toegang, het aanpakken van zware problematiek als schulden en mensen met multiproblematiek vraagt nog steeds te veel energie en geld. Middelen voor de professionele, structurele, preventieve kant van het werk ontbreken.

Tsja. Ik zeg het altijd maar zo: iedereen kan een huis bouwen. Zelfs mijn zoontje van tien.

Oude wijn in nieuwe zakken

Blijkbaar moeten we het sociaal werk opnieuw uitvinden en positioneren. We moeten dus de kern van ons werk als een kansrijk (!), vernieuwend (!) project presenteren om er (weer?) financiering voor te krijgen. ‘Oude wijn in nieuwe zakken’ noemt een oud-collega dit. Vijf jaar geleden schreef ik ‘Het zijn de kleine dingen die het doen’. Daarin staan dertien lichte interventies uit het dagelijks werk van sociaal werkers die gaan over deze preventieve ondersteuning. Blijkbaar moeten die steeds opnieuw gepositioneerd en door anderen herontdekt worden.

Vakmanschap

Sommige gemeenten denken dat vrijwilligers die taken er wel even bij kunnen doen. Tsja. Ik zeg het altijd maar zo: iedereen kan een huis bouwen. Zelfs mijn zoontje van tien. Maar bouw eens een huis dat vijftien jaar later nog staat, in een gezellige wijk. Een huis dat koel is in de zomer en warm in de winter, waar je niet wakker wordt van elke kuch van de buren en waar geen schimmel op de muren verschijnt en de energierekening behapbaar blijft. Zo’n huis, dat vind ik vakmanschap.

Hetzelfde geldt voor sociaal werk. Effectieve preventieve ondersteuning bieden aan mensen die kwetsbaar zijn, vraagt om langdurige, lichte ondersteuning, tijd en aanwezigheid van vakmanschap in de wijk. Zo kun je zware problematiek voorkomen en dure zorg vermijden. Maar daar heb je wel vakmensen voor nodig.  

Door: Sonja Liefhebber, senior adviseur Lerend professionaliseren bij Movisie.