Blog: ‘Maak jongeren weerbaarder om messenbezit terug te dringen’

Ze halen regelmatig het nieuws: steekpartijen onder jongeren, soms met fatale gevolgen. Het lijkt erop dat het probleem toeneemt. De vraag is natuurlijk hoe gaan we dat tegengaan en nog beter: hoe voorkomen we het? Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) – het programma waarin Movisie en het Verwey-Jonker Instituut samenwerken – deed er onderzoek naar.

We spraken formele en informele professionals en ondersteuners en ouders die met messenbezit te maken hebben. We richtten ons daarbij voornamelijk op de problematiek bij jongeren met een migratieachtergrond. Dat deden we omdat de signalen van ouders, professionals en informele ondersteuners uit deze gemeenschappen kwamen.

'We moeten voorkomen dat op het spreken over messenbezit een taboe blijft rusten en er niets gebeurt om dit vraagstuk op te lossen'

Boete lost niets op

Uit de vele gesprekken die we voerden, kunnen we opmaken dat het dragen van messen door jongeren geen opzichzelfstaand fenomeen is. Er zijn een aantal factoren die maken dat jongeren een mes dragen. De meesten van hen wonen in een wijk waar veel aan de hand is en waar de problemen waar ze dagelijks mee te kampen hebben, groot zijn. Dan moet je als jongere sterk in de schoenen staan en flink weerbaar zijn om niet mee te doen met wat je vrienden doen: een mes gaan dragen. Geregeld gaat het om jongeren met een licht verstandelijke beperking of een psychische beperking.

Daarnaast is er vaak sprake van opvoedproblematiek. Toch kun je niet zomaar stellen dat alle ouders van kinderen die met een mes op zak lopen, geen goede ouders zijn. Bovendien los je het probleem niet op door ouders te straffen met een boete als hun kind met een mes wordt betrapt. De ouders zijn geen daders.

Taboe

Wat kan er dan wel worden gedaan om dit probleem op te lossen. Ondersteun allereerst ouders in hun opvoeding en bij het weerbaar maken van de jongeren. Daar zijn de nodige goede methodieken voor ontwikkeld. Wat we hebben gemerkt is dat ouders het moeilijk vinden om over het messenbezit van hun kind te praten. Er rust een groot taboe op het messenbezit van hun kind.

Ontdekken ze dat hun kind een mes bezit, dan zijn ze geneigd om die informatie voor zich te houden, omdat ze bang zijn voor de consequenties als het naar buiten komt. En nemen ze bijvoorbeeld ook niet een jongerenwerker in vertrouwen, omdat zij  bang zijn dat die naar de politie stapt. We moeten voorkomen dat op het spreken over messenbezit een taboe blijft rusten en er niets gebeurt om dit vraagstuk op te lossen.

'Ga op zoek naar sleutelfiguren die op buurtniveau het messenbezit aankaarten'

Sleutelfiguren

Het is belangrijk dat jongerenwerkers en andere professionals werken aan een goede vertrouwensrelatie met ouders. Dat ze het thema messenbezit in zijn algemeenheid bespreekbaar maken. Zoek vertrouwenspersonen op in de familiekring of in het persoonlijke netwerk van de jongeren. Ga op zoek naar sleutelfiguren die op buurtniveau het messenbezit aankaarten.

Het gaat hierbij om mensen die aanzien en vertrouwen genieten in de gemeenschap. Op die manier werk je op gemeenschapsniveau aan bewustwording. Verder blijkt uit ons onderzoek dat de volgende zaken ook belangrijk zijn: zorg voor samenwerking tussen instanties en werk preventief, zodat jongeren niet in de verleiding komen een mes op zak te hebben.

Dit blog verscheen eerder op Zorg+Welzijn.