Een bouwvoorschrift voor websites en apps

Gemeenten en welzijnsorganisaties informeren en ondersteunen burgers steeds vaker digitaal en online. Met name mensen met een beperking ervaren enorme drempels bij de toegankelijkheid van online dienstverlening. Hoe kan dit beter? Professionals en experts delen hun ervaringen, goede praktijkvoorbeelden en tips. In dit artikel gaan we in gesprek met Marlies Klooster, projectleider van het aanjaagteam digitale toegankelijkheid (VNG).

De wet stelt dat de overheid, dus ook gemeenten, eraan werken om de toegankelijkheid van hun digitale diensten te vergroten. Het is ergens  jammer dat in de wet geen datum staat maar dit maakt het mogelijk dat je niet alles in één keer moet doen. Het gaat erom dat je eraan werkt. Gelukkig hebben we daarnaast een actieve Ieder(in) en actieve Kamerleden die steeds met moties komen en vragen om stappenplannen: 'kan het allemaal niet wat sneller?'

Het besluit digitale toegankelijkheid verwijst naar de zogenoemde WCAG-richtlijn. ‘Dat zijn richtlijnen die door de internetgemeenschap zijn opgesteld. Richtlijnen om webcontent toegankelijk te maken voor een zo breed mogelijk publiek. Die geven zaken aan als: hoe zit het met kleurcontrast? Kun je je als je een tekst op je telefoon leest, de tekst groter maken? Kun je het scherm kantelen? Kan de tekst goed worden voorgelezen? Is een formulier toegankelijk en kun je deze goed indienen? Je kunt die richtlijnen zien als een bouwvoorschrift voor websites en apps.  

Hoe gaat dat nu al in de praktijk, wat zie jij van de implementatie van die standaarden?

‘In Nederland hebben we een register ingericht. Een register met toegankelijkheidsverklaringen. Overheden, ook gemeenten worden gevraagd van elke app, intranet en extranet, een verklaring op te stellen. Over bijvoorbeeld hoe toegankelijk je website nu is, laten we zeggen: amsterdam.nl. Daarover moet je een speciaal onderzoeksrapport invullen. Daar volgt uit dat je website al of niet voldoet op die criteria. En hoe je vervolgens ervoor gaat zorgen dat je op de punten waarop je nog niet voldoet, stappen onderneemt om dat te verbeteren en per wanneer.’

Dat register is zich enorm aan het vullen. Steeds meer overheden en gemeenten zijn ermee bezig. 
Die toegankelijkheidsverklaringen hebben verschillende statussen. A is het beste, D is het minst goed. B wil zeggen: je bent ermee aan het werk maar je hebt op nog veel of weinig werk te verrichten. Veel gemeenten zitten in de B-categorie.

Uiteraard zou je willen dat het sneller gaat. Het gaat er immers om dat inwoners van een gemeente zelfstandig zaken kunnen regelen. Voor gemeenten is het belangrijk dat wanneer ze nieuwe diensten ontwikkelen, bijvoorbeeld een app of een site – dat ze de ontwikkelaar vragen om rekening te houden met de eisen van de WCAG. Als iemand van het bureau dat je op het oog had voor de opdracht je dan glazig begint aan te kijken en niet van de WCAG heeft gehoord, is het misschien een reden om niet met dat bureau in zee te gaan.’

Gemeenten kunnen zichzelf natuurlijk wel een einddatum geven. Niks houdt je tegen om ambities bij te stellen. Of om te zeggen: hebben we wel 40 websites nodig? Ik vind dat Eindhoven het goed doet. Die heeft verschillende soorten websites maar op één platform dat voldoet aan de toegankelijkheidsrichtlijnen.  

Wat is jullie rol, van het aanjaagteam?

Sommige gemeenten hebben te maken met wel zestig leveranciers van software. We helpen de leveranciers en gemeenten om een plan te maken om te zorgen dat de software aan de richtlijnen voldoet. Je kunt bijvoorbeeld een roadmap maken waardoor je in zes maanden belangrijke onderdelen van de software toegankelijk kunt maken. We merken dat hierin best wel onwetendheid over bestaat. Ook voeren onze ambassadeurs Yousuf Yousufi en Marcel Oosterveer gesprekken met bestuurders van gemeenten én van gemeenschappelijke regelingen (bijv. Veiligheidsregio’s en GGD’s) om ze uit te leggen waarom de wet er is en hoe ze dit kunnen aanpakken bestuurlijk. Die gesprekken worden zeer gewaardeerd en je ziet dat er daarna een opdracht wordt uitgezet.

Wat zijn volgens jou daarbij vooral de uitdagingen voor gemeenten?

Het is echt een organisatievraagstuk. Inkopers moeten begrijpen wat het is, contentmakers moeten het snappen. Soms gaat dat mis. Je zag het in coronatijd toen een timeslot hielp om te bepalen wanneer we naar het zwembad konden. Dan werd er heel snel een online reserveringssysteem gemaakt op de zwembadwebsite van de gemeente. Die dan heel ingewikkeld werkt. Er wordt met goede bedoelingen snel iets ingericht maar snel, snel is vaak niet bevorderlijk voor de toegankelijkheid. Werk met mensen die verstand van zaken hebben! Of informeer jezelf bijvoorbeeld door een training te volgen. En laat je informeren door te praten met mensen die ervaringsdeskundige zijn. Als iemand met een beperking je collega wordt, dan wordt het heel snel duidelijk wat werkt en wat niet werkt.’

Meer lezen?