Een buurt voor iedereen: wijkbewoners ondersteunen die verward gedrag vertonen

‘Er is nu minder handelingsverlegenheid’

Hoe kunnen we wijkbewoners met verward gedrag beter ondersteunen? En hoe kunnen we als professionals daarin beter samenwerken? Die vragen speelden een centrale rol bij een pilot in Zaanstad. Ina Boerema was projectcoördinator van deze pilot.

Ze vat de kern samen van wat de pilot in Zaanstad moest opleveren: een betere ondersteuning van medewerkers uit wijkteams om bewoners met verward gedrag te helpen. Ina Boerema werkt als regiocoördinator voor een aantal projecten rond de aanpak van verward gedrag in Zaanstreek/Waterland. Tijdens de Movisie leerbijeenkomst van 10 maart vertelde ze over de opbrengsten van de pilot en wat andere gemeenten daaraan kunnen hebben.

Water aan de lippen

In Zaanstad werden gedurende de pilot professionals met ggz-expertise ingezet in de wijkteams die meededen aan de pilot. Dat waren twee teams in Zaanstad en twee in Purmerend. Boerema: ‘de meeste medewerkers in een wijkteam zijn maatschappelijk werkers. Ze hebben geen specifieke deskundigheid over psychische problematiek.’ Daardoor modderden medewerkers wel eens te lang door bij de hulp aan cliënten met psychische problemen. Mensen bij wie het water vaak aan de lippen stond: schulden, dreigende huisuitzettingen, gedragsproblemen en geluidsoverlast.

‘Medewerkers hadden vaak handelingsverlegenheid bij het omgaan met psychiatrische problematiek’, vervolgt Boerema. ‘Weten dan bijvoorbeeld niet wanneer ze de ggd of ggz kunnen of moeten inschakelen.’
‘Natuurlijk’, vervolgt ze, ‘er waren wel lijntjes tussen de wijkteams en de ggz en ggd. Maar het feit dat gedurende de pilot er daadwerkelijk iemand van hen aanwezig was, was een grote vooruitgang. Daarmee werd vaker beroep gedaan op de expertise van hen. Je kent een naam, weet wie het is en loopt als wijkteammedewerker eerder bij zo iemand binnen.’ 

Open deur

De samenwerking leidde er onder meer toe dat de professionals met ggz-expertise meegingen op huisbezoek of advies verstrekten over casussen van cliënten met verward gedrag. Effect daarvan, zo stelt Boerema, was dat cliënten eerder en sneller passende ondersteuning kregen. En dat de wijkteammedewerkers meer kennis én vaardigheden opdeden over psychische aandoeningen. ‘De professionals met ggz-expertise zijn gewend om met moeilijk gedrag om te gaan. Ze kunnen dat leren aan anderen. We hebben echt gezien dat daardoor de handelingsverlegenheid van medewerkers uit de wijkteams verminderde.’

Wat zijn voor jou en de deelnemers andere opbrengsten van de pilot?

Boerema: ‘Het besef dat er veel meer moet worden samengewerkt in de keten. Het klinkt als een open deur ik weet het, maar er wordt nog behoorlijk langs elkaar heen gewerkt.’ Zo bleek bijvoorbeeld dat medewerkers van de woningbouwvereniging die werden geconfronteerd met verward gedrag met de handen in het haar zaten. Niet wisten bij wie aan te kloppen. Terwijl het wijkteam om de hoek zat en bij de hulp een betekenisvolle rol kan spelen. Aan de medewerkers van de wijkteams houdt ze voor om meer zichtbaar in de wijk aanwezig te zijn, outreachend te werken. ‘Zo’n werkwijze klinkt vanzelfsprekend maar is het lang niet altijd.’

Natuurlijk, de ggz-expert kan een belangrijke rol spelen om de verkokerde manier van werken tegen te gaan, stelt ze. ‘Hij of zij kan verbindingen leggen. Tegelijkertijd zou je ook willen dat die aanpak integraal onderdeel wordt van de manier van werken van het wijkteam.’

Ervaringsdeskundige

Ze snapt overigens de weerbarstigheid van de praktijk, zegt Boerema. Er is een flinke discussie gaande over de taakopvatting van de wijkteams. ‘Die is niet overal even duidelijk. “Moet onze deur altijd open staan, om laagdrempelig te zijn of juist niet?” Dat is nog best zoeken voor hen. Wat moet je doen om er voor iedereen te zijn? Dat valt niet altijd mee in de praktijk. Er is, zo merk ik, nog onvoldoende uitgewerkt hoe wijkteams kwetsbare burgers kunnen ondersteunen.’

Een onderdeel van de pilot van was de inzet van ervaringsdeskundigheid. Boerema: ‘Dat is op twee plekken gelukt.’ Toch houdt ze anderen voor om vooraf eerst goed na te denken over hun rol. Bezin voor je begint. ‘Je moet het apart organiseren, het vraagt de nodige investering. Het is niet vanzelfsprekend dat een ervaringsdeskundige een rol krijgt binnen een wijkteam. Kunnen ze zomaar mee op huisbezoek, krijgen ze de verantwoordelijkheid voor eigen casussen? Je moet vooraf écht goed bedacht hebben hoe je dat regelt.’

Terugblik leerbijeenkomst 10 maart

Hoe kunnen mensen die vanwege onder meer psychiatrische problemen of verslaving wonen en meedoen in hun wijk of stad? Die vraag staat centraal tijdens deze leerbijeenkomst van Movisie. We delen ervaringen, leren van elkaar en inspireren elkaar. Lees de terugblik op de bijeenkomst hier.