Buurtcommunities #10 De ondernemende burger

Bewonersinitiatieven op zoek naar een verdienmodel

Veel nieuwe bewonersinitiatieven zijn op zoek naar geld om te kunnen overleven. Dat is het beeld dat oprijst uit het boek ‘De ondernemende burger’ van Marcel Ham en Jelle van der Meer. Vier ondernemende initiatiefnemers uit het boek vertelden op maandag 18 mei in de grote zaal van Pakhuis De Zwijger hoe ze hun maatschappelijke rol proberen te spelen. ‘We hadden wel het voordeel van een gemeente die zich sterk voor ons maakte.’

In het boek De ondernemende burger; De woelige wereld van lokale initiatieven laten Marcel Ham en Jelle van der Meer twaalf aansprekende initiatiefnemers aan het woord. Het zijn initiatieven die al wat langer bestaan en die een publieke taak op zich nemen, zoals het runnen van een zwembad of een buurthuis. De initiatieven blijken onderling enorm te verschillen, maar belangrijke overeenkomsten zijn de kleinschaligheid en de grote bezieling, waarmee de initiatiefnemers zich inzetten.

Veel initiatieven hebben wel moeite om te overleven, schetst Van der Meer. ‘Om een publieke taak uit te kunnen voeren heb je inkomsten nodig en dat betekent dat ze allemaal op zoek zijn naar een verdienmodel. Dat hebben ze nodig om onafhankelijk te kunnen blijven en hun eigenheid overeind te kunnen houden.’

Tijdens deze avond in De Zwijger interviewt Marcel Ham mensen van vier initiatieven over hun zoektocht: Walter Klein Nienhuis van het Bruishuis in Arnhem. Een wijkonderneming die een flat exploiteert. Levent Aykul van de stichting buurthuis ’t Middelpunt in Amersfoort. Sanne van den Aakster van de Amsterdamse ‘circulaire wijk’ Buiksloterham. Maurice Custers van Daklozenopvang NUNN uit Nijmegen.

Bruishuis Arnhem: bewonersbedrijf met wijkfunctie

Walter Klein Nienhuis is de bedrijfsleider van het Bruishuis in Arnhem, een flat met 90 woningen en 35 bedrijven met een omzet van 5 ton en een batig saldo van 50.000 euro over 2014. Het Bruishuis huurt het hoge flatgebouw van woningcorporatie Volkshuisvesting en verhuurt de ruimtes weer door. Met de winst doet het bedrijf dingen voor de wijk. ‘Mensen die veel voor het Bruishuis doen worden certificaathouder en krijgen een grotere stem in het beleid’, vertelt Klein Nienhuis. ‘We zijn een bewonersbedrijf dat allerlei bewonersinitiatieven ondersteunt, zoals een voedselbank, een kledingbank, een speelgoedbank, Nederlandse les. Bedrijven selecteren we op levensvatbaarheid.’

De helft van de huurders krijgt woonbegeleiding, anderen hebben problemen met alcohol, drugs of schulden

Klein Nienhuis schetst de geschiedenis van de flat en de multiculturele achterstandswijk Malburgen. De flat was eind jaren ’90 in een deplorabele staat en de woningcorporatie wilde er iets nuttigs mee doen voor de wijk. Bewonersorganisaties en het wijkplatform wilden aanvankelijk niet in het bestuur gaan zitten, maar met een groep medestanders besloot Klein Nienhuis een bewonersbedrijf te gaan opzetten.

De helft van de huurders krijgt woonbegeleiding, en anderen hebben problemen met alcohol, drugs of schulden. Volgens Klein Nienhuis kan het Bruishuis niet meer verslaafde bewoners aan, omdat de veiligheid soms in het geding komt. Het Bruishuis heeft plannen voor een filmhuis, met een podium voor bijvoorbeeld popbands uit de wijk, dat met subsidie van sociale fondsen tot stand komt. ‘Er is geen financiële relatie met de gemeente, maar we willen eerst nog meer activiteiten voor de wijk ontwikkelen. Met onze speeltuin en het wijkrestaurant van Philadelphia leveren we al een flinke bijdrage in de wijk.’

Alevitische Vereniging houdt Amersfoorts buurthuis overeind

Levent Aykul is voorzitter van de stichting buurtcentrum ‘t Middelpunt in de Amersfoortse wijk Zielhorst, die door de Alevitische Vereniging is opgekocht. De gemeente wilde zes buurtcentra sluiten, en daarop kocht de liberaal islamitische vereniging in 2013 ’t Middelpunt. Zo wilde de vereniging met 130 leden voor zichzelf ruimte behouden en door de verhuur van overige ruimtes ook een sociale functie voor de wijk. De gemeente vroeg wel liefst € 400.000 voor het pand, een bedrag dat de vereniging in vijftien jaar moet zien af te lossen.

Inmiddels blijkt dat het moeite kost de exploitatie met de inkomsten uit verhuur rond te krijgen, vertelt Levent Aykul. Zo moeten de leden jaarlijks € 4000 bijleggen, terwijl de inkomsten uit verhuur van ruimtes niet altijd zeker zijn. Volgens Walter Klein Nienhuis zit de gemeente Amersfoort op rozen met de overeenkomst. ‘De Alevitische Verenging houdt de sociale functie van het buurtcentrum overeind en het kost de gemeente helemaal niks.’

'De administratie was een zooitje'

De verantwoordelijk wethouder Gert Boeve beweerde destijds zelf niet te weten hoeveel het pand waard was, ‘want de administratie was een zootje’. Maar volgens Paul Suijkerbuijk (projectleider van het Portaal Open Data) had de gemeente veel meer inzicht moeten geven in de financiering van buurthuizen. ‘Het lijkt nu net of het financiële belang van de gemeente vooropstond en niet zozeer het belang van een buurthuis met een buurtfunctie.’

De ‘circulaire wijk’ Buiksloterham in Amsterdam-Noord

Het derde initiatief is de ontwikkeling van een zogeheten circulaire wijk in het voormalige bedrijventerrein Buiksloterham in Amsterdam-Noord. In 10 jaar tijd moeten dat drieduizend woningen worden. De eerste bewoners wilden van de wijk een duurzame wijk maken. De wijk moest zelfvoorzienend worden op energiegebied, met zo min mogelijk afval en uitstoot (‘zero emission’) en bijdragen aan de lokale economie. In de praktijk blijken de ambities op het gebied van duurzaamheid sterk af te hangen van de individuele ambities van bewoners, zegt blijkt uit het verhaal van bewoonster Sanne van den Aakster.

Op de vraag wat de bewoners nu als gemeenschap bindt, erkent van den Aakster dat er nauwelijks kaders zijn voor de ontwikkeling van het gebied.

‘Ik ben alleen maar bewoner van de wijk, al voordat er überhaupt sprake was van circulariteit. Achteraf wordt er nu een stempel geplakt op iets wat ik gewoon doe en belangrijk vindt. Ik ben geen vaandeldrager van de circulaire visie, ik woon daar gewoon.’

NUNN: zelfbeheer van voormalig daklozen in Nijmegen

Het vierde initiatief van de avond is Daklozenopvang NUNN, Nachtopvang Uit Noodzaak Nijmegen. In de opvang wonen 24 voormalig dakloze mannen in zelfbeheer, met begeleiding van een aantal professionele ondersteuners. De bewoners beslissen samen over klussen in de huishouding, de boodschappen en bijvoorbeeld de selectie van nieuwkomers. Ondersteuner Maurice Custers legt uit dat mensen door het zelfbeheer weer zelf verantwoordelijkheid gaan dragen. ‘Ook al worden er bij de selectie van bewoners beslissingen genomen die niet altijd een succes worden. Het gaat om het proces, om het gunnen. Zelfregulatie staat voorop, bijvoorbeeld ook als het gaat om drugsgebruik.’

Custers vertelt dat de NUNN een goedkope voorziening is omdat het opvanghuis grotendeels op vrijwilligers draait. ‘Een bed in de reguliere opvang kost € 25.000 per jaar, bij ons is dat € 6000. Zelfbeheer heeft veel voordelen: het voorziet in de ontwikkeling van mensen. Bewoners worden in hun kracht gezet, er wordt een beroep gedaan op hun kwaliteiten, ze brengen financiën op orde, volgen trainingen. Uiteindelijk kunnen ze doorstromen naar een eigen woning.’

Afscheid nemen blijkt voor bewoners wel vaak lastig, vervolgt Custers. ‘We starten daarom nieuwe woonvormen: mensen die bij herhaling dakloos worden, willen niet meer in een keurslijf geperst worden. Ze willen niet binnen drie maanden weer uitstromen. We hebben nu een zelfbeheervoorziening voor oudere ex-daklozen die geschoold zijn in het zelfbeheer. ’ Hoe verhoudt de doorstroming van bewoners zich tot de reguliere opvang, vraagt onderzoeker Imrat Verhoeven zich af. ‘Mensen stromen bij de reguliere opvang sneller uit. Bij het zelfbeheer hebben we de uitstroomtermijn van drie maanden losgelaten. Mensen die ons langer nodig hebben kunnen langer blijven.’

Wat is er minimaal nodig om een zelfbeheervoorziening van de grond te krijgen, vraagt iemand. Maurice Custers: ‘Je moet de aandacht op je vestigen en je hebt steun uit je omgeving nodig. We hadden ook het voordeel van een gemeente die zich sterk voor ons heeft gemaakt, ondanks de aanvankelijke weerstand van omwonenden.’

Dit artikel is geschreven door freelance journalist Martin Zuithof