Buurthuis zoekt beheerder (M/V)

‘Buurthuizen verdwijnen in rap tempo’ kopte de Volkskrant 21 februari. We zagen deze ontwikkeling met z’n allen al even aankomen en nu zitten we er midden in. Nu blijft het buurthuis natuurlijk wel staan, maar is de vraag wie dat gebouw gaat beheren. Is het een illusie dat burgers een buurthuis kunnen runnen? Op Twitter zijn de meningen daarover verdeeld.

Er wordt logischerwijs steeds meer beroep gedaan op het initiatief en ondernemend vermogen van burgers. 'Op zich geen verkeerde ontwikkeling, burgers hebben veel meer in hun mars dan waar nu aanspraak op wordt gemaakt door professionals', stelt Joost van Alkemade. Hij is het in de context van de bezuinigingen ook eens met het sluiten van wijkcentra. Liever de locaties sluiten dan de welzijnsprofessionals ontslaan. Die professionals vormen nu juist de steunpilaren waar vrijwilligers op kunnen bouwen in tijden dat er meer van hen verwacht wordt. Maar er zijn wel grenzen aan de verschuiving van overheid naar bewoner.

Coachen broodnodig

Joost reageert in de Volkskrant: 'Bewoners kunnen vaak meer dan professionals denken dat ze kunnen. Maar het is ook zo dat mensen zonder of met een lagere opleiding soms minder ervaring hebben en onvoldoende toegerust zijn in het organiseren. Het beste is als een professional hen kan coachen. Maar vaak is daar geen geld meer voor.' Bekend is dat (potentiële) vrijwilligers graag aangesproken worden op maatschappelijke inzet. Als je maar gevraagd wordt, voel je je gewaardeerd en ben je eerder geneigd om je in te zetten voor je buurt. Als geen ander kunnen de bewoners onderling die aanspraak doen, al moet ook dat slim en professioneel ondersteund worden.

De sociale vraagstukken bepalen de focus

Maar hoe zorg je er nu voor dat die professionals op de achtergrond beschikbaar zijn? Of hoe je de professionals die je nog in huis hebt, zo slim mogelijk inzet om behoeften van bewoners, programmering van activiteiten en slim gebruik van publieke gebouwen - samen met ondernemende vrijwilligers - in de ‘lucht’ te houden’? Joost geeft aan: 'Staar niet blind op het gebouw, sommigen daarvan zijn niet exploitabel. De sociale vraagstukken van de wijk bepalen de focus. Daarna moet je pas kijken naar mensen, ruimte en middelen. Waar het vraagstuk op het platteland gaat over het overeind houden van voorzieningen als laatste ontmoetingsplekken, is het probleem in grote steden juist de leegstand van publiek gefinancierde gebouwen. ‘Geld voor stenen’ kan in die gevallen beter besteed worden aan de ondersteuning van ondernemende bewoners of het investeren in maatschappelijke aanbestedingen.'

Het kán

Begin 2012 vertelde Gert van Dijk, directeur van Stichting Welzijn Amersfoort, in MOVISIES over de keuze voor bezuinigen op stenen en niet op activiteiten ofwel personeel. 'Ik denk dat deze keuze het minste kwaad kan voor de samenleving, omdat er in heel veel wijken voldoende alternatieven zijn. (…) Het zal niet voor alle wijken gemakkelijk zijn om oplossingen te bedenken, maar in veel wijken kan het echt. Als we de klaverjasclub in een moskee zouden kunnen krijgen bijvoorbeeld, dat lijkt me wel een mooi integratievoorbeeld.' Inmiddels weten we dat verschillende wijkcentra in Amersfoort overgenomen zijn door burgers. Het kán dus wel goed gaan.

Buurtkracht

Die gebouwen blijven wel bestaan. Het zijn de drijvende krachten achter de locaties waar niet op bezuinigd mag worden. Die combinatie van professionals en vrijwilligers kan fantastisch werken als drijvende kracht. 'Wij zien dat buurtkracht, zoals wij dat bij MOVISIE noemen, werkt. Buurtkracht; de optelsom van enthousiaste en gemotiveerde burgers, gedreven welzijnsprofessionals en betrokken gemeenten. Maar waarom die buurtkracht in de ene wijk nu wel werkt en in de andere niet vanzelf, daar willen wij ook het fijne van weten.' Tot en met 2014 onderzoekt MOVISIE daarom wat de succesformules en faalfactoren zijn van buurtkracht. Meer informatie hierover leest u in deze leaflet.