Buurtmaaltijden in Utrecht: ‘Ik draag iets bij aan de buurt’

Vrijwilligers van Buurtmaaltijden bereiden verse en gezonde maaltijden voor kwetsbare buurtbewoners in de wijk Overvecht, Utrecht. Buurtmaaltijden is een mogelijkheid om met buurtgenoten in contact te komen of om actief bij te dragen aan een inclusievere buurt.

Buurtmaaltijden startte drie jaar geleden. Vanwege de coronalockdown werden de maaltijden aan huis bezorgd. Professionele koks uit de horeca die zonder werk thuis zaten, kookten als vrijwilliger in De Boog. Zzp’ers zonder opdrachten en medewerkers die niet naar kantoor konden, bezorgden de maaltijden. Sinds er geen beperkende coronamaatregelen meer zijn, komt een deel van de bewoners weer naar het buurtcentrum. Daar kunnen zij niet alleen een gezonde maaltijd krijgen, maar ook zelf actief worden als vrijwilliger. De mensen die nu koken in het buurtcentrum komen doorgaans via zorgorganisaties als Lister, Enik en buurtteams.

‘De vrijwilligers komen ervoor hun huis uit,’ zegt Erwin van Asselt, oprichter van Buurtmaaltijden. ‘Ze doen mee aan een goed doel. Dat geeft hen een goed gevoel. Mensen leren hier ook vaardigheden.’ Zo wilde de inkoper van de boodschappen bijvoorbeeld leren inschatten hoeveel van alles nodig is voor de maaltijden. Mee-eten betekent sociale interactie, vriendschappen en een tweede thuis. ‘Mensen horen ergens bij. Op kookdagen staan ze met een glimlach op: Buurtmaaltijden!’ De maaltijden zijn een middel om mensen die, vaak geïsoleerd, thuis zitten bij de buurt te betrekken. ‘Ze zijn een middel, geen doel. Voor veel bewoners is het weer de eerste stap in de samenleving’, aldus Erwin van Asselt.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Portretfoto Erwin

Portretfoto Erwin van Asselt

Van de bank naar een baan

Arjen kwam via de huisarts bij Buurtmaaltijden terecht. In coronatijd zag hij het leven niet meer zitten. ‘Bij Buurtmaaltijden hadden ze iemand in de keuken nodig. Ik zat al tien jaar thuis met een Wajong-uitkering en gamede en blowde alleen maar. Verder deed ik helemaal niks.’ Arjen werd depressief, hij miste waardering en een plek in de samenleving. Werken bij Buurtmaaltijden bracht licht in de duisternis. ‘Ik vind het leuk om mensen blij te maken met lekker eten, ik draag iets bij aan de buurt.’ Arjen vrolijkte op. Hij voelt zich in het buurtcentrum geaccepteerd en werd zelfverzekerder. ‘Ik hervond de motivatie om voor iets te gaan en door te zetten.’

Bij Buurtmaaltijden heeft hij veel geleerd, zoals hoe je mensen aanspreekt.

Hij kookte maaltijden voor wel 100 mensen, deed catering voor kleinere groepen en zorgde dat de keuken werd schoongehouden. Via Buurtmaaltijden vond hij, met behoud van uitkering, zelfs tijdelijk werk. ‘Ik werkte twee dagen per week bij restaurant WAKU WAKU. Ik hielp in de keuken, deed de voorafjes, desserts en sharing bites.’ Nu helpt hij soms bij het koken voor Oekraïense vluchtelingen in Utrecht. Arjen is gestopt bij Buurtmaaltijden maar heeft er veel aan gehad. ‘Ik had veel te leren. Zo heb ik bijvoorbeeld weinig mensenkennis, omdat ik zo lang in isolatie leefde. Hoe spreek je mensen aan? Ik ben heel direct. Bij Buurtmaaltijden leerde ik dingen voorzichtiger te zeggen.’

Folder BuurtMaaltijden

BuurtMaaltijden maakte onlangs samen met Movisie een folder over het initiatief. Hierin lees je onder andere drie portretten van mensen die als vrijwilliger bij BuurtMaaltijden werken en vind je het veranderverhaal van BuurtMaaltijden, waarin duidelijk wordt op welke manier er aan de missie van het initiatief wordt gewerkt.

Download de folder

Uit hun schulp

Bezoekers, eters en vrijwilligers in het buurtcentrum worden niet achter hun broek gezeten meer te doen. ‘Als we dingen op zouden leggen, doen mensen juist mínder. Onze rol is er zíjn, presentie,’ legt Erwin van Asselt uit. Toch ontwikkelen mensen zich. ‘Door het meedoen groeit hun eigenwaarde, zoals bij Arjen. Gesloten personen zie je onderdeel worden van het proces en het team. Ze komen uit hun schulp en worden mondiger.’ En deelnemers vinden elkaar. ‘Iemand moest z’n nieuwe huis inrichten, een ander hielp hem. Nu zijn ze dikke vrienden.’

Wekelijks zijn er voor Buurtmaaltijden gemiddeld acht tot tien vrijwilligers aan het koken, buurtbewoners met of zonder kwetsbaarheid. Erwin van Asselt: ‘Ze hebben verschillende instaptijden. Soms komen mensen van het kookteam niet opdagen, bijvoorbeeld omdat ze slaapproblemen hebben. We gaan dan met de bewoner en begeleider opzoek naar een vorm die wel werkbaar is. Ook sluiten nieuwe buurtbewoners zich aan. Als zij iets anders nodig hebben dan een maaltijd en activiteit, kunnen wij hen via DOCK doorverwijzen.’

Maaltijd met een beetje mantelzorg

Piet de Jong is een van de maaltijdbezorgers van Buurtmaaltijden. ‘Ik ben gepensioneerd. Vroeger begeleidde ik mensen vanuit de Sociale Dienst naar werk. Tijdens de coronapandemie begon ik als vrijwilliger eten rondbrengen, tien tot twaalf maaltijden per keer.’ Dat doet hij nog steeds. Hij vindt het fijn contact met mensen te hebben en een luisterend oor te bieden. ‘Een mevrouw had de deur eerst altijd op een kier, nu gaat de deur helemaal open: “Ha Piet!” Mensen komen zo een beetje uit hun isolement. Soms doe ik iets kleins, zoals een lampje vervangen. Voor één iemand ben ik ook een beetje mantelzorger. Of ik signaleer dingen. Signalen geef ik door aan DOCK of aan Buurtmaaltijden. Zo zag ik een meneer met wie het niet goed ging. Er kwam een dokter en die meneer heeft nu een scootmobiel. Hij kan de deur weer uit.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Pan met eten

Een betere versie van jezelf worden

Erwin van Asselt werkt vooral op de achtergrond. Hij doet alles wat nodig is om Buurtmaaltijden goed te laten draaien. De doelgroep heeft hij uitgebreid met Oekraïense vluchtelingen. Ook zij kunnen mee-eten en/of koken. Dat zo’n initiatief voor financiering moet passen in de systeemwereld, kan hem ergeren. ‘Sommige deelnemers moeten een indicatie hebben, terwijl het over inclusie zou moeten gaan. Mensen doen namelijk weer mee!’ Hij vertelt ook zichzelf te ontwikkelen bij Buurtmaaltijden. ‘Het werk leidt tot zelfreflectie. Ik heb bijvoorbeeld last van podiumvrees gehad. Als je buurtmaaltijden onder de aandacht wilt brengen, moet je soms echter een podium op. Door mezelf op deze gebieden uit te dagen kan ik een betere versie van mezelf worden.’

Tekst: Annemiek Onstenk
Foto's: MacSiers Imaging

Anders kijken naar sociale posities en werk

VSBfonds en Movisie werken samen met zeven initiatieven aan de beweging naar een inclusieve arbeidsmarkt. Het project heet ‘Anders kijken naar sociale posities en werk’, omdat we beter willen begrijpen wat een inclusieve arbeidsmarkt inhoudt en wat een verbeterde positie voor mensen zelf betekent. In netwerkbijeenkomsten leren we elkaars werkwijze kennen. En we onderzoeken welke impact de initiatieven hebben, welke aanpak echt impact heeft en hoe we dat kunnen bepalen. De zeven initiatieven zijn Natuurzorg Veluwe-Vallei, Mensen in beeld houden/Steppingstones Tilburg, BuurtBanen Amsterdam, Ik wil Eindhoven, Pak je Kans Velsen, Buurtmaaltijden Utrecht en Stichting Richter Education Boxtel. Zij worden in deze serie van zeven artikelen voorgesteld. Dit is het laatste artikel.

Bekijk de artikelenreeks

Anders kijken naar impact gaat verder dan cijfers en de ‘klim omhoog op de maatschappelijke ladder’. We definiëren vooruitgang vanuit de ogen en ervaringen van mensen en hoe zij die routes naar waardevol werk vormgeven. De beweging naar de inclusieve arbeidsmarkt is niet alleen een individueel ontwikkelvraagstuk. Empowerment van mensen die aan de zijlijn van de samenleving staan is een tweezijdig proces: het gaat ook om verandering aan de maatschappelijke kant. Dat is een collectieve uitdaging waar de initiatieven elk eigen kennis en ervaring in hebben opgedaan.

Dit artikel is eerder geplaatst op movisie.nl op 23 januari 2023.