Cliëntondersteuning voor dak- of thuisloze mensen
Het aantal dak- en thuisloze mensen neemt toe. Dak- en thuisloosheid ontstaat meestal niet plotseling, er is vaak al een hoop gaande voordat het zover komt. Het is een proces, dat voor ieder individu anders verloopt. Het voorkomen van dak- en thuisloosheid vraagt om een integrale en preventieve aanpak. Wat kunnen cliëntondersteuners betekenen voor (dreigend) dak- en thuislozen? We gaan hier tijdens een webinar op in, samen met Marlies Filbri (directeur van het Straat Consulaat) en Jolijn Tongeren (cliëntondersteuner bij Bureau Straatjuristen).
‘De man met de grijze baard die in het parkje zit met drankfles. Dat is een vertekend beeld van dak- en thuisloze mensen. Gelukkig is dat beeld aan het kantelen’, vertelt Marlies Filbri, directeur van Straat Consulaat. Al 27 jaar zet het Straat Consulaat zich in voor het behartigen van de belangen van dak- en thuisloze mensen, zowel op individueel als collectief niveau. ‘Het is belangrijk dat we een scherper beeld krijgen van dak- en thuisloze mensen. We zien een enorme toename van jongeren, arbeidsmigranten, statushouders, maar ook gezinnen die dak- of thuisloos worden of dreigen te worden. Het is een hele diverse groep, waarbij duidelijk is dat een ‘one-size-fits- all’ aanpak niet werkt’, aldus Filbri.
ETHOS telling
Diverse gemeenten willen meer zicht op de volledige groep dak-en thuisloze mensen in hun gemeenten. Zij starten middels een pilot vanuit Hogeschool Utrecht en Kansfonds met een nieuwe telling, de zogenaamde ETHOS telling. Dit staat voor ‘European Typology of Homelessness and Housing Exclusion’. Bij deze benadering wordt een definitie gehanteerd waarbij dakloosheid wordt gezien als een gebrek aan volwaardige huisvestiging. 'Een volledig beeld van de doelgroep is nodig om te komen tot het juiste beleid en het aanpakken van problemen’, vertelt Filbri.
Nadruk op voorkomen
‘Er is een shift in denken nodig. Dakloosheid is geen individueel zorgprobleem, maar een maatschappelijk probleem. Meer investeren in maatschappelijke opvang is niet de juiste richting, we moeten samen zorgen dat mensen vanuit de opvang zo snel mogelijk kunnen doorstromen. Vanuit het principe ‘Housing First’: zo snel mogelijk een thuis’, aldus Filbri. In het Nationaal Actieplan Dakloosheid Eerst een Thuis wordt meer nadruk gelegd op preventie. Het is belangrijk dat mensen snel de juiste ondersteuning krijgen, om verergering van problemen - met mogelijk dakloosheid tot gevolg - te voorkomen. Filbri: ‘Hoe langer mensen op straat blijven, hoe verder mensen af komen te staan van het normale leven. Cliëntondersteuning kan een laagdrempelige toegang tot ondersteuning zijn voor deze doelgroep en rechtsbescherming garanderen’.
Het Straat Consulaat
In de gemeente Den Haag is cliëntondersteuning voor deze doelgroep georganiseerd vanuit de onafhankelijke organisatie het Straat Consulaat. ‘Wij hebben een andere positie dan andere hulpverleningsinstellingen of opvanglocaties. Dak- en thuislozen kunnen wantrouwend zijn jegens deze organisaties. Wij garanderen dat we onafhankelijk zijn én werken op een manier waardoor we goed zichtbaar zijn voor de doelgroep’, vertelt Filbri. ‘Wij gaan naar opvanglocaties toe en de straat op en gaan in gesprek met dak- en thuisloze mensen over hun situatie, perspectief en mogelijkheden.’ Bij het Straat Consulaat werken cliëntondersteuners met ervaringskennis. ‘De manier waarop zij contact leggen is heel bijzonder, zij bieden hoop en perspectief doordat zij ervaringskennis hebben’, vertelt Filbri. ‘Er is meer herkenning bij de doelgroep en minder schaamte.’
Proactief aanbieden van cliëntondersteuning
Een cliëntondersteuner kan een inwoner wegwijs maken in de zoektocht naar passende ondersteuning. Om inwoners te bereiken die de hulp van een cliëntondersteuner het meest nodig hebben, helpt het wanneer cliëntondersteuners zich laagdrempelig en dicht bij de inwoners en professionals positioneren. Dit betekent dat cliëntondersteuners proactief contact leggen met inwoners die daar mogelijk baat bij hebben, en hun dienstverlening op een laagdrempelige en toegankelijke manier aanbieden. In dit artikel komen inspirerende voorbeelden aan bod over hoe cliëntondersteuners dit kunnen doen.’
Het daklozenrecht
Jolijn van Tongeren van Bureau Straatjurist signaleert als cliëntondersteuner de behoeften van dak- en thuisloze Amsterdammers en biedt juridische ondersteuning. Bureau Straatjurist is onderdeel van een samenwerkingsverband, genaamd de Straatalliantie. Sinds september 2022 zijn ze laagdrempelig aanwezig in de wijk, bij het Daklozenkantoor. ‘Dat is een plek waar dak- en thuisloze Amsterdammers kunnen werken aan hun problematiek en daar ondersteuning bij kunnen krijgen. Er zijn cliëntondersteuners, ervaringsdeskundigen en vrijwilligers aanwezig’, vertelt Van Tongeren. ‘Deze doelgroep heeft een specifieke aanpak nodig. Het recht is zo complex voor deze doelgroep, dat wij wel eens spreken van “het daklozenrecht”. De cliëntondersteuners van Bureau Straatjurist vervullen vier rollen, namelijk:
- Vertaler: het vertalen van complexe systemen
- Adviseur: een persoon adviseren en samen uitzoeken wat de juiste weg is
- Mediator: bemiddelen tussen partijen bij bijvoorbeeld dreigende dakloosheid
- Behartiger: het behartigen van belangen en ondersteunen bij bijvoorbeeld bezwaarprocedures.
‘De belangrijkste vaardigheden van cliëntondersteuners die zich inzetten voor deze doelgroep zijn geduld, creativiteit en vooral wat brutaliteit. Het belangrijkste is dat je naast iemand komt staan en vraagt: wat wil jij en waar heb je behoefte aan?’, aldus Van Tongeren.
Vroegtijdig bereiken
Dak- en thuisloosheid speelt zich niet alleen af in de grote steden, maar ook in kleine gemeenten. Naar schatting verblijven iets meer dan één op de drie dak- en thuisloze mensen in de vier grote steden2. Dat betekent dat bijna twee derde buiten de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht) verblijven. ‘Kleinere gemeenten krijgen zeker te maken met dak- en thuisloosheid’, vertelt Van Tongeren. ‘Denk maar aan mensen die hun huis kwijt dreigen te raken. Het is essentieel dat je cliëntondersteuning op de juiste manier aanbiedt. Op deze manier worden mensen vroegtijdig bereikt. Soms wordt cliëntondersteuning alleen vanuit de gemeenten aangeboden en staat het op de website. Dat kan de doelgroep afschrikken. Het is belangrijk dat het onafhankelijk van de gemeente wordt georganiseerd. Zorg voor bekendheid en voldoende inloopmogelijkheden in de buurt. Organiseer het naar de straat toe.’
Hoe verder?
Het webinar, georganiseerd vanuit het Koploperproject Cliëntondersteuning, werd bezocht door ruim 50 deelnemers (vanuit gemeenten en andere betrokkenen). Zij werden geïnspireerd om aan de slag te gaan met het thema, hieronder een kleine greep uit de reacties:
-
‘We gaan contact leggen met de Maatschappelijke Opvang om te zien hoe de samenwerking tot stand kan komen, zodat we cliëntondersteuning goed in beeld krijgen voor dak- en thuislozen.’
-
‘Ik vind het belangrijk om aandacht te hebben voor hoe cliëntondersteuning laagdrempelig en outreachend te organiseren is. Wat kunnen we doen om cliëntondersteuning naar de inwoners toe te brengen?’
-
‘Ik wil aan de slag met de beeldvorming dak- en thuisloosheid. Het is veel meer dan alleen maar geen dak boven je hoofd.’
Handreiking: Cliëntondersteuning voor dak- of thuisloze mensen
Deze handreiking gaat over de wijze waarop cliëntondersteuners mensen kunnen helpen die dak- of thuisloos zijn. Het gaat hierbij met name om de begeleiding in de toegang naar, en bij het vinden van, passende ondersteuning en waar nodig (specialistische) hulpverlening.
In deze handreiking zijn verhalen het uitgangspunt. Je leest de ervaringen en verhalen van mensen die dak- of thuisloos zijn geweest en/of te maken hebben met een psychische kwetsbaarheid. Daarnaast zijn verhalen opgetekend van cliëntondersteuners (ook wel CO genoemd) die hen helpen.