Contactpersoon statushouders: spin in het web in Alkmaar
Alkmaar heeft in het kader van het Koploperproject Cliëntondersteuning een nieuwe functie in het leven geroepen: de contactpersoon statushouders. Deze fungeert als een verbindende schakel en wegwijzer voor professionals, organisaties en inwoners in het landschap van zorg en ondersteuning aan statushouders. Movisie ging in gesprek met Tessa Visser (beleidsmedewerker Wmo) en Nursen Sahin (de contactpersoon statushouders) over de functie en het belang ervan.
Sahin heeft veel kennis opgebouwd over de behoeften van nieuwkomers en het beschikbare aanbod van voorzieningen. De nieuwe rol van contactpersoon statushouders is haar op het lijf geschreven. ‘Wat ik de organisaties meegeef voelt voor mij als vanzelfsprekend, maar professionals geven aan met veel nieuwe informatie en ideeën weer verder te kunnen.’ Als contactpersoon is Sahin voor diverse organisaties aanspreekpunt en sparringpartner. Zij neemt zelf de ondersteuning aan nieuwkomers niet over, maar wijst de weg, verbindt professionals en organisaties met elkaar en denkt mee over de aanpak.
Spin in het web
Voor statushouders, maar soms ook voor professionals, is het lastig wegwijs te worden in de mogelijkheden van zorg en ondersteuning. Dat was een belangrijke aanleiding om de nieuwe functie te ontwikkelen. Het paste bovendien goed bij de doelstellingen van het koploperproject in Alkmaar. Visser: ‘Eén van de speerpunten binnen het koploperproject is het bereiken van specifieke doelgroepen die tot nu toe nog niet goed bereikt werden, zoals mensen met schuldenproblematiek en statushouders. Uit een inventarisatie onder betrokkenen, waaronder collega’s van Participatie, kwam naar voren dat een contactpersoon voor statushouders gemist werd.’ In Alkmaar krijgen statushouders momenteel gedurende één jaar ondersteuning vanuit Vluchtelingenwerk. Daarna houdt dit op en komen zij vaak in contact met Halte Werk (sociale dienst van Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk) en meestal in een later stadium ook met maatschappelijke organisaties. Visser: ‘Er zijn veel organisaties die iets kunnen bieden voor nieuwkomers, maar inwoners en organisaties misten een aanspreekpunt en coördinatierol. Daarin zagen we een mooie rol weggelegd voor Nursen, een echte spin in het web.’
'Je moet als professional op zoek gaan naar een gemeenschappelijke factor, waardoor je elkaar kunt vinden in het gesprek'
Belangrijke lessen uit de praktijk
Als je te maken hebt met statushouders dan moet je je bewust zijn van een aantal aandachtsgebieden. Sahin: ‘Wij denken vanuit een Hollandse bril en vullen in wat mensen nodig zouden hebben. De mensen waar het om gaat hebben een heel andere kijk op zaken, waardoor je snel langs elkaar heen kan praten. Je moet als professional op zoek gaan naar een gemeenschappelijke factor, waardoor je elkaar kunt vinden in het gesprek. Bij nieuwkomers leeft vaak angst, bijvoorbeeld de angst dat kinderen worden weggehaald. Onderling wordt dit gevoel versterkt. Daarnaast weten veel mensen niet hoe Nederland werkt. We hebben hier veel instellingen en ieder doet wat binnen het eigen kader. Als een gezin net buiten een kader valt, lopen ze vast. Veel mensen zegt het bovendien niks, al deze verschillende organisaties. Daarnaast weten professionals ook vaak niet wie zich allemaal bezighouden met statushouders.’
Doelgroepgerichte sociale kaart
Sahin legt uit hoe ze van start is gegaan. ‘Ik heb alle netwerkpartners op de hoogte gesteld van mijn functie en waarvoor zij mij kunnen benaderen. Ik heb een infosheet laten maken met de doelen die we hebben gesteld en mijn contactgegevens.’ Visser geeft aan dat hierop veel positieve reacties vanuit de partners kwamen. ‘Ook hebben we een doelgroepgerichte sociale kaart gemaakt met organisaties die voor statushouders belangrijk zijn.’ Belangrijke samenwerkingspartners zijn voor Sahin de taalscholen. Deze organisaties zijn volgens haar nog erg gericht op het onderwijzen van taal, terwijl maatschappelijke participatie ook een belangrijk speerpunt is. Voor statushouders is het heel belangrijk om te weten hoe de hulp en ondersteuning in Nederland is geregeld en bij wie ze terecht kunnen. Docenten van de scholen weten wat de contactpersoon statushouders kan bieden en kunnen de sociale kaart aanreiken.
Extra begeleiding
Statushouders kunnen daarnaast tijdens inloopspreekuren terecht voor informatie en advies, maar ook voor praktische zaken zoals het invullen van formulieren. Tolken spelen hierbij een belangrijke rol, maar door de coronacrisis heeft hun opleiding vertraging opgelopen. Ook lichte preventieve begeleiding is belangrijk. Sahin vertelt over een casus: ‘Ik ken een Afghaans gezin waarbij veel wordt gedaan door het oudste kind, bijvoorbeeld tijdens gesprekken met instanties. Het kind wordt eigenlijk overvraagd. Het zou passend zijn als het gezin een lichte vorm van begeleiding via de Wmo zou ontvangen, waar het gezin op terug zou kunnen vallen.’ Sahin en Visser onderzoeken of ervaringsdeskundigen hierin een rol kunnen spelen. Het preventieve karakter maakt volgens hen dat de initiële investering uiteindelijk juist winst oplevert.
'Veel statushouders kunnen de samenleving niet bieden wat ze zouden kunnen bieden, omdat ze de route niet goed kennen. Ik noem hen verborgen schatten'
Samenwerking met partners
Een groot deel van het werk bestaat uit het aangaan en behouden van verbinding met de partners. ‘Met de klantmanagers van Halte Werk hebben we elke acht weken casuïstiekbespreking. We leren hier allemaal van en horen signalen van elkaar.’ Sahin vertelt daarnaast over haar gesprekken met Vluchtelingenwerk. Zij zou graag zien dat zij al eerder beginnen met het treffen van voorbereidingen op de periode na de éénjarige ondersteuning. ‘De vrijwilligers zouden meer ingezet kunnen worden op wegwijs maken en zouden statushouders bijvoorbeeld aan het handje mee kunnen nemen naar een wijkcentrum, formulierenpunt, etcetera. Maar, wat ik nu van de vrijwilligers vraag is misschien niet haalbaar. Een jaar is eigenlijk te kort.’
Winst
Visser geeft aan dat de functie van contactpersoon statushouders al veel heeft opgeleverd. ‘Er is meer zicht gekomen op de doelgroep, welke vragen er spelen en welk aanbod aansluit. Ik vind het heel mooi om te horen dat Nursen vaak wordt gebeld en mensen zeggen dat ze echt wat aan haar hebben. Natuurlijk zijn er nog genoeg stappen te zetten en daarom is het heel belangrijk dat we met elkaar kijken hoe we deze functie kunnen voortzetten en borgen.’ Sahin wil ervoor zorgen dat er de komende tijd een stap wordt gemaakt in het contact met de taalscholen, ouderkamers en eventueel andere organisaties waarbij zij kan aanschuiven. ‘Het vertalen van de sociale kaart naar Arabisch en Tigrinya zou heel mooi zijn. Ik hoop dat mijn functie doorlopend effect gaat hebben en het balletje gaat rollen.’
Tips voor koplopers
Wat zijn tips voor andere koplopers die hiermee aan de slag willen? Sahin: ‘Bespreek vanaf het begin samen de doelen, hoe deze kunnen worden bereikt en wat realistisch is qua planning en investering. Houd ook rekening met scenario’s waarin zaken anders kunnen lopen, zoals het geval was met de coronacrisis.’
Visser: ‘Inventariseer wat nodig is voor deze doelgroep. Ga ervan uit dat een andere (cultuur sensitieve) aanpak en benadering nodig is en erken dat er speciale behoeften zijn. Zoek contact in het veld en ga na hoe je bestaand aanbod kunt versterken.’ Sahin beaamt dit: ‘Maak gebruik van voorzieningen die er al zijn en probeer deze zodanig om te vormen dat ze ook laagdrempelig en bruikbaar worden voor nieuwkomers. In plaats van het opstarten van een aparte locatie waarmee je deze doelgroep juist ontneemt om met mensen te blenden die geen statushouder zijn.’