Cursus ‘Gewoon doen!’ voor deelnemers aan voedselbanken gemonitord

Stappen zetten naar meer zelfredzaamheid

De overheid rekent op actieve burgers, mensen die zelf hun leven vorm kunnen geven en in staat zijn problemen op te lossen. Voor het merendeel van de bevolking is dit geen probleem. Er zijn echter ook mensen die hier niet toe in staat zijn. Om deze groep meer perspectief te bieden is het project ‘Wat aandacht krijgt, dat groeit’ ontwikkeld. Het project is gericht op empowerment. In een serie van acht bijeenkomsten gaan de deelnemers aan de slag met vragen als: wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik, welke stappen wil ik gaan zetten en wie kan mij daarbij helpen?

Het project begon in 2014 als pilot bij acht deelnemende voedselbanken. Een jaar later startte de tweede fase, met een aangepaste cursus en in nauwe samenwerking met lokale welzijnsorganisaties die ook de cursus ‘Gewoon doen!’ gingen verzorgen.

Monitor

Deze tweede fase is nu gemonitord onder van vier van de acht deelnemende voedselbanken: Amersfoort, Delft, Doetinchem en Tiel. De voedselbanken in Hellendoorn, Hoogezand, Rivierenland, Steenwijkerland en Zwijndrecht deden wel mee aan het project, maar zijn niet gemonitord. Heeft de cursus ‘Gewoon doen!’ inderdaad bijgedragen aan de empowerment van deelnemers van voedselbanken? Aan de monitor deden 17 deelnemers mee, zij werden voorafgaand, direct na afloop en 2-3 maanden na afloop van de cursus gevraagd naar hun ervaringen.

Download de monitor

Zelfkennis en zelfvertrouwen

Uit de monitor komt naar voren dat zelfkennis en zelfvertrouwen belangrijke opbrengsten zijn van de cursus. Een deelnemer zegt: ‘Ik heb nu meer durf om vragen te stellen, want ik ben een slimme vrouw’. Een deelneemster die op jonge leeftijd werd uitgehuwelijkt en als 17-jarige een kind kreeg, zegt: ‘Ik ben een fotoalbum aan het maken van mijn verleden, dat ik eerder verborgen hield. Ik werd er boos van, maar nu kan ik het wel. Die mensen wisten toen ook niet beter. Ik kan het nu verwerken en er met een lach naar kijken’.

Inzicht in eigen competenties

De deelnemers geven aan dat ze veel geleerd hebben over hun gedrag, wat zij doen en waar zij goed in zijn. Een deelnemer zegt: ‘Ik ben gaan nadenken over mijn opstelling. Die is soms agressief’. Een andere deelnemer geeft aan: ‘De kwaliteiten komen naar boven'. Een vrouw beschrijft haar ochtendgevoel: 'Ik voel me goed bij het opstaan en geef mezelf een compliment. Misschien een beetje gek omdat ik dan tegen mezelf praat, maar ja, ik ben ook alleen thuis'.

Zelfredzaamheid en eigen regie

Het volgen van de cursus gaf de deelnemers structuur en houvast. Daar aanwezig zijn, mensen die op je wachten: het voelde goed voor de deelnemers. Ze gaven aan dat ze bij problemen nu zelf de weg weten te vinden of een vraag kunnen/durven stellen. De cursus zorgt volgens hen voor zelfstandigheid. Het heeft hen geholpen om na te gaan hoe je je eigen leven in de hand kunt nemen. ‘Ik richt me nu ook op mezelf, en niet alleen op mijn zoontje’. Een ander verwoordt het zo: ‘Ik zie mezelf nu als een lichtpuntje’. Door de cursus hebben ze meer structuur in het leven ervaren en geleerd om negatieve gedachten in positieve om te zetten.

Contacten en sociale steun

Veel deelnemers geven aan dat ze een familiegevoel ervaren bij de cursus. Ze kunnen hun verhaal kwijt bij elkaar. ‘Je leert stappen te zetten, ook sociaal. Ik heb nu in zes jaar mijn zus weer gezien'. Er blijkt een relatie tussen het aangaan van contacten en het stellen van grenzen. 'Ook heb ik aangegeven dat ik het niet prettig vind wanneer ze met mij communiceert via onze broer. Dat had ik eerder niet gedurfd’.

Activering

In de cursus wordt activering breed opgevat. In beweging komen, de deur uitgaan, contact zoeken met anderen, (vrijwilligers)werk zoeken. Het feit dat je kleine stappen moet zetten en die ook mag vieren, was de opbrengst. Activiteiten zijn: het opgeruimd houden van het huis, tuinieren, daten, deelname aan een eetclubje met mensen die weinig te besteden hebben, 1 x per week sporten, een taalcursus. Een deelnemer vertelt dat ze de drempel weer over kon gaan om actief te worden. Toch hebben drie deelnemers betaald werk of vrijwilligerswerk gevonden, volgens hen dankzij de cursus. Twee deelnemers hebben werk gevonden via het netwerk en niet dankzij de cursus. Eén deelnemer vertelt dat hij op gesprek gaat voor een functie als buschauffeur. Hij is eigenlijk kok, maar de cursus heeft hem geleerd om breder te kijken, vertelt hij.

'Deelnemers richten zich nu meer naar de maatschappij in plaats van zich ervan af te keren'

Els Hofman, projectleider Movisie: ‘Net als uit de eerste monitor blijkt ook nu dat mensen, die in relatieve armoede leven, vaak eerst een mentale omslag moeten maken voor zij hun gedrag aanpassen en concrete stappen kunnen zetten. Dat kost tijd. De deelnemers geven in het onderzoek aan dat zij baat hebben gehad bij de cursus. Zij voelen zich gesterkt, hebben meer zelfvertrouwen en meer zelfkennis. Ze geven aan bewuster invulling te geven aan hun leven, stellen duidelijker grenzen en hebben meer inzicht in hun eigen behoeften. Hun sociale contacten krijgen meer inhoud en diepgang. Deelnemers worden actiever in hun dagelijks leven en vinden (vrijwilligers)werk. Het gewenste effect vindt plaats: deelnemers richten zich meer naar de maatschappij in plaats van zich ervan af te keren. Bovendien is het sociale aspect, de deur uitkomen en contact met lotgenoten, er met elkaar over kunnen praten, voor hen een belangrijke meerwaarde'.

Tegelijk zijn er nog aandachtspunten, bijvoorbeeld over de vraag of dit resultaat ook op de langere duur wordt vastgehouden. Sommige resultaten (vrijwilligerswerk, huis op orde, deelname eetclub) lijken duurzaam, andere lijken nauw samen te hangen met de cursus zelf (lotgenotencontact, gevoel van eigenwaarde). Acht bijeenkomsten in een periode van twee tot drie maanden is voor sommige deelnemers te kort om tot soms ingrijpende en duurzame verandering te leiden. De deelnemers waarderen het onderlinge contact als zeer positief, maar het lukt hen niet op eigen kracht om dit vast te houden. Misschien zou de voedselbank of het lokale welzijnswerk hierbij een rol kunnen spelen met het organiseren van een lotgenotengroep of andere opvolgende ondersteuning en coaching. Dat is bij de verdere uitrol van deze aanpak een belangrijk onderdeel dat meer uitwerking verdient.

De basis voor uitbreiding

Els Hofman: ‘We nemen de opbrengsten en bevindingen mee en zullen de komende tijd de cursus gaan aanbieden aan andere gemeenten, voedselbanken en zorg- en welzijnsorganisaties. Daarbij blijkt een stabiele samenwerking tussen voedselbank en welzijnsorganisatie van groot belang. Vanuit Movisie bieden we ondersteuning in de vorm van advies, trainings- en wervingsmateriaal. Het zou mooi zijn als we hiermee een grotere groep mensen de stap naar zelfredzaamheid kunnen laten zetten’.

Download de monitor

Meer weten?

Heeft u interesse of wilt u informatie? Neem contact op met Els Hofman: e.hofman@movisie.nl