Dagbesteding op afstand: nieuwe vormen en grote zorgen tijdens coronacrisis

Twee meter sessies, telebakkie, thuis-tv, raamkoffie, wandelen met deelnemers, online knutselen, samen zingen; een greep uit de alternatieven die de laatste weken zijn ontstaan.

Afgelopen week plaatsten wij een oproep om ervaringen en knelpunten rondom dagbesteding met ons te delen. Velen hebben hierop gereageerd. We zien dat er met man en macht wordt gewerkt om alternatieven te vinden en vorm te geven. We zien en horen ook dat het niet gemakkelijk is, zowel voor de deelnemers als voor de medewerkers. ‘Hoe houden we dit vol, we werken allemaal vier keer zo hard’, verzuchtte een begeleider. Veel organisaties maken zich grote zorgen en vragen zich af of ze het financieel kunnen blijven redden. 

Dagbesteding wordt vanuit WMO, Jeugdwet en Wlz zowel intramuraal als extramuraal aangeboden aan zeer veel verschillende groepen: mensen met fysieke of verstandelijke beperkingen, verslavings- of psychiatrische problematiek, jongeren met autisme, thuiszitters, mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt of onderwijs, (ex-)dak- en thuislozen, ouderen en mensen met dementie (zie ook de facsheet hiernaast). Nu de coronamaatregelen minstens tot 28 april duren, is zoeken naar alternatieven en het delen van ervaringen noodzakelijk. We lichten dagelijks een sector uit om te laten zien hoe het daar gaat.

De enquête waarin je je ervaringen rondom dagbesteding in deze coronacrisis met ons kunt delen, staat nog steeds online. Je vindt de enquête hier.

Deels gesloten, deels anders georganiseerd

Niet alle dagbestedingslocaties zijn fysiek gesloten. Ongeveer een derde van de locaties is deels open en een klein deel is helemaal open. Er is overal een aangepast programma; met een aangepast aantal deelnemers en de ruimtes worden anders benut. Een aantal deelnemers ziet zelf af van dagbesteding, gezien de landelijke instructies om thuis te blijven. Dit zijn vooral fysiek kwetsbare mensen en ouderen. Intramurale dagbesteding in groepsvorm is op de meeste plekken vrijwel stilgelegd, soms wordt er in kleine groepjes doorgewerkt. We zien daar twee typen oplossingen ontstaan; vervanging door individuele (activerende) begeleiding, of activiteitenbegeleiders worden toegevoegd aan de woonvormen of leefgroepen. Zo krijgt dagbesteding vorm binnen de eigen leefomgeving.

Contact op afstand

Vrijwel alle aanbieders houden contact met deelnemers. Meestal via de mobiele telefoon, tablet of computer: bellen, mailen, appen, beeldbellen, chatten en sms-en. Sommige aanbieders hebben dagelijks contact met hun deelnemers en geven tips of instructies voor de dag. Anderen hebben het contact terugbracht tot waakvlamcontact van één keer per week. Een uitzondering hierop zijn de niet geïndiceerde vormen van dagbesteding en -opvang. Kenmerkend is hier de open inloop, er is dus meestal geen bestand met gegevens van mensen. Hier is het contact afhankelijk van de mate waarin men gegevens heeft. Dit zien we vooral bij dak- en thuislozen, verslaafden en mensen met ggz-problematiek, maar ook bij de laagdrempelige inloop buurthuizen en inloopcentra.

Digitaal contact soms onmogelijk

Voor digitaal contact moeten deelnemers wel in staat zijn om op deze manier contact te maken. Lang niet alle deelnemers beschikken over de technische middelen hiervoor. Of ze hebben zeer beperkte mogelijkheden qua beltegoed of wifi. Hier speelt de digitale kloof zeker een grote rol.
Een deel van de mensen mist ook de vaardigheden en voor een ander deel werkt het simpelweg niet om op zo’n manier contact te maken. Het is behoorlijk intensief en direct, dat vindt lang niet iedereen prettig. Ook aan de kant van aanbieders is het wennen; professionals zijn vaak praktische doeners, geen praters.

Andere vormen van contact

Aanbieders organiseren ook ander contact. Zij gaan op huisbezoek, in kleine groepjes wandelen of bieden hulp in geval van nood. Verder gaan ze langs bij cliënten waarbij digitaal contact niet mogelijk is. Een enkele aanbieder organiseert dat er boodschappen gedaan worden.  

Zorgen over deelnemers

Veel aanbieders maken zich ernstige zorgen over de consequenties voor deelnemers. Ze zien al behoorlijk wat terugval en benoemen specifieke kwetsbaarheden; het wegvallen van de vaste structuur is voor velen een enorme aderlating. ‘Mensen komen voor dagbesteding uit hun bed, dat valt nu weg.' Het is hun sociale context, hun zingeving maar ook hun werk. En dat werk kan meestal niet thuis gedaan worden. De druk op de thuissituatie verhoogt enorm. ‘Dit moet niet te lang duren, want dan denk ik dat er noodsituaties gaan ontstaan’, aldus een aanbieder.

Cruciaal beroep?

Sommige groepen worden extra hard geraakt. Mensen die eenzaam, angstig of depressief zijn, hebben het zwaar te verduren. Aanbieders vragen zich af waarom hun aanbod niet tot de essentiële zorg behoort. Nu de crisismaatregelen langer gaan duren, is het essentieel om te kijken hoe er continuïteit van goede zorg geboden kan worden.

Zorgen van aanbieders

De maatregelen hebben ook consequenties voor de aanbieders zelf. Zij hebben te maken met een gigantische werkdruk. De een-op-een begeleiding vraagt veel meer mankracht dan ondersteuning in een groep. Sommige werknemers zijn ziek of willen geen risico’s lopen. Er zijn veel vragen en zorgen over wat wel en wat niet kan en mag. De huidige maatregelen bieden daarin onvoldoende duidelijkheid.

Financiële zorgen

Bijna de helft van de organisaties, vooral de kleinere, maakt zich ook zorgen over zijn eigen voortbestaan. Veel aanbieders draaien op een mengeling van verschillende financieringsvormen: deels uit WMO, Wlz, en/of uit PGB’s. Daarnaast vallen er inkomsten weg uit diensten of producten die normaal verkocht worden. Ze vragen zich af of gemeenten en zorgkantoren blijven betalen en hoe het zit met de PGB cliënten.

Richtlijn 

Het Rijk doet, samen met VNG, een dringende oproep richting gemeenten om aanbieders in het sociaal domein te blijven betalen. Met deze afspraken kunnen aanbieders de continuïteit van zorg en ondersteuning garanderen en professionals inzetten waar ze het meest nodig zijn. Daarnaast is er een richtlijn ontwikkeld voor de dagbesteding en -opvang. 

Coronadosssier

Dit artikel is onderdeel van een dossier waarin wij kennis verzamelen over het coronavirus. Heb jij een vraag die Movisie kan beantwoorden? Tips of noemenswaardige initiatieven? Stuur dan een e-mail naar Hans Alderliesten, h.alderliesten@movisie.nl.

Naar het dossier