Dagbesteding in ontwikkeling: hoe de vernieuwing doorzet

Movisie schetst in deze nieuwe publicatie een beeld van de huidige ontwikkeling van dagbesteding in Nederland. Het rapport geeft inzicht in hoe de vernieuwing door het hele land doorzet.

Vernieuwing in dagbesteding

Veel gemeenten zijn op zoek naar manieren om het aanbod in dagbesteding voor kwetsbare groepen te vernieuwen. Begin 2016 heeft Movisie een inventarisatie gedaan bij 10 kleine en 25 middelgrote en grote gemeenten. Daarbij bleek dat er tot dan toe nog geen grote verschuivingen waren in de opzet van dagbesteding. De verwachting was echter wel dat dit nog zou gaan gebeuren, dat het aanbod zou worden vernieuwd. En dat daarbij de voorliggende voorzieningen zouden worden uitgebouwd zodat er een meer integraal aanbod en meer samenwerking tussen aanbieders zou ontstaan.

Worden verwachtingen waargemaakt? U leest het in Dagbesteding ontwikkeling.

Download de publicatie

Zijn de verwachtingen uitgekomen?

Interessant is om te kijken hoe het met de 45 vernieuwende projecten uit de publicatie van 2016 inmiddels gaat. Hebben ze het gered? Zijn de verwachtingen uitgekomen en zijn er nieuwe stappen gezet? Movisie doet in deze rapportage verslag van de beweging in dagbesteding. Daarbij worden de voorbeelden uit 2016 gevolgd, en aangevuld met 16 nieuwe praktijkvoorbeelden van projecten voor mensen met dementie en voor mensen met ggz-problematiek.

Driedeling in dagbesteding

Sinds de extramuralisering heeft dagbesteding steeds meer een plek gekregen in de maatschappij. Het is niet meer alleen bedoeld als activiteiten voor mensen in een intramurale setting om gevoelens van verveling en zinloosheid tegen te gaan. Onder invloed van de transities is het zorglandschap wezenlijk aan het veranderen en dat geldt ook voor de dagbesteding. Gemeenten en aanbieders zijn hard bezig om de kwaliteitsslag te maken waarmee dagbesteding doorgroeit naar andere vormen waarbij meedoen naar vermogen, meer eigen regie, integraal deel uitmaken van de samenleving en maatwerk leidraad zijn geworden. Er is in de loop der jaren een driedeling gekomen in vormen van dagbesteding:

  • Recreatieve, belevingsgerichte dagbesteding;
  • Ontwikkelingsgerichte dagbesteding, gericht op leren;
  • Arbeidsmatige dagbesteding.

Hoe gaat het met de 45 dagbestedingsprojecten uit 2015?

Opmerkelijk is dat de projecten op één na allemaal nog bestaan. Wat verder opvalt is dat er veel ondernemerschap aanwezig is bij de drijvende krachten achter de projecten, ze geloven in hun concept, zien kansen voor verdere ontwikkeling en weten samenwerkingspartners aan zich te verbinden.

Inspelen op veranderingen

Een belangrijk aspect is de financiële (on)zekerheid. Dit betekent dat initiatiefnemers continu moeten inspelen op veranderingen: in wet- en regelgeving, specifieke lokale beleidsveranderingen en concrete lokale context, zoals de komst van asielzoekers. Veel dagbestedingsprojecten breiden inmiddels hun aanbod of activiteiten uit of zetten hun initiatief uit op meerdere locaties. Ook is het aantal deelnemers bij veel projecten gegroeid. Ook het mixen van verschillende doelgroepen zet door. Bijvoorbeeld dagbesteding gericht op mensen met een ggz-problematiek gaat zich breder richten op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit lijkt een positief effect te hebben en leidt tot meer acceptatie en inclusiviteit.

Stappen zetten

Ook zijn er stappen gezet in de samenwerking met anderen partijen, waaronder doorverwijzers van de gemeente of wijkteams. Initiatiefnemers geven aan dat ze hun project al werkenderwijs ontwikkelen, vanuit een lerende houding. In 2015 stond het leren van ervaringen van cliënten nog in de kinderschoenen. Nu zeggen ze juist veel te leren van de ervaringen van deelnemers, naasten en vrijwilligers. Een deel haalt daarnaast ook ervaringen op via tevredenheidsonderzoeken. Belangrijk is volgens de initiatiefnemers dat er voldoende aandacht voor kwaliteit is: past het aanbod bij de behoeften van deelnemers? En is de begeleiding door professionals en vrijwilligers goed gewaarborgd? Een actieve inzet op deskundigheidsbevordering in de vorm van scholing is belangrijk.

Belangrijk is dat er voldoende aandacht voor kwaliteit is

Welke vraagstukken moeten gemeenten de komende tijd oppakken?

Er zijn de afgelopen jaren goede stappen gezet, maar er is volgens de onderzoekers in de publicatie ook nog veel werk te doen. De invulling en positionering van dagbesteding blijft de komende jaren in beweging. Gemeenten en aanbieders wijzen op een aantal vraagstukken die zij tegenkomen:

  • Bouwen aan een breed continuüm van begeleiding, (arbeidsmatige) dagbesteding en beschut werk.
  • Gemeenten kunnen wellicht, nog meer dan nu het geval is, een rol pakken bij vernieuwing in aanbod door met aanbieders van zorg in gesprek te gaan. Door met elkaar in gesprek te gaan en uit te gaan van het belang van de cliënt kunnen zowel gemeenten als aanbieders een nieuw samenspel creëren.
  • Inhoudelijke innovatie in (arbeidsmatige) dagbesteding gaat vaak gepaard met het combineren van financieringsbronnen. Het kost veel tijd en maakt de initiatieven kwetsbaar. Gemeenten kunnen onderzoeken of er andere financieringsbronnen te hanteren zijn door de regelruimte anders te benutten.

Financiering is een belemmerende én bevorderende factor

Net als in 2015 zien we dat er binnen één project vaak gebruik wordt gemaakt van verschillende financieringsbronnen. Financiering vanuit de Participatiewet of Wmo komt het meeste voor. Dit laatste kan in de vorm van een geïndiceerde voorziening of een subsidie voor een algemene voorziening. Veel projecten zijn afhankelijk van gemeentelijke financiering. Voor projecten die goed aansluiten bij het gemeentelijk beleid is dit een voordeel. Maar het bestaan van schotten in de financiering wordt vaak als belemmerend ervaren, zeker als het gaat om een brede mix van doelgroepen.

'Gewoon waar mogelijk, speciaal waar het moet', is de redenering

16 vernieuwende projecten voor mensen met dementie en een ggz-achtergrond

In het tweede deel van de publicatie komen 16 nieuwe voorbeeldprojecten aan bod die gericht zijn op mensen met dementie en een ggz-achtergrond. Dit geeft een levendige impressie van het werkveld. In het algemeen geldt dat veel gemeenten bekijken of er meer gebruik kan worden gemaakt van algemene voorzieningen. 'Gewoon waar mogelijk, speciaal waar het moet', is de redenering.
De (middel)grote gemeenten zitten bijna allemaal in een overgangsfase waarin ze in meer of mindere mate sturen op het veelvuldiger gebruik van algemene voorzieningen om dagbesteding in te vullen.
Bij kleinere gemeenten zijn het vooral maatwerkvoorzieningen en is het aanbod van algemene voorzieningen in ontwikkeling. De gedachte hierachter is dat dit op den duur vervoerskosten zal gaan besparen en dat het de dagbesteding toegankelijker en laagdrempeliger maakt. Toch roept het ook de vraag op of dit aanbod dan nog goed aansluit bij de behoeften van mensen met dementie of een ggz-achtergrond.
De onderzoekers signaleren bij beide doelgroepen ook een aantal aandachtspunten: vaak lang wachten op indicatie, soms lange wachtlijsten, niet altijd goede aansluiting bij de interesses van deelnemers of adequate begeleiding.

Samen een visie ontwikkelen

Uit dit onderzoek blijkt dat er met dagbesteding stappen in de goede richting zijn gezet, maar dat er voor de komende tijd ook nog veel werk te doen is. De invulling en positionering van dagbesteding blijft de komende jaren in beweging waarbij het van belang is dat gemeenten en maatschappelijke organisaties elkaar actief moeten blijven opzoeken om samen een visie te ontwikkelen op de gewenste vernieuwing in dagbesteding.