Datagedreven werken kan betaalbare kwaliteit dichterbij brengen

Betrouwbare gegevens kunnen beleidsbesluiten en professioneel handelen versterken. Het legt een extra fundament onder beleid en uitvoering. Datagedreven werken kan betaalbare kwaliteit dan ook dichterbij brengen. ‘Met de nadruk op kán. Want cijfers op zich zeggen niets. Je moet er wel over praten.’

Dat zegt Erik Jan de Wilde, opgeleid als psycholoog en tegenwoordig als expert verbonden aan het team monitoring en sturingsinformatie van het NJi. Hij weet als geen ander hoe waardevol datagedreven werken kan zijn, maar hij kent ook de kanttekeningen. 

Beïnvloeding 

Om bij het begin te beginnen: wat is datagedreven werken in het sociaal domein eigenlijk? Volgens De Wilde is het simpelweg dat beleidsmakers en professionals zich laten beïnvloeden door beschikbare data. 'Wat moet ik met deze cliënt, met dit kind? Of: hoe krijg ik een goed beeld van deze wijk, deze buurt of groep?  Het antwoord op deze vragen kun je mede laten baseren op de verzamelde data, dus op waargenomen en vastgelegde informatie.’ 

Kanttekening

Datagedreven werken heeft de belofte in zich van objectiviteit en transparantie. Maar daar plaatst De Wilde kanttekeningen bij. Want data zijn zelden honderd procent objectief. Er zijn veel zaken van invloed op de uitkomsten van dataverzameling, zoals de context waarin een vragenlijst wordt afgenomen, fysiek of online. Het maakt uit wat je vraagt en aan wie: mensen geven sociaal wenselijke antwoorden, ook al weten ze dat gegevens geanonimiseerd worden. 

Grappig voorbeeld

Ook de manier waarop je data presenteert beïnvloedt het resultaat. Laat je in een assenstelsel de beide assen bij nul beginnen, of sla je een stukje over? Verder moet de duiding van de data zorgvuldig gebeuren. De Wilde maakt met een grappig voorbeeld duidelijk hoe dit mis kan gaan. ‘Zo hebben landen waar veel bonbons worden gegeten ook duidelijk meer Nobelprijswinnaars! Toch lijkt me het eten van bonbons geen voorwaarde voor wetenschappelijke innovatie.’ 

Datagedreven kan de betrokkenheid vergroten

Best mogelijke gok

‘Dit zijn de data, dit is de waarheid, dat kun je dus niet altijd zeggen’, vat De Wilde samen. Maar data vormen volgens hem vaak wel ‘de best mogelijke gok’ om besluiten en handelen op de baseren. En dat helpt om de gemaakte keuzes uit te kunnen leggen. Maar belangrijker misschien nog wel dan het uitleggen, is dat datagedreven werken ook de betrokkenheid van verschillende partijen bij een vraagstuk kan vergroten. 

Eenheid van taal

De Wilde noemt nog een andere belangrijke waarde van datagedreven werken: het kan het gevoel van saamhorigheid vergroten, en eenheid van taal creëren. ‘Cijfers op zich zeggen niets, je moet er wel over praten.’ Dat praten gebeurt bij voorkeur al voorafgaand aan de dataverzameling. Wat willen we precies weten? Welke vragen gaan we daarvoor stellen? In welke setting gaan we die afnemen? 

Breed verzamelen

De Wilde onderzocht de IJslandse aanpak van middelengebruik onder jongeren en zag hoe datagedreven werken daar uitpakt. ‘Ze verzamelen in IJsland heel breed data. Niet alleen zorg gerelateerd, maar ook over wat jongeren in hun vrije tijd doen, hoe de relatie met de ouders en vrienden is en bijvoorbeeld over hoe ze hun wijk beoordelen.’ Uit die data bleek bijvoorbeeld dat kinderen waarvan de ouders niet weten waar ze op zaterdagavond zijn, vaker gebruiken dan de rest van de kinderen. 

Urgentie

Dat klinkt misschien niet heel verrassend, maar het helpt wel om het probleem meer integraal aan te pakken. Voorheen werd het middelengebruik vooral als een probleem van de scholen gezien. ‘Dit soort brede data vergroot het gevoel van urgentie om er samen iets aan te doen. Om het gesprek aan te gaan met ouders, om als gemeente zinvolle dagbesteding te organiseren en gericht vrijetijdsaanbod.’

Financier en eigenaar

Met de verschillende partijen die samen om de tafel zouden moeten, doelt De Wilde op zowel de aanbiedende als de opdrachtgevende partijen in het sociaal domein. Dat brengt hem bij een punt waarop het ingewikkeld kan worden, namelijk de rol van de gemeente in datagedreven werken. De gemeente is vaak opdrachtgever en tegelijkertijd eigenaar van de data. Hoe kan de gemeenten de transparantie dan waarborgen? Om te beginnen kan de gemeente de dataverzameling zo veel mogelijk door externe partijen laten uitvoeren, zegt De Wilde. 

Onafhankelijke status

Een partij met onafhankelijke status kan helpen om ‘gedoe’ te voorkomen. Op landelijk niveau hebben de grotere externe onderzoeksbureaus zoals SCP, Trimbos of universiteiten die status volgens De Wilde wel. Op lokaal niveau kan het wellicht GGD, de ombudsman of de Rekenkamer zijn. Hij betwijfelt of een interne gemeentelijk functionaris zoals een controller of een informatiespecialist zo maar die acceptatiegraad hebben. 

Betaalbare sociale kwaliteit

Kwaliteitsverbetering in het sociaal domein en betaalbaarheid gaan idealiter hand in hand, zeker gezien de financiële opgaven waar veel gemeenten voor staan. Datagedreven werken wordt geregeld gekoppeld aan de belofte van betaalbare sociale kwaliteit. De Wilde vindt het een interessante koppeling, maar om de belofte in te kunnen lossen, is eenheid van taal wat hem betreft een belangrijke vereiste. 

Sociale kwaliteit gaat over de draagkracht van het web

Aantal overvallen 

‘Om eenheid van taal te creëren, is vraag één: wat is dat precies, sociale kwaliteit?’ Daar moet je het als betrokken partijen eerst over eens worden. Het is belangrijk dat stakeholders dezelfde definitie hanteren. De sociale basis valt te zien als een web van actoren en hun verbindingen in het lokale, fysieke en sociale domein. Sociale kwaliteit gaat dan over de draagkracht van dat web. Je kunt dus kijken naar het aantal mensen waarmee iemand contact heeft, naar het verenigingsleven en de basisvoorzieningenervaren. Vervolgens bepaal je samen hoe je dat kunt meten, dus wat objectieve indicatoren zijn.  

Verschillende cycli en indicatoren 

Gemeenten verstrekken en verlengen opdrachten bij voorkeur alleen aan partijen die hun bijdrage aan de sociale kwaliteit aan kunnen tonen. Punt is alleen dat een individuele jongerenwerker heel goed werk kan doen in zijn wijk, terwijl het aantal overvallen alleen maar toeneemt. Toch kan datagedreven werken ook dan helpen, stelt De Wilde, en hij verwijst daarbij naar het Kwaliteitskompas. ‘Dat is een heel mooi concept om de verschillende cycli en indicatoren met elkaar in verband te brengen en te snappen.’

Beweging de goede kant op 

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen het maatschappelijke resultaat en een individuele bijdrage daaraan, legt hij uit. Als individuele organisatie kun je laten zien dat je zinvolle dagbesteding biedt aan steeds meer kwetsbare jongeren. Dat is een goede indicator van je bijdrage aan de beweging de goede kant op. Op de langere termijn draagt dat bij aan het terugdringen van de criminaliteitscijfers. 

De beste kostenbesparing 

De Wilde blikt tot slot terug op hoe hij in het begin van zijn loopbaan als gedragspsycholoog al datagedreven werkte. ‘Ik was altijd aan het meten, bij elk behandeltraject. Zo creëerde ik mijn eigen feedbackloop en ontdekte ik welke methode wanneer het beste werkte.’ Een verbetercyclus met data dus. En, om de link met de betaalbare kwaliteit te maken: ‘De beste kostenbesparing vindt plaats door werkzame methodes te subsidiëren.’ 

Is het investeren in sociale basis en de inwoner centraal stellen wel kostenbesparend?

Dit is het eerste van een serie artikelen over de link tussen datagedreven werken en betaalbare sociale kwaliteit, over de link tussen data en een kostenvraagstuk. Movisie publiceert de artikelen vanuit het project ‘Betaalbare sociale kwaliteit’ waarin we antwoorden bieden op de vraag: 'Is het investeren in sociale basis en de inwoner centraal stellen wel kostenbesparend?'. In de verkenning ‘Sterke beleidsinterventies, sterke sociale basis’ vind je een heldere uitleg van wat sociale kwaliteit is en hoe je die kunt meten.

Tekst: Tea Keijl