Debat over effectieve interventies en professionele standaarden

‘Bezielende interventies’ als inspirerende handreiking

Het boek ‘Bezielende Interventies’ is een journalistiek onderzoek naar vijf effectieve sociale interventies. Op 30 mei vond in The Colour Kitchen in Utrecht-Zuilen de presentatie plaats. Centrale vraag bij het debat: wat is het belang van goed beschreven interventies? Hoe verhouden die interventies zich tot overkoepelende professionele standaarden?

‘Bezielende interventies’ beschrijft bekende interventies als ‘Welzijn op recept’, ‘Thuis op Straat’, Krachtwerk, Ontmoetingscentra voor dementerenden en de Gay Straight Alliances. Marcel van Engelen (journalist voor onder meer Vrij Nederland), Peter Rensen (onderzoeker Movisie) en Marcel Ham (hoofdredacteur Sociale vraagstukken) onderzochten op journalistieke wijze vijf zogeheten ‘evidence based’ praktijken. Voor elke interventie gingen ze op twee plekken kijken en ondervroegen de betrokkenen.

Bekijk publicatie

Onderzoeker en coauteur Peter Rensen omschrijft de interventies als lichte structuren voor empowerment, die burgers en professionals in staat stellen om samen iets goeds te doen. ‘De methoden zijn wegen om tot empowerment te komen. Het gaat om effectieve sociale interventies, die ook op zijn genomen in de gelijknamige databank. Deze vijf interventies zijn onderbouwd, en getoetst door zware commissies. Professionals weten wat ze doen. De effectiviteit is gewaarborgd in die aanpakken.’

‘Onder de indruk van de professionals’

Een belangrijk doel was om te kijken hoe professionals ermee uit de voeten kunnen. Rensen raakte daarvan onder de indruk. Hij verwijst naar Joke Bos van het Ontmoetingscentrum voor dementerenden in Amsterdam-De Pijp. ‘Ze stond met ons te praten en hield met een schuin oog deelnemers en vrijwilligers in de gaten. Ze vertelde hoe ze werkte met de vrijwilligers, greep terloops even in en sprak weer verder met ons.’ Ook Marcel van Engelen wijst steeds op de kwetsbaarheden in de interventies. ‘Bij Welzijn op Recept is het bijvoorbeeld van belang dat de huisarts zich bewust is van het nut van zo’n welzijnsactiviteit. Huisartsen staan zo onder tijdsdruk dat ze het vaak geen rustig gesprek kunnen voeren en vaak ook niet denken aan Welzijn op Recept.’

Bij de Gay Straight Alliances zijn jongeren actief, die samen een veilige omgeving op school willen creëren rondom het thema homoseksualiteit. Van Engelen constateert dat de interventie niet overal wordt ingezet. ‘Op de scholen waar de methode het hardst nodig is zoals in Amsterdam-Nieuw West, met veel Turkse en Marokkaanse kinderen, is deze vaak niet aanwezig. In een liberaal klimaat kun je een GSA ook makkelijk opzetten.’

Peter Rensen zag bij Thuis of Straat een mooie mix van sociaal-culturele activiteiten met opbouwwerk en jongerenwerk. ‘Ook de ouders kwamen in zicht. Het plein werd langzaam terugveroverd, waardoor kinderen weer veilig konden spelen. Er was niet meer een groep dominant, maar de sfeer werd diverser en daardoor veiliger.’ Ook hier signaleert Marcel van Engelen weer de haken en ogen in de praktijk: TOS moet ook steeds meer andere activiteiten ontplooien, omdat ze financieel onder druk staan.

Een docent van de Hogeschool Ede constateert dat er bij TOS meer komt kijken dan alleen methodieken leren. ‘Het gaat over gedrag, vaardigheden en ook houding. Maar zijn deze interventies ook een opdracht aan het HBO? Oftewel: doen wij het goed als we onze studenten vooral interventies leren of moeten we ook meer doen?’ Volgens Rensen gaat het om meer, maar was het doel van de publicatie om nu eens de focus te zetten op effectieve interventies. Hij legt uit dat de keuze voortkomt uit een erkenningstraject, waaraan zeven kennisinstituten aan deelnemen.

‘De lectuur is een enthousiasmerende ervaring’

Na de pauze volgt een debat met Lies Schilder, directeur van de Beroepsvereniging voor Professionals in het Sociaal Werk (BPSW), Marc Räkers, activist van Eropaf! en onderzoeker-docent Marcel Spierts. Ze borduren voort op dezelfde vraag: wat is de urgentie van effectieve interventies naast die van beroepsstandaarden? Dit zijn ethische en professionele kaders die sociaal werkers helpen bij de keuze voor bepaalde interventies. Lies Schilder noemt de lectuur van het slothoofdstuk ‘een enthousiasmerende ervaring’. ‘De interventies zijn met heel veel plezier beschreven. Vanuit mijn eigen onderzoek naar leren op de werkvloer valt me op dat mensen met de interventies werken vanuit de overtuiging dat het werkt. Aan de ene kant is er de wetenschappelijke invalshoek en aan de andere kant de professional die de interventie vormgeeft.’

Schilder vertelt dat ze in het boek wel het leren op de werkvloer mist. Ze pleit voor de confrontatie van inzichten uit de wetenschap en de ervaringen vanaf de werkvloer. ‘Het is nodig om beide te doen: ervaringen over interventies uitwisselen en daar vervolgens standaarden op baseren. Een onafhankelijke professional moet zelf kunnen onderbouwen welke interventies hij kiest, en dat vraagt om metareflectie en onderbouwing aan de hand van standaarden.’ 

Marc Räkers reageert op de Thuis op Straat-methode, waarbij hij zich afvraagt of het nu om een methode gaat of vooral om ‘present zijn’, volgens de presentietheorie van Andries Baart. Marcel Spierts noemt het een nadeel dat Andries Baart ‘presentie’ afzet tegen ‘interventie’. ‘Interventie betekent letterlijk tussenbeide komen en dat doen sociaal werkers eigenlijk de hele dag. De vraag is hoe doe je de goede dingen doet op het juiste moment. In mijn ogen zijn de interventies hulpmiddelen, waarbij het uiteindelijk gaat om wat je er mee doet. Het zijn lichte structuren voor empowerment.’

‘Ambachtelijkheid van de sociaal werker moet je altijd kunnen toetsen’

Marc Räkers schetst hoe hij zich begin jaren negentig actief begon te bemoeien met daklozen op straat. Hij vraagt zich af wat je daarvoor standaarden nodig hebt. Volgens Schilder is bemoeizorg bij uitstek een onderwerp dat om standaarden vraagt. ‘Je kunt je te veel bemoeien of te weinig, bij een groep mensen die er helemaal niet op zitten te wachten.’ Ook Marcel Spierts meent dat de ambachtelijkheid van de sociaal werker altijd getoetst moet kunnen worden. ‘Als je het niet kunt toetsen bij anderen ontstaat er willekeur. Dan heb je toch een referentiepunt nodig.’

Er is in het sociaal werk meer te koop dan de 130 evidence based interventies die in de databank zijn vastgelegd

Danielle Rap signaleert een verschil tussen en professionele benadering van empowerment door Lies Schilder tegenover de meer activistische visie van Marc Räkers. Schilder herinnert zich dat ze zelf als maatschappelijk werker ooit bij een cliënte te veel nadruk had gelegd op empowerment. De cliënte met schizofrenie onttrok zich vervolgens aan psychiatrische behandeling. Marc Räkers corrigeert het beeld door te zeggen dat hij ook de achtergronden van cliënten moet kennen om goed te kunnen interveniëren. 

Marcel Spierts ziet het gevaar dat die interventies heel makkelijk door andere sectoren kunnen worden overgenomen, zoals de politie, woningbouw en onderwijs. ‘Er is in het sociaal werk meer te koop dan de 130 evidence based interventies die in de databank zijn vastgelegd. Het zijn goede handreikingen, maar sociaal werkers moeten meer hun nek uitsteken om steun te verwerven voor het werk dat ze doen. Want er komen nieuwe bezuinigingen aan die schade gaan aanrichten.’ Volgens een aanwezige sociaal werker moet beide gebeuren: zowel de methoden beschrijven als ze onderbouwen vanuit literatuuronderzoek en professionele standaarden. 'Het is niet ‘of-of’ maar ‘en-en'.

Dit artikel is geschreven door Martin Zuithof.