Dicht de kloof: pleidooi voor herstel en perspectief
Vijftien burgemeesters en maatschappelijke organisaties als Aedes en Sociaal Werk Nederland hebben zich achter het manifest Dicht de kloof geschaard. Het manifest richt zich tot een nieuw kabinet met een pleidooi voor een Nationaal Herstel- en Perspectiefprogramma ‘Leefbaarheid en Veiligheid’ gericht op zestien stedelijke gebieden die te maken hebben met hardnekkige sociale problemen en achterstelling. 1 miljoen inwoners wonen daar die een zinvol perspectief in hun leven ontberen. Ook Movisie heeft het manifest ondertekend.
Stedenbeleid
De oproep om te investeren in meest kwetsbare stedelijke gebieden past in een traditie van (grote)stedenbeleid. Het begin ervan ligt ruim een kwart eeuw terug toen er bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) een staatssecretaris (1995) en later een minister voor grotestedenbeleid kwam. Van dat stedenbeleid heeft het Rijk in 2010 afstand genomen. De ondertekenaars sluiten met het manifest weer aan bij deze traditie, met één belangrijk verschil. Het manifest wijst op het belang van lange adem en ziet het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ) als richtinggevend voorbeeld. Dit programma zet in op duurzame verandering en heeft een reikwijdte van twintig jaar. Het gemis aan continuïteit is dé achilleshiel in het stedenbeleid. Het bepleite herstelplan vloeit ook voort uit de discontinuïteit van dit beleid. De zestien stedelijke gebieden betalen de prijs van het afbouwen van het stedenbeleid tien jaar geleden.
Perspectief bieden
Movisie heeft het manifest ondertekend omdat de manifest-boodschap het hart van haar missie raakt: perspectief bieden aan mensen in een kwetsbare positie. We hebben van doen met zestien gebieden waar zich getalsmatig de meeste achterstanden manifesteren. Zo behoren de burgemeesters van onze grote steden tot de ondertekenaars, maar ook die van Groningen, Leeuwarden en Heerlen. Al weet Movisie dat in de perifere landelijke regio’s van Noordoost-Friesland en Noordoost-Groningen eveneens grote achterstanden te noteren zijn. Zo ook in de Westelijke en Oostelijke mijnstreek van Limburg. Niet alleen in Heerlen wonen inwoners die tussen wal en schip zijn geraakt, maar ook in Kerkrade, Brunssum en Hoensbroek. Onder de vijftien burgemeesters, treffen we ook die van new towns Nieuwegein en Lelystad aan, maar we weten dat ook in de woonerfwijken van andere new towns inwoners op achterstand staan, al behoren de burgemeesters van Purmerend, Zoetermeer en Almere niet tot de ondertekenaars.
Gelijkheid
Movisie deelt de diagnose van de ondertekenaars van het manifest. In onze projecten zien we de opgelopen gezondheidsverschillen, een arbeidsmarkt die grote groepen uitsluit en niet de kansen geeft naar eigen vermogen eraan deel te nemen, en een onderwijssysteem waarin klasse en afkomst weer bepalender worden. We zien dat de zorg met veel vragen is omringd, bijvoorbeeld de jeugdzorg en mantelzorg. Woorden als ‘gescheiden werelden’ en ‘bubbels’ komen we steeds vaker tegen. Kwetsbare burgers maken niet langer deel uit van gemeenschappen die hen stabiliteit en bestaanszekerheid kunnen geven. Groepen die op achterstand staan laten zich ook ruimtelijk aanwijzen. Het gevolg: ongelijkheid in toegang tot voorzieningen, wonen, onderwijs en werk. Daarom onderschrijft Movisie de noodzaak van een dergelijk herstelplan én het belang van langjarige inzet. Het herstel van deze gebieden zal tijd vragen, zo ook het dichten van de kloof met de groepen die achterop zijn geraakt. Maar naast lange adem hebben we daar niet alleen de inzet van de overheid nodig, maar ook die van maatschappelijke organisaties én inwoners zelf. Een inzet die aansluit bij instanties, sociale netwerken en processen van onderop. Dat is ook een les die we meenemen uit de geschiedenis van het stedenbeleid.
Volgens de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving leeft ruim een kwart van de bevolking in Nederland in bestaansonzekerheid. Dat zijn er nog veel meer dan de 1 miljoen kwetsbare burgers in de stedelijke gebieden van het herstelplan. Dan gaat het over personen die niet zeker zijn van werk, inkomen of een dak boven hun hoofd. Ze worden als in een centrifuge naar de marge van de samenleving geslingerd, schrijft de Raad. Het eigen netwerk is te klein om klappen op te vangen. Voor die burgers is ook Movisie er. Het werken aan bestaanszekerheid van kwetsbare burgers is een centraal thema in het programma van Movisie. Waar ze ook mogen wonen. In een grote stad, middelgrote stad, kleine stad of dorp.