Digitale tools effectief benutten

Vijf lessen voor inclusieve burgerparticipatie

Grijze kapsels, overwegend mannelijk, vijftigplus, wit en thuis in de vergadersetting. Dat is het gangbare beeld als het gaat om inspraak en participatie van burgers. Nu steeds meer gemeenten gebruik maken van digitale, online vormen van burgerparticipatie kan dat veranderen. Maar simpelweg digitale tools inzetten is niet voldoende, concludeert Aan-Age Dijkstra op basis van onderzoek dat hij deed voor Movisie. Vijf lessen om met digitale instrumenten te komen tot inclusieve burgerparticipatie.

Lees meer over het onderzoek 'Divers met digitaal?'

Een overheid die het monopolie heeft op beleid maken: al sinds de jaren zeventig is dat niet houdbaar. In vele vormen en varianten organiseren gemeenten burgerparticipatie om burgers te betrekken bij beleid. De burger is niet meer alleen ontvanger van een publieke diensten, maar speelt een actieve rol en levert een directe bijdrage aan de vorming van beleid.
Een veel voorkomend probleem is echter dat de groep burgers die meedoet aan participatie- en inspraaktrajecten weinig divers is. Autochtonen, vijftigplussers, hoogopgeleiden, hogere-inkomensgroepen en mannen zijn oververtegenwoordigd. Bij inspraakavonden, burgerpanels of werkgroepen komen vaak de usual suspects opdagen: de participatie-elite of de ‘grijze plaag’, zoals een respondent ze ironisch noemde in Divers met digitaal?
Omdat de groep die participeert en gebruik maakt van inspraakmogelijkheden zo eenzijdig is, schiet de gemeente haar doel voorbij. Zij heeft immers voor ogen dat haar beleid beter gaat aansluiten bij de wensen en behoeften van een brede, diverse groep inwoners, en democratisch gelegitimeerd wordt.

Digitale tools als remedie?

Het inzetten van digitale tools voor burgerparticipatie lijkt een manier om dit probleem te tackelen. Daan de Bruijn en Mellouki Cadat-Lampe van Movisie publiceerden in 2018 de Keuzewijzer E-tools,  waarin ze een breed palet aan mogelijkheden voor online participatie beschrijven. ‘De inzet van e-tools heeft duidelijke voordelen. Als gemeente kun je hiermee snel grote groepen inwoners betrekken bij zaken die hen aangaan. Je bereikt er vaak ook andere groepen mee dan met meer traditionele communicatiemiddelen’, schrijven zij in hun inleiding.
Maar zorgt digitale burgerparticipatie ook werkelijk voor een diversere deelnemersgroep? De gedachte is logisch. Digitale mogelijkheden verlagen drempel om te participeren, want burgerparticipatie wordt tijds- en locatieafhankelijk. Je kunt participanten persoonlijk benaderen en de communicatie wordt sneller en eenvoudiger. Anderzijds kunnen digitaal minder vaardige mensen worden uitgesloten en privacy-kwesties voor terughoudendheid zorgen.
In mijn onderzoek heb ik aan de hand van zes trajecten in Rotterdam, Dronten, Uithoorn, Den Haag, Amsterdam-West en Nijmegen onderzocht wat de potentie van digitale burgerparticipatie is om een diverse deelnemersgroep te bereiken. Ik keek naar de mate waarin gemeenten aandacht besteden aan het bereiken van een diverse deelnemersgroep en factoren getoetst die de diversiteit stimuleren. De resultaten van mijn onderzoek bieden vijf lessen voor gemeenten die digitale tools willen inzetten om de burgerparticipatie een meer divers gezicht te geven.

LES 1: MAAK EEN PLAN

In de onderzochte digitale burgerparticipatietrajecten vormt het realiseren van een diverse deelnemersgroep vaak een motief om digitale tools voor burgerparticipatie in te zetten, maar zijn de gerichte acties om dit te bereiken vaak gering. Men lijkt te denken dat het digitaal organiseren van burgerparticipatie automatisch een diverse groep participanten aantrekt. Dat is niet het geval. Denk daarom na over welke groepen je wilt bereiken en hoe je dit wilt aanpakken. Stem hier de benaderingswijze op af. Kijk bijvoorbeeld, zoals bij Mijn Wijkplan in Nijmegen of de digitale wijkchats in Den Haag, naar de samenstelling van de wijk. Of wil je bijvoorbeeld dat meer jongeren participeren? Stuur dan geen brief met de post maar benader ze via Instagram.

LES 2: MAAK MAATWERK VAN BURGERPARTICIPATIE MET DIGITALE TOOLS

Bij de onderzochte digitale burgerparticipatietrajecten worden alle burgers op dezelfde manier benaderd en kunnen ze allemaal maar op één manier digitaal participeren: iedereen belandt in hetzelfde proces. Dit is zonde, want de ene burger is de andere niet. Sommige burgers willen er veel tijd en moeite in steken om mee te denken met beleid, anderen willen slechts een stem uitbrengen over een aantal opties. Bovendien is ook de mate waarin mensen thuis zijn in een digitale of in een talige omgeving verschillend.
Zorg daarom dat je digitale burgerparticipatie-traject aansluit bij verschillende soorten mensen. Dit kan door uit de analytics van je website af te leiden welke manier van participeren welke doelgroep aanspreekt, door het platform in meerdere talen beschikbaar te maken en door verschillende manieren van participeren in te bouwen. Dit laatste kan bijvoorbeeld zoals bij de Stem van West in Amsterdam en Mijn Wijkplan in Nijmegen: participanten kunnen zelf uitgebreide ideeën plaatsen, maar hebben ook de optie alleen een stem uit te brengen.

LES 3: COMBINEER ONLINE EN OFFLINE

‘In een yuppen-wijk vinden mensen digitaal heel prettig, maar in een grijzere wijk hebben mensen juist behoefte aan fysiek, aan een kopje koffie met gebak’, merkt een respondent in mijn onderzoek terecht op. Om met een digitaal platform uit de voeten te kunnen, moeten burgers met een computer of smartphone kunnen omgaan, hun mening tekstueel kunnen verwoorden en in sommige gevallen medeburgers kunnen overtuigen van hun idee. Niet iedereen beheerst deze vaardigheden even goed.
Zorg daarom dat burgers de optie hebben om zowel online als offline te participeren. Dit kan door ze ondersteuning aan te bieden bij digitale participatie, bijvoorbeeld bij een wijkinformatiepunt of het stadskantoor, of door de onderwerpen van de digitale participatie ook bij offline participatie te behandelen, zoals op een bewonersavond.

LES 4: MOBILISEER DE NETWERKEN VAN BURGERS

Burgers zijn eerder geneigd mee te doen aan burgerparticipatie als zij hiervoor gevraagd worden. Bij de onderzochte digitale burgerparticipatietrajecten doen gemeenten dit via een brief, flyer of door de wijk in te gaan en burgers aan te spreken. De eerste twee zijn niet erg persoonlijk, de laatste is erg tijdintensief.
Het kan ook anders: mobiliseer de netwerken van burgers. Doe dit door een systeem te creëren waardoor burgers elkaar vragen om te participeren met de tool. Bij de Stem van West moeten initiatiefnemers bijvoorbeeld steun verzamelen van buurtbewoners, zodat hun plan voldoende likes krijgt om op de agenda van de stadsdeelcommissie te komen. Op die manier mobiliseren de initiatiefnemers hun eigen sociale netwerk om te participeren.

LES 5: LAAT BURGERS MEEBESLISSEN OVER CONCRETE ONDERWERPEN

Wanneer de digitale burgerparticipatietrajecten burgers laten meebeslissen over concrete onderwerpen, ervaren burgers meer invloed en is het eenvoudiger om terug te koppelen wat er met de inbreng is gedaan.
Organiseer digitale burgerparticipatie daarom rond concrete onderwerpen en geef burgers daadwerkelijk een stem. Bij de Stem van West en Mijn Wijkplan kunnen inwoners een idee indienen waarvan ze vinden dat het de gemeente of stadsdeel het moet bespreken. Burgers kunnen daarover stemmen en de meest populaire worden daadwerkelijk met de gemeente besproken. Mocht je zelf de regie over de onderwerpen willen behouden, zorg er dan in ieder geval voor dat participatie geclusterd is rondom concrete thema’s of onderwerpen, zoals bij Uithoorn Denkt Mee gebeurt.