Discriminatie vanwege beperking: ‘Treurig dat er zo weinig positieve verhalen zijn’

Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak te maken met discriminatie, vooroordelen, stereotypering en stigmatisering. Hiervoor geldt de verzamelterm validisme en Movisie deed een internationale literatuurstudie om te achterhalen wat ertegen werkt. ‘Als de werkcultuur niet ontvankelijk is voor iemand met een label, dan gaat het heel snel mis.’

Lees het volledige artikel, dat eerder bij Zorg+Welzijn verscheen, hier

Dat zegt Helen Fitzpatrick, onderzoeker en hoofdauteur van het rapport. Ze doet veel onderzoek op het onderwerp inclusieve arbeidsmarkt en zegt daarover: ‘Er bestaat een ingewikkelde paradox. Pas als iemand een label heeft, dan komt er passende ondersteuning via gemeente of UWV beschikbaar. Alleen: zodra iemand een label heeft, krijgen ze ook gelijk te maken met validisme.’

Niet vol te houden

En wat het nog complexer maakt: ‘Als iemand met een licht verstandelijke beperking daar niet open over is, en dus ook geen passende ondersteuning krijgt, dan is de kans groot dat hij na verloop van tijd uitvalt. Want het reguliere werkschema van negen tot vijf in een hoog tempo is dan nauwelijks vol te houden.’

Uitgescholden

Het validisme tegen mensen met een verstandelijke beperking gebeurt op verschillende manieren, weet Fitzpatrick. ‘Soms wordt keihard gesteld dat iemand met een verstandelijke beperking iets niet kan, zonder dat diegene de kans krijgt om het te proberen. Mensen moeten daardoor noodgedwongen andere dingen doen dan ze willen en misschien best ook zouden kunnen. Het komt ook geregeld voor dat mensen echt worden uitgescholden.’

Elke dag

Validisme begint al op jonge leeftijd. Leerlingen met een label moeten soms naar het speciaal onderwijs zonder dat zij of hun ouders dat willen. ‘En als ze wel op het regulier onderwijs zitten, dan wil de helft van de andere kinderen niet met hen spelen of samenwerken. Dat hebben we vroeger als kind allemaal wel eens meegemaakt. Maar bij hen is het dus elke dag aan de hand.’

Nog niet gangbaar

In de dagelijkse praktijk van bijvoorbeeld de arbeidsmarkt zijn positieve ontmoetingen nog alles behalve gangbaar. Terwijl het volgens Fitzpatrick erg eenvoudig kan zijn. ‘Een werknemer met een verstandelijke beperking vertelde over waarom hij met zo veel plezier bij zijn werkgever werkt: omdat die echt luisterde, om erachter te komen wat er nodig was. Deze persoon wilde vooral de kans krijgen om dingen uit te proberen. En dat werkte. Maar wat ik hier echt verrassend aan vind is dat zo’n positief verhaal uitzonderlijk is. Dat is eigenlijk treurig.’

Meer onderzoek nodig

Er is überhaupt minder onderzoeksaandacht voor validisme bij mensen met een verstandelijke beperking dan voor validisme bij mensen met psychische kwetsbaarheden of lichamelijke beperkingen. ‘Voor deze twee andere groepen valt uit de literatuur ook op te maken wat níet werkt, zoals simulaties met bijvoorbeeld rolstoelraces, in het geval van lichamelijke beperkingen.’

Goed vertrekpunt

‘Minder validisme begint bij jezelf,' betoogt Fitzpatrick. 'Wees je om te beginnen bewust van de vele soorten verstandelijke beperkingen die er zijn, zorg dat je weet wat ze inhouden. Een goed vertrekpunt is het volgen van de LFB, de landelijke belangenorganisatie dóór en vóór mensen met een verstandelijke beperking.’

Binnen het Platform Werk Inclusief Beperking richten we ons primair op het verbeteren van de relatie tussen mensen met een beperking en de plekken waar zij participeren. Op deze manier werken we aan inclusieve werkplekken, waar bewust of onbewust stigma geen plek heeft.

Binnen het Platform Werk Inclusief Beperking richten we ons primair op het verbeteren van de relatie tussen mensen met een beperking en de plekken waar zij participeren. Op deze manier werken we aan inclusieve werkplekken, waar bewust of onbewust stigma geen plek heeft.