Discriminatie: we hebben een duidelijke norm nodig

Wat hadden het racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, in de toeslagenaffaire en in een WhatsApp-groep bij de Rotterdamse politie in 2022 met elkaar gemeen? De plegers kwamen ermee weg. Discriminatie is wettelijk verboden. Maar werd iemand vervolgd, raakte iemand zijn of haar baan kwijt, is iemand teruggezet in functie? Keer op keer gaven we de boodschap af: vanuit een overheidsfunctie kun je met racisme altijd wegkomen. Laten we dat in 2023 anders gaan doen, roept Hanneke Felten, expert discriminatie bij Movisie en KIS, op.

In 2021 deed het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) onderzoek naar institutioneel racisme in Nederland. Institutioneel racisme betekent dat de processen, het beleid en de geschreven en ongeschreven regels van instituten leiden tot structurele ongelijkheid tussen mensen met verschillende achtergrond, huidskleur of religie. Het kan aan de ene kant gaan om regels of processen die expliciet onderscheid maken en de bedoeling hebben om ongelijkheid te creëren. Maar anderzijds gaat het ook om regels of processen - geschreven of ongeschreven - die niet expliciet onderscheid maken tussen groepen, maar in de praktijk er wel voor zorgen dat de ene groep benadeeld wordt en de andere groep juist bevoordeeld. 

Bij het eerste type regels en processen is de discriminatie vrij openlijk is en zeker niet onbedoeld of onbewust. Bij de Belastingdienst was het onderscheid op basis van afkomst deel van het beleid. De politieagenten die discrimineerden op WhatsApp deden dat onomwonden. En het ministerie van Buitenlandse Zaken wijst mensen expliciet af voor een baan vanwege hun afkomst. 

Bij het tweede type gaat het om discriminatie die misschien niet zo bedoeld is, maar wel daartoe leidt. Denk aan een organisatie die bij werving- en selectie altijd kandidaten aanneemt op basis van een ‘klik’. Omdat mensen sneller ‘klikken’ met mensen op wie zij lijken, en in veel organisaties witte mensen oververtegenwoordigd zijn in managementfuncties, nemen managers standaard vaker witte mensen aan. Wat zijn de consequenties? Moet je een manager bij een bedrijf ontslaan die jarenlang procedures in stand hield waardoor mensen van kleur nauwelijks kans maakten op een baan bij de organisatie? Dit is een complexe discussie want in hoeverre heeft die manager zicht gehad op hoe dit werkt? 

Het wekt daarom des te meer verbazing dat juist bij het eerste type regels en processen, waarbij dus openlijk en bewust gediscrimineerd werd, geen enkele pleger van overheidsinstellingen op de blaren hoefde te zitten. Stuur je als ambtenaar of agent via WhatsApp discriminerende berichten aan collega’s of stuur je een memo rond met discriminerend voorstellen: je komt er bijna altijd mee weg. Terwijl discriminatie in het wetboek van strafrecht staat.

Wetten stellen een sociale norm

Wetten die bepaald gedrag strafbaar stellen, ontlenen hun effect niet zozeer aan de ‘angst voor straf’ maar aan hun normerende werking. Wetten stellen een sociale norm. Ze geven aan wat mag en niet mag en de meeste mensen willen zich daaraan houden. Bij discriminatie lijkt de samenleving uit het oog te hebben verloren dat dit verboden is. 

Bij de overheid maar ook aan talkshowtafels komen regelmatig discriminerende opmerkingen voorbij. Mede daardoor ervaren steeds meer mensen racisme en discriminatie als ‘een mening’. Maar het verbod op discriminatie is stevig verankerd in wetten en internationale verdragen. Het moet dus een duidelijk norm worden in onze samenleving. Anders ervaren plegers van openlijk racisme nooit de consequenties daden en geven we een verkeerd signaal af aan hun slachtoffers.

Behalve bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, de belastingen en de politie, moeten in 2023 allerlei instituties aan de slag: draag actief uit dat discriminatie en racisme verboden zijn en blijf dat herhalen. En essentieel hierbij is dat je schuldig maken aan discriminatie en racisme, niet zonder consequenties blijft.