Van doelgroepenbeleid naar beleid voor echte mensen

Wat werkt voor wie?

Beleid maken dat tegemoetkomt aan iedere burger: het zijn mooie beleidskreten, maar hoe doe je dat als gemeente in praktijk? Hoe kun je bijvoorbeeld nagaan of specifieke groepen, zoals mensen met een beperking of migratieachtergrond meer of minder profijt hebben van het beleid? Een evaluatieonderzoek kan uitkomst bieden. Mits je goed weet hoe je dat inzet.

Gemeenten willen graag dat ál hun inwoners kunnen profiteren van hun beleid, bijvoorbeeld van hun sportbeleid. Dat zou geschikt moeten zijn voor Indra van 63 jaar die rolstoelgebonden is, voor de topfitte inwoner Omar van 27 jaar met een drukke goedbetaalde baan én voor Angela van 42 jaar, die transgender is en al jaren op zoek is naar een baan. Hebben zij alle drie voldoende aan jouw beleid als gemeente? Een evaluatieonderzoek kan inzicht geven. Waar moet je op letten?

Veel burgers blijven nu nog ‘onzichtbaar’ in evaluatieonderzoek 

Evaluatieonderzoek is niet nieuw. Meestal brengt zulk onderzoek verschillen tussen groepen in kaart. Verschillen tussen vrouwen en mannen, tussen mensen van verschillende leeftijden, tussen mensen met verschillende inkomens, tussen mensen met wel of geen beperking, mensen die lhbtiqa+ zijn en mensen die dat niet zijn en tussen mensen met een migratieachtergrond of zonder een migratieachtergrond. Wat in al deze onderzoeken achterwege blijft, is de combinatie van deze factoren. Terwijl dit ontzettend relevant is. Want stel dat er sportfaciliteiten zijn voor mensen in een rolstoel, maar deze faciliteiten zijn vooral voor mannen ingericht. Dan bereik je nog steeds Indra niet, want zij sport liever met andere vrouwen samen. Of denk aan de voetbalclubs in jouw gemeente, die zijn er in overvloed, dus Omar zou daar op papier goed terecht moeten kunnen. Toch doet ook hij niet mee vanwege racistische opmerkingen op het veld. Angela ten slotte: zij kan dankzij gemeentelijke subsidies sporten, maar wordt geweigerd omdat ze een transgender persoon is.

'Geen mens wordt bepaald door slechts één kenmerk'

Het gaat om de samenhang

Intersectioneel evaluatieonderzoek draait om de effecten van het beleid op mensen met al hun kenmerken. Geen mens wordt immers bepaald door slechts één kenmerk zoals sekse, afkomst, religie, beperking, seksuele oriëntatie of gender. Juist de samenhang van deze verschillende kenmerken kunnen zorgen voor verschillende vormen van discriminatie, uitsluiting en achterstelling. Net zoals ze voor privilege kunnen zorgen. En al die verschillende kenmerken beïnvloeden elkaar ook weer (zie ook Diversiteitsfactoren en uitsluiting). Op deze manier kijken en beleid analyseren is uitgevonden door Kimberlé Crenshaw.  

Ervaringen centraal

Wat werkt bij intersectioneel evalueren van beleid? Een eerste optie is kwalitatief onderzoek. Dit is geschikt om intersectionaliteit te onderzoeken omdat je de ervaringen van mensen bovenaan zet, en die ervaringen in een context kunt zetten. Kwalitatief evaluatieonderzoek bestaat vaak uit interviews en focusgroepen. Ook het doen van observaties is een goede optie. Dit geeft meer inzicht in ervaringen van mensen dan bij kwantitatief onderzoek. Lees meer over kwalitatief evaluatieonderzoek. Ga je aan de slag met kwalitatief evaluatieonderzoek? Lees dan deze tips om het intersectioneel aan te pakken

Highlights

  • Reflecteer kritisch op je eigen positie. Mensen kunnen het soms moeilijk vinden om te praten over hun ervaringen met iemand die minder op hen lijkt en van wie ze vermoeden dat zij niet dezelfde ervaring hebben. Een interviewer die iets gemeen heeft met de doelgroep, kan helpen. 
  • Denk kritisch na wie je bereikt en welke wervingsmethoden je gebruikt. De keuzes die je hierin maakt, kunnen mensen onbedoeld in- of uitsluiten. Als je bijvoorbeeld werft via één tekst (alleen in het Nederlands) en die via sociale media verspreidt, realiseer je dan dat je mensen die blind zijn, niet bereikt. Net als vluchtelingen, expats, (arbeids)migranten en andere nieuwkomers, die de Nederlandse taal (nog) niet spreken niet mee kunnen doen. 
  • Zorg voor een vergoeding. Meewerken aan een onderzoek is werk. Laat dit niet onbetaald zijn en waardeer dit. 
  • Vraag door naar ervaringen met uitsluiting en discriminatie. Mensen beginnen niet altijd makkelijk zelf te praten over hun ervaringen met uitsluiting en discriminatie. 
  • Pre-test je vragen met een proefinterview. Zo kun je nagaan of de doelgroep je vragen goed begrijpt.
  • Heb oog voor verschil in je analyse. Maak ruimte in de rapportage voor een beschrijving van de effecten van verschillen in kenmerken (zoals afkomst, gender, sekse, leeftijd, handicap) en voor de context en geschiedenis van verschillende groepen mensen.

Kwantitatief evaluatieonderzoek

Het is ingewikkelder om intersectioneel te evalueren bij kwantitatief onderzoek. Dit bestaat vaak uit enquêtes, bijvoorbeeld onder deelnemers van een interventie of onder inwoners die te maken hebben gehad met beleid. Het is hierbij een uitdaging om de verschillende vormen van discriminatie en de intersecties daartussen te becijferen. Lastig dus, maar niet onmogelijk. Ga je aan de slag met kwantitatief onderzoek? Lees dan deze tips om het intersectioneel aan te pakken

Highlights

  • Vraag in enquêtes naar kenmerken van deelnemers. Bijvoorbeeld naar de culturen waar iemand zichzelf mee identificeert, naar huidskleur, religie en naar seksuele oriëntatie en genderidentiteit of naar handicap.
  • Let op de indeling van vragen in  categorieën. Streef naar zo divers en intersectioneel mogelijke categorieën (op basis van de kenmerken die zijn bevraagd). Dit is een spanningsveld want de enquête moet ook niet te lang worden. Belangrijk is dan om te kijken naar de onderzoeksvraag. Als je een lhbtiqa+ onderzoek doet, dan bevraag je bijvoorbeeld elke letter apart bij zelfidentificatie maar in andere onderzoeken zul je bijvoorbeeld meer categoriseren. 
  • Bereken en beschrijf mogelijke combinaties in de  uitkomsten. Geef aan hoe (gecombineerde) kenmerken een verschil maken in hoeveel iemand profiteert van een bepaald beleid. Bijvoorbeeld: kijk eerst of vrouwen en mannen van elkaar verschillen, daarna kijk je naar wit en mensen van kleur en daarna ga je ‘kruisen’.  
  • Rapporteer ook spreiding. Beschrijf in de uitkomsten wat de gemiddelde uitkomst per groep is en geef vooral inzicht in de spreiding van de antwoorden binnen die groep.
  • Splits uit naar subgroepen. Als er een relatie is tussen twee zaken (bijvoorbeeld ongezond eten en het hebben van minder inkomen) dan is relevant om na te gaan of geldt bij mensen met verschillende kenmerken, zoals afkomst, sekse en leeftijd.  
  • Let op bij het toetsen van verklaringen. Het is belangrijk dat als je verschillen toetst, je het niet toeschrijft aan de groep zelf (‘die mensen zijn nu eenmaal zo’), maar oog hebt voor de invloed van de maatschappelijke context en geschiedenis.

Lees het uitgebreide artikel met meer tips voor intersectioneel onderzoek (pdf)

Meer lezen over de taken van de gemeenten in de aanpak van discriminatie? Zie deze infographic: Discriminatie aanpakken als gemeente: alle taken in een handig overzicht | Movisie