Door de bril van… de geriatrisch consulent

Hans Verbist is geriatrisch consulent bij tanteLouise, een zorginstelling in Brabant. Hij werkte mee aan een regionale pilot van OZOverbindzorg.

Wat is OZOverbindzorg?

Een systeem dat is bedacht omdat mantelzorgers lastig in beeld te krijgen zijn en toch een hele belangrijke schakel vormen. Een schakel die ook geïnformeerd moet worden. Middels OZOverbindzorg heb je met één klik iedereen geïnformeerd. Soms moet er iemand toegevoegd of verwijderd worden. De cliënt moet daar dan wel toestemming voor geven. Dat is dan ook zo gebeurd. De cliënt kiest namelijk wie er in het systeem komt. Wij hebben zelf de afspraak dat we binnen de drie werkdagen reageren op berichten die via OZO binnen komen. Ik krijg hiervan een link via de mail. Het zorgt ervoor dat ik mijn werk beter kan plannen. Ik bekijk het wanneer ik er tijd voor heb. Telefoon komt er altijd tussendoor. Bovendien worden veel vragen nu ondervangen door de informatie die voor alle meelezers toegankelijk is. Dus ik krijg hierdoor veel minder telefoontjes.’

Hoe ziet een doorsnee dag van jou als geriatrisch consulent eruit?

‘Ik bepaal helemaal zelf mijn agenda. Een enkele keer plan ik een hele dag administratie. Maar ik start doorgaans met administratie om acht uur. Ik plan vervolgens twee of drie huisbezoeken per dag. Daarna moeten er vaak wel hulpmiddelen of indicaties aangevraagd worden. Tussendoor zijn er ook teamvergaderingen en projecten. Hulpverlening start bij ons meestal vanuit de huisarts of de POH. We kunnen ook aangemeld worden door de poli geriatrie, andere hulpverleners, familie en bijvoorbeeld ook door een bezorgde buur.  Wij kijken vervolgens naar de familiesystemen en dan schakelen we vanuit wat nodig is weer door naar andere hulpverleners. Soms ben ik wel een jaar bezig met het winnen van vertrouwen, voordat een hulpvraag naar boven komt. Soms lukt zelfs dat niet, maar in een crisissituatie heb je dan wel een beeld van wat voor de cliënt belangrijk is, zodat je bij een spoedopname goed kan aangeven wat voor de cliënt belangrijk is. Dat is al heel mooi.’

Hoe zijn jullie betrokken geraakt en hoe is het met OZO-verbindzorg vergaan?

‘We hebben met de mensen van het projectteam van “In voor mantelzorg” regelmatig overleg gehad over deelprojecten. Je hebt er als geriatrisch consulent eigenlijk geen tijd voor, maar door te investeren in ketenpartners komt er wel verbetering in ons werk. Dus ik doe dat graag. Vanuit   ‘In voor mantelzorg-Thuis’ hebben we gezocht naar een cliënt die er baat bij zou hebben. Er was een cliënt die alleen een verre nicht had. Die nicht belde mij bijna iedere dag. Ze belt me dankzij OZOverbindzorg nog maar één keer per maand ongeveer. Ze kan nu namelijk via de mail met ons communiceren. Het systeem is beveiligd met een mobiele telefooncode. Nu kan zij daardoor haar vragen/opmerkingen kwijt in het systeem en hoef ik niet overal tussen te zitten, maar kunnen andere hulpverleners haar rechtstreeks antwoorden.’

Wat zou je willen bereiken voor mantelzorgers?

‘Je hebt ze zo nodig. De verschuiving in het zorgsysteem maakt ze steeds belangrijker. Ze hebben er vaak niet bewust voor gekozen en het is niet zo vanzelfsprekend. We kunnen ze geruststellen. We kunnen ook technologie inzetten waardoor de mantelzorger signalen krijgt, of het goed of niet goed gaat. Sensoren met dwaaldetectie, of iemand goed eet, vaak naar de wc gaat enzovoorts. Dit is vooral voor de mantelzorger heel fijn. Die komt tot rust door de controle die er daarmee is. De cliënt zelf kan er frequent een jaar of twee jaar langer door thuis blijven wonen, in plaats van een crisis bed bezet te houden, waar de cliënt zelf vaak helemaal niet gelukkig mee is omdat dit vaak niet op een voorkeurslocatie is. Dat is een groot verschil in het leven van cliënt én mantelzorger. Ik hoop dat dat breed ingezet kan gaan worden.’

Hoe zit het met privacy?

‘Ik kan natuurlijk veel van de cliënt zien als het zou moeten. Maar als het kan helpen om de cliënt langer thuis te laten wonen, is het de moeite waard. Dat we veilig omspringen met die privacy is wel heel belangrijk. We zien het als iets van de toekomst. Het is wel moeilijk om te implementeren en alle collega’s mee te krijgen. Je moet het daarom maar gewoon gaan testen en hopen dat mensen op die trein springen. Momenteel kunnen de mantelzorgers zelf meekijken in het systeem en een signaal krijgen als een cliënt om twaalf uur ‘s nachts nog niet is gaan slapen. We werken met een alarmcentrale en als iemand valt dan gaat de alarmcentrale rondbellen en stuurt indien nodig een ambulance. Een collega houdt een dashboard bij met alle sensoren, zij geeft mij een seintje als iemand bijvoorbeeld heel weinig eet. Ik ga dan kijken of de medicatie moet worden aangepast of andere oplossingen gevonden kunnen worden. Ik heb een cliënt waarbij iedereen zich afvraagt of die zich goed verzorgt. Als iemand mee gaat kijken, is dat wel echt een inbreuk op zijn privacy. Ik kan sensoren plakken op de handdoeken of de onderbroeken. Daarmee kan ik dan toch eerst een check doen, voordat ik iemand laat meekijken. Je kan hiermee dus beter afstemmen wat echt nodig is. En overbodige inbreuk op privacy voorkomen. En ik heb nog een mooi voorbeeld: vorige zomer waren de spoedwachtlijsten heel lang. Iemand ging iedere dag in z’n blootje dwalen op straat. Dat duurde heel echt lang en was mensonterend voor die persoon. Nu zou ik met sensoren een bericht krijgen dat de cliënt uit bed is, dan kan ik daar direct een verpleegkundige op af sturen. Dit dwalen heeft nu drie weken geduurd en dat was dus niet nodig geweest.’

Hoe gaat het nu verder met deze pilot van OZOverbindzorg?

‘De financiering is een probleem. Voor professionals zou het gratis zijn, voor de mantelzorgers ook. Voor de cliënt zou het € 12,- per jaar kosten. Het zou fijn zijn wanneer de zorgverzekeraars het voor de cliënt zouden betalen, omdat de drempel dan verlaagd zou worden. Als de huisarts mee zou werken zou het heel mooi zijn, omdat het dan laat zien dat het werkt. We zullen nooit een gezamenlijk dossier kunnen krijgen, vanwege privacy, maar deze manier van werken gaat er wel het dichtst naartoe en maakt dat we veel efficiënter kunnen samenwerken.

En zou je anderen aanraden jouw werk te gaan doen?

‘Ik vind dat ik enorm leuk en waardig werk doe. We hebben veel vrijheid in ons werk om te kiezen wat wij het beste vinden voor de cliënt. Wat in het belang is van de veiligheid van de cliënt en wat de mantelzorger nodig heeft om door te kunnen gaan. En ik vind het ontzettend mooi dat we nu manieren vinden waarop we die cliënt en mantelzorger nog beter inzicht en maatwerk kunnen geven.’

Wat zou je tip zijn voor mantelzorgers?

‘Blijf niet alleen doorlopen. Je hoeft het niet alleen te doen. Het is geen zwakte om hulp te vragen. Wij luisteren naar je, kunnen je eventueel doorverwijzen naar een consulent die nog meer tijd heeft om naar je te luisteren. In het dementieproces kan  een cliënt soms snel achteruit gaan en de mantelzorger overbelast raken. Soms heb je ook dat iemand zeven kinderen heeft. Als ik me daar aan ga branden, dan kan ik daar een dagtaak van maken. Ik ga dan gewoon dingen regelen voor de cliënt en bemoei me niet met het cliëntsysteem. Het is zo fijn dat je dan kan schakelen met een collega die dan met de kinderen in gesprek kan. De huisarts kan dan bijvoorbeeld een advies geven waar iedereen naar wil luisteren, op haar aanraden. Het is dus sowieso belangrijk om hulp te vragen als mantelzorger, want het is meer dan alleen maar fysiek zorgen.