Door de bril van... de transferverpleegkundige
Caroline Hermans werkt als transferverpleegkundige vanuit het Transferbureau Bravis Ziekenhuis in Bergen op Zoom, met name op de geriatrische afdeling. Vanuit haar rol als transferverpleegkundige in de tweede lijn, bereidt zij het ontslag en de goede thuiskomst (al dan niet naar een intramurale voorziening) van patiënten voor. Een proces waarin mantelzorgers vaak een belangrijke rol hebben. Caroline doet mee aan de lerende praktijk Brabantse Wal van In voor mantelzorg-thuis, waarin wordt gewerkt aan betere ondersteuning voor mantelzorgers. De focus ligt op versterking van de samenwerking tussen formele en informele zorg. In deze serie vragen we de mensen die hieraan meedoen: waarom ben jij In voor mantelzorg-thuis?
Naam: Caroline Hermans
Functie: Transferverpleegkundige
Caroline, wat is jouw rol in het project?
‘Ik ben benaderd om deel te nemen, omdat ik als transferverpleegkundige een schakel ben tussen de eerstelijns zorg en het ziekenhuis. Voor het ziekenhuis is de samenwerking met de eerste lijn van groot belang, dus ik was direct enthousiast. Mantelzorgers spelen een centrale rol in mijn werk en ik merk dat binnen het ziekenhuis de bijdrage van mantelzorgers aan de zorg vaak wordt onderschat en misschien wel ondergewaardeerd.’
Waar werk je aan met je werkgroep?
‘We hebben een werkgroep die is onderverdeeld in vier subgroepen. Zelf zit ik in de groep met het thema ‘Maak je hard voor het hart van de mantelzorger’. We willen bekendheid geven aan de rol van mantelzorgers en de zorg die zij dag in dag uit geven. Het hart van de mantelzorger zit op de juiste plek, maar het moet wel blijven kloppen. De andere deelnemers in mijn werkgroep werkten al nauw samen in de eerste lijn. Ik wil graag de vertaalslag naar het ziekenhuis gaan maken: meer aandacht voor mantelzorgers. Ik ben erachter gekomen dat dit tijd kost en dat je ook managementondersteuning nodig hebt. Dit begint nu wel mooi vorm te krijgen. Zo heb ik geprobeerd aandacht te vragen voor de Dag van de Mantelzorger op ons intranet en heb ik een enquête in het ziekenhuis verspreid om het bewustzijn over mantelzorge te peilen. Hoe leeft dit bij verpleegkundigen en andere disciplines? De resultaten zijn we nu aan het verwerken. Het laatste item is een leerplein waar allerlei onderwerpen naar voren worden gebracht en waar we ook een e-learning aan willen gaan bieden. De vraag is ook hoe hoog de motivatie is van een verpleegkundige om tijd vrij te maken voor zo’n e-learning. Dat willen we eerst nog nader bekijken.’
'Het ziekenhuis is een belangrijke plek om de problematiek van de overbelasting van mantelzorgers te erkennen, maar juist hier is het onderwerp ‘mantelzorg’ nog niet zo bekend'
Wat zijn jouw ambities voor mantelzorgers?
‘Ik wil breder contact leggen met mogelijke andere (transfer)verpleegkundigen in het land die zich ook hard willen maken voor een grotere erkenning van mantelzorgers bij een ziekenhuisopname. Dan kunnen we samen op trekken. En daarnaast om het contact vanuit het ziekenhuis met de eerste lijn te optimaliseren, zodat we het ontslag uit het ziekenhuis soepel kunnen laten verlopen en een mantelzorger niet overbelast raakt. Het ziekenhuis is een belangrijke plek om de problematiek van de overbelasting van mantelzorgers te erkennen, maar juist hier is het onderwerp ‘mantelzorg’ nog niet zo bekend. We zijn intern nu wel bezig met een stuurgroep voor kwetsbare ouderen waar informatievoorziening bij ontslag, zoals medicatie ook aan de orde komt. Daar komt mantelzorg zeker aan bod. Door het streven naar een korte ligduur in het ziekenhuis is het belangrijk dat ziekenhuispersoneel mantelzorgers echt direct meenemen in het zorgproces. Het ontslag uit het ziekenhuis kan alleen soepel verlopen als de hele situatie boven tafel is.’
In hoeverre gaat dat het ziekenhuis verder helpen?
‘Vanuit mijn functie als transferverpleegkundige regel ik de nazorg. Op de Geriatrische afdeling kom ik met name in contact met kwetsbare ouderen en dementerenden. Zij zijn vaak afhankelijk van mantelzorg. Wanneer we merken dat het water de mantelzorger aan de lippen staat, proberen we aanvullende zorg te organiseren. In het ziekenhuis is alles voor de patiënt voorhanden: Je hebt snel iemand bij je bed, hoeft maar op een belletje te drukken. Je moet daarom goed kijken wat iemand nodig heeft als diegene naar huis gaat. Als je signaleert dat iemand te weinig hulp heeft van een mantelzorger of andere ondersteuner, dan kan het ontslag uit het ziekenhuis echt een probleem worden. Als je dat op tijd weet, kun je daar wat mee. En als er daarnaast ook nog een goed contact is met de eerste lijn waardoor wij het benodigde sneller kunnen organiseren, kan het ontslag van een patiënt in veel gevallen veel soepeler verlopen!’
Hoe verloopt het dan nu in de praktijk, dat betrekken en helpen van mantelzorgers?
‘Als wij bij een opname zien dat het hart van de mantelzorger in gevaar komt, dan moeten we samen de goede ondersteuning gaan organiseren voor direct na ontslag. Bij de hetero-anamnese (informatie-inwinning bij een andere persoon dan de patiënt zelf, red.) die een verpleegkundige uitvoert bij de opname, moet eigenlijk al goed in beeld worden gebracht welke ondersteuning er aanwezig is. Vaak is die uitgevraagde informatie nu nog te summier. Als transferverpleegkundige moet je dan bij het ontslag van de patiënt uit het ziekenhuis zelf nog achterhalen wat er thuis al is geregeld. Je neemt dan vervolgens contact op met thuiszorg en krijgt daar te horen of er wel of geen goede relatie met huisarts is, wel of geen (goede) relatie met casemanager en welke voorzieningen er al zijn. Als je ziet dat daar een hiaat valt en mantelzorgers vinden het moeilijk om dit zelf te doen, dan kan je als transferverpleegkundige eventueel de mantelzorger inschrijven via de website van Steunpunt Mantelzorg, waarna het steunpunt zelf contact opneemt. Er kan dan bijvoorbeeld snel thuiszorg worden ingezet vanuit de Wmo. Denk aan maaltijdondersteuning, uitbreiding van de huishoudelijke hulp en ondersteuning voor de mantelzorger.’
Wat gaat er nu beter?
‘Het is een enorme meerwaarde dat ik mee kan doen aan dit project. Dat dit gefaciliteerd is door het ziekenhuis. Ik heb ontzettend veel mensen leren kennen in de grote differente groep. De drempel om even te bellen wordt lager, zeker richting het maatschappelijk werk. Ik heb ook contacten met het palliatieve netwerk. We weten nu van het bestaan van elkaar en ik heb mijn team kunnen meenemen daarin. Het feit dat je simpelweg telefoonnummers hebt, dat je weet wat mensen doen en waar je ze kunt vinden. Dat alleen al is zo belangrijk.’
Tip van Caroline
‘Probeer aan te geven dat je het zwaar vindt. Het is vanzelfsprekend, het hoort zo… Dat is vaak het gevoel. Maar je mag aangeven dat je hulp nodig hebt! Je mag uiten dat je vader of moeder best moeilijk is in het gedrag naar jou toe. Het is gewoon een hele verplichting: ook als het bijvoorbeeld iedere dag koken voor je moeder is. Die zorgplicht, dat gevoel dat niemand het een keer van je overneemt. Maak het bespreekbaar: een luisterend oor en erkenning kan al helpen en er kan vaak wel iets geregeld worden.’