Doorbreken van handelingsverlegenheid bij ouderenmishandeling

Zes dilemma’s en vier oplossingen

Spreekt u een collega aan die een cliënt te hardhandig aanpakt? Wanneer u een familielid of mantelzorger hoort ruziën met een cliënt, vraagt u dan later aan de cliënt wat er aan de hand was? De kans is groot dat u deze vragen negatief beantwoordt. Handelingsverlegenheid maakt ouderenmishandeling namelijk een taai probleem. Dat werd weer eens duidelijk tijdens een werksessie Handelen bij ouderenmishandeling. We zetten de uitkomsten van deze middag voor u op een rij.

Update november 2018

6 dilemma’s

  1. Ouderen ervaren angst en melden daardoor niet. Zij vrezen niet geloofd te worden. Of zijn bang dat ze geen adequate hulp meer ontvangen van de dader die meestal ook een behulpzame mantelzorger is. Daarnaast spelen gevoelens van schaamte en loyaliteit naar de dader mee en is er argwaan tegenover hulpverleners. 
  2. Professionals ervaren een gebrek aan tijd, lef en kennis. Als professionals al signaleren, is melden niet per se een logisch gevolg door twijfels als: Wat doe ik als de oudere niet meewerkt of de vertrouwensband geschaad wordt? Wat als mijn vermoeden niet klopt? Zij ervaren dat het gemakkelijker is in de comfortzone te blijven dan om verantwoordelijkheid te nemen. Daarnaast ontbreekt het aan kennis over de stappen van de meldcode die hen zou moeten helpen te handelen bij vermoedens van mishandeling.
  3. Leidinggevenden onderschatten het probleem. Zij denken dat het niet veel voorkomt en zijn daardoor geneigd er geen aandacht aan te besteden.
  4. Instellingen vrezen imagoverlies en klachtprocedures.
  5. Rendementsdenken. Professionals denken dat extra aandacht voor het thema niets oplevert. Daardoor wordt er pas ingegrepen als er een incident plaatsvindt.
  6. Verschillende aanpakken. Instellingen en gemeenten zijn niet goed op de hoogte van elkaars rol in de aanpak van ouderenmishandeling.

4 oplossingen

  1. Ontwikkel gespreksvaardigheden. Zelfstandig wonende ouderen zouden iemand in de directe omgeving in vertrouwen kunnen nemen. Tijdens het keukentafelgesprek of in een gesprek met een wijkverpleegkundige, de huisarts of iemand (anders) van het wijkteam  kan informatie worden gegeven over hulp voor ouderen en mantelzorgers. Soms is het aan te bevelen alleen met de oudere te praten, zonder een partner of mantelzorger erbij. Ook zouden professionals en vrijwilligers vaardigheden moeten ontwikkelen om gemakkelijker over dit onderwerp met ouderen te praten. De huisarts, wijkverpleegkundige of andere hulpverleners kunnen worden geraadpleegd en om hulp gevraagd worden. Ook vrijwilligers kunnen getraind worden in het signaleren en bespreekbaar maken en hoe zorgen te melden.
  2. Doorbreek het taboe op ouderenmishandeling. Maak bijvoorbeeld ouderenmishandeling een vast onderdeel van cliëntbesprekingen tijdens het teamoverleg. Hoe gewoner het wordt er over te praten, des te meer het taboe doorbreken wordt. Dat kan ook door het organiseren van netwerkbijeenkomsten. Het vergroot de bekendheid met elkaars werk.
  3. Organiseer scholing. Scholing in het werken met en implementatie van de Meldcode, en juridische kennis over wat wettelijk moet, mag en kan, is van groot belang. Voor gemeenteambtenaren is scholing noodzakelijk om meer kennis te krijgen over beleidsaanpak. Samenwerking tussen gemeente en het lokale speeldveld is essentieel, waarbij duidelijk moet zijn welke verantwoordelijkheden bij welke partij ligt.
  4. Houd blijvende aandacht voor ouderenmishandeling. Wijkteams doen er goeded aan om een aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling aan te stellen die binnen het wijkteam bewustwording voor dit thema aanwakkert en een deskundige aanpak mogelijk maakt. Ook zijn afspraken nodig met Veilig Thuis over wie wanneer in actie komt. Meer informatie over de rol van wijkteams bij huiselijk geweld staat in Factor Veiligheid.

De werksessie

Het doel van de werksessie was een open discussie over handelingsverlegenheid en oplossingen. Deelnemers waren vertegenwoordigers van ouderenbonden, professionals en leidinggevenden van Veilig Thuis, zorginstellingen, ziekenhuizen, GGZ, politie en beleidsambtenaren van gemeenten. Daarnaast vroeg het Ministerie van VWS input voor het vervolg op het Actieplan Ouderen in Veilige Handen. Zij zullen de resultaten uit deze bijeenkomst meenemen in hun vervolgacties.