Economisch dak- en thuislozen: lijn tussen dak boven je hoofd hebben en dakloos zijn is flinterdun

Het aantal economisch dak- en thuislozen stijgt, maar zij komen vanwege hun aangenomen zelfredzaamheid veelal niet in aanmerking voor maatschappelijke opvang. Economisch dak- en thuislozen zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplek, maar ook in eerste instantie zonder bijkomende psychische of verslavingsproblemen. Vaak hebben zij nog een baan. Steeds meer gemeenten zien in dat zij ondersteuning nodig hebben. Deze mensen aan hun lot overlaten leidt op termijn tot grotere problemen. Vanwege de krappe woningmarkt, wordt de oplossing bijvoorbeeld gezocht in tijdelijke huisvesting.

Economisch dak- en thuislozen krijgen op basis van de zelfredzaamheidstoets uit de Wmo 2015, vaak geen toegang tot de maatschappelijke opvang en krijgen daardoor meestal géén urgentie. Ook komen zij daardoor niet terecht in de officiële daklozencijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Buiten beeld bij de officiële instanties

Deze mensen zoeken vaak eerst zelf naar oplossingen. In feite is daarbij eerder sprake van thuis- dan van dakloosheid. Zij slapen meestal niet op straat, maar hoppen van bank naar bank binnen hun eigen sociale netwerk. Of slapen in hun auto of op verouderde vakantieparken of volkstuincomplexen. Pas als die mogelijkheden zijn uitgeput, kloppen ze aan bij de gemeente. Gemeenten en hulpinstanties hebben daardoor weinig zicht op de aantallen economisch dak- en thuislozen. 

Werkelijke omvang

Een indicatie van de werkelijke omvang van het probleem is te vinden in dit artikel in De Volkskrant van 10 mei 2023. De Eindhovense organisatie Springplank registreert niet alleen de mensen in dakloosheid in de opvanglocaties, maar ook de mensen die er hun postadres hebben, dat ze bijvoorbeeld nodig hebben voor werk, belastingaangifte of een uitkering. Die groep telt momenteel 850 mensen, van wie 60 procent een baan heeft. In de daklozenopvang zelf zitten zo’n 100 mensen. 

Oorzaken

Economisch dak- en thuislozen raken vaak thuisloos door bepaalde life events, zoals scheiding, ontslag, remigratie, faillissement of ruzie met ouders. Hoewel deze life events van alle tijden zijn, zorgt het nu nog steeds afnemende aanbod aan betaalbare woningen ervoor dat deze mensen thuisloos raken. De reguliere woningmarkt zit op slot. Jarenlange wachtlijsten bij woningcorporaties bieden weinig soelaas. Particuliere huurprijzen en prijzen van koopwoningen zijn historisch hoog. Voorheen konden deze mensen nog hun toevlucht nemen tot illegale woonoplossingen als onderhuur, kamerbewoning, huisjesmelkers, illegale hotelbedden, kraakpanden enzovoort. Platform31 laat in het onderzoek Souterrain van het wonen zien dat deze oplossingen met nieuw beleid de laatste jaren zijn afgenomen in de steden.

Zoals onderzoekers van Platform31 in Huisvesting en ondersteuning economische dak- en thuislozen stellen: er is een groeiende groep voor wie het niet lukt om binnen afzienbare tijd weer een legale zelfstandige woning te vinden, terwijl zij wel beschikken over een stabiel inkomen uit arbeid of uitkering en nog geen grote andere problemen hebben. De weg terug richting de woningmarkt lijkt lastiger dan voorheen.

Economisch dak- en thuislozen vertellen hun verhaal

In het Zwartboek dak- en thuislozen West-Friesland van de SP vertellen veel economisch dak- en thuislozen over hun ervaringen. Zij overleven na een scheiding jarenlang in sloop- en antikraakwoningen, maar komen omdat zij geen financiële of psychische problemen hebben niet in aanmerking voor een urgentieverklaring. Anderen komen op straat te staan omdat hun particuliere huurwoning wordt verkocht of hun huurbaas failliet gaat. Deze en nog veel meer ervaringen staan te lezen in 19 interviews in het zwartboek. De conclusie die de auteurs trekken is dat dak- en thuisloosheid iedereen kan overkomen. Het lijntje tussen een dak boven je hoofd en dakloos blijkt flinterdun.

Gevolgen

Uit de ervaringsverhalen in het Zwartboek dak- en thuislozen West-Friesland komt ook naar voren dat economisch dak- en thuislozen emoties als schaamte en frustratie ervaren als gevolg van machteloosheid. Deze emoties worden versterkt door hoe zij door professionals en instanties worden behandeld. Stigmatisering en traumatisering kunnen negatieve emoties versterken. De jarenlange situatie van onzekerheid waarin deze mensen verkeren en het daaruit voortkomende gebrek aan perspectief leidt bovendien tot chronische stress en daaruit voortkomende gezondheidsklachten. Deze mensen zijn in eerste instantie mensen met een woonprobleem. Maar wanneer zij niet of niet tijdig genoeg hulp krijgen, krijgen zij vanzelf met zwaardere problemen te maken.

Gemeentelijk beleid

Gemeenten zien steeds vaker het belang van snel ingrijpen in bij deze groep om afglijden te voorkomen. De gemeente Amsterdam heeft in Een nieuwe start. Samen op weg naar perspectief. Aanpak dakloosheid 2021-2025 de volgende speerpunten geformuleerd.

  1. Vroegsignalering. Onder andere met een daklozenkantoor waar ervaringsdeskundigen aanwezig zijn.
  2. Maatwerk. Onder andere bij het makkelijker verkrijgen van een briefadres.
  3. Creatief omgaan met alle mogelijkheden om woonruimte te creëren. Bijvoorbeeld in projecten van de Regenboog (zie hieronder).

Het belang van tijdelijke huisvesting

Economisch dak- en thuislozen blijken volgens onderzoek van de Wageningen University & Research (WUR) een grote kans te hebben om binnen een jaar hun leven weer op orde te hebben. Voorwaarde is wel dat zij gedurende dat jaar een veilige woon- of verblijfplaats hebben. Zonder de dagelijkse stress van het vinden van een redelijke slaapplaats, kunnen deze mensen met weinig maatschappelijke hulp opnieuw duurzame huisvesting vinden. Tijdelijke huisvesting is dus belangrijk bij het voorkomen van een neerwaartse spiraal.

Deze inzichten vind je terug in een aantal projecten van de Amsterdamse Regenboog Groep.

Projecten Regenboog

Onder de Pannen gaat uit van een simpel principe; alle Amsterdammers die een kamer over hebben, kunnen die onderverhuren aan economisch dak- en thuislozen. Zonder gevolgen voor bijvoorbeeld de uitkering van de hoofdbewoner, en met een financieel extraatje. In 2019 was het aantal succesvolle matches 55, dit is in 2020 gestegen naar 86, met een uitstroompercentage met eigen woonplek van 49 procent na elf maanden. Ondanks het succes van dit programma, blijkt het lastig deelnemers te vinden die bereid zijn hun woning te delen, waardoor het aantal beschikbare kamers via dit programma op het moment relatief laag is. Naast Amsterdam, vind je Onder de Pannen in  de stad Utrecht en de regio Utrecht Zuid-Oost, Breda, 's-Hertogenbosch, Vucht, Haarlem e.o, Eindhoven, Zaandam, Haarlem en Amstelland. In 2021 werd het landelijk netwerk gelanceerd.

Tijdelijk Onder Dak biedt tijdelijke woonruimte aan economisch dak- en thuislozen in Amsterdam. Zij kunnen, samen met een huisgenoot en voor maximaal twaalf maanden, een sociale huurwoning betrekken die op den duur wordt gerenoveerd of gesloopt. De woningcorporaties verwachten jaarlijks circa 200 woningen beschikbaar te stellen. In maart 2021 waren het 14 woningen, aldus de WUR in de publicatie Samen thuisgeven.

Parentshouses bieden tijdelijke woonruimte aan ouders die overwegen te gaan scheiden.

Hotels. Het realiseren van slaapplekken in hotels die deels leegstaan. Tijdens de coronapandemie hebben circa 200 mensen op deze manier onderdak gevonden. In hoeverre aan dit initiatief post-corona een vervolg kan worden gegeven, is onduidelijk.

In totaal zijn in de periode 2020-2021 met deze projecten meer dan 300 mensen tijdelijk ondergebracht. Gezien de naar schatting 3000 economisch dak- en thuislozen in Amsterdam in deze periode, concluderen de onderzoekers van de WUR dan ook (in Samen thuisgeven, blz 13) dat deze initiatieven niet voldoende tijdelijke woonruimte opleveren.

Naast de projecten van de Regenboog Groep heeft Amsterdam ook nog Passantenpensions. Deze bieden opvang aan economisch dak- en thuislozen, waar mensen maximaal een half jaar mogen verblijven. Ondanks een uitbreiding van het aantal pensions, kampen de pensions met lange wachtlijsten.

Een ander voorbeeld van een (landelijk) initiatief is 123Flexwonen. 123flexwonen is ontwikkeld door het Expertisecentrum Flexwonen om starters en spoedzoekers op de woningmarkt te helpen hun weg te vinden in het aanbod van snel toegankelijke en betaalbare huisvesting. In 2020 had Flexwonen een aanbod van 250 woningen. Daarnaast is de landelijke branchevereniging van woningcorporaties Aedes in april 2023 gestart met een inkooptraject voor 8.000 flexwoningen voor spoedzoekers.

Conclusies

Positief is dat er de laatste jaren meer aandacht lijkt te komen voor deze tot nu toe vergeten groep. Het is ook lovenswaardig dat gemeenten en hulpinstanties bij de huidige schaarste aan betaalbare woningen op zoek gaan naar creatieve tijdelijke oplossingen om te voorkomen dat economisch dak- en thuislozen in een negatieve spiraal terechtkomen. De hierboven vermelde aantallen laten ook zien dat de huidige initiatieven voor een relatief klein deel van deze doelgroep een oplossing biedt. Teveel van hen vallen nog tussen de wal en het schip. Gezien een echte oplossing  op korte termijn in de vorm van een substantiële uitbreiding van het aanbod van betaalbare woningen  naar verwachting uitblijft, wacht de gemeenten de komende jaren nog een forse uitdaging.