Eindelijk: een gezamenlijk gedragen kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk

Hij komt eraan! Een door vele partijen samen gedragen Kennis-en Onderzoeksagenda Sociaal Werk. In december wordt de agenda aangeboden aan het Ministerie van VWS, maar op 19 november kun je in een Huiskamersessie met projectleider Erna Hooghiemstra en Movisie-expert Mariël van Pelt over de kennisagenda in gesprek gaan tijdens De Agenda van het Sociaal Werk 2020. We spraken alvast met hen over de bijzondere wijze waarop deze agenda tot stand komt. ‘Het wordt geen optelsom van willekeurige wensenlijstjes.’

Mariël van Pelt: ‘Om te komen tot een kennis- en onderzoeksagenda die echt richting geeft en gebruikt wordt, hebben we gekozen voor een proces waarin zoveel mogelijk verschillende partijen betrokken zijn die daadwerkelijk bijdragen. We hebben nu stakeholders die vanuit de praktijk, het onderwijs, het onderzoek, het beleid en als cliëntenvertegenwoordigers te maken hebben met sociaal werk.’

Erna Hooghiemstra: ‘Op verzoek van de stakeholders heb ik de rol gekregen van onafhankelijk begeleider. Movisie, met name Mariël, ondersteunt mij en het proces. Wij waken er samen voor dat alle stakeholders een stem krijgen. En wij zorgen ervoor dat het geen optelsom wordt van willekeurige wensenlijstjes, maar dat er samenhang komt en stakeholders ook elkaar inspireren. De kracht is dat er straks een agenda ligt met gemeenschappelijke uitgangspunten die door verschillende stakeholders gehanteerd kunnen worden. Zodat bijvoorbeeld tegelijkertijd gewerkt wordt aan nieuwe kennis over een urgent praktijkvraagstuk als aan het vertalen van bestaande kennis naar het onderwijs en beleid.’

Doe mee aan De Agenda van het Sociaal Werk 2020!

Inmiddels hebben zich al honderden mensen zich aangemeld voor ‘De Agenda van het Sociaal Werk 2020’ op 19 november. Erna Hooghiemstra en Mariël van Pelt verzorgen dan een Huiskamersessie over de Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk. Je kunt je hier nog aan meedoen. Lees hier alles over de 11 Huiskamersessies

Meld je aan voor De Agenda van het Sociaal Werk 

Hoe breng je die focus aan?

Mariël: ‘Samen hebben we gekozen voor een proces waarin steeds scherpere keuzes gemaakt worden. Een te brede of te omvangrijke Kennis- en onderzoeksagenda helpt het sociaal werk niet verder. Het is nu nodig dat het vak versterkt wordt op onderdelen die er echt toe doen. De bijvangst van het samen tot een focus komen is dat sociaal werk daarmee een duidelijker profiel krijgt.’

Erna: ‘Om tot keuzes te komen organiseren we stakeholderssessies. De eerste was eind 2019 waarin wat grove contouren werden getekend. Wat trouwens meteen opviel was het gevoel van urgentie en de wens om een bijdrage te leveren. In mei2020 vond de stakeholderssessie plaats die we vanwege corona moesten omvormen tot een online-versie. In kleinere groepen gingen ruim 40 stakeholders met elkaar in gesprek over de vraag ‘voor welke urgente maatschappelijke vraagstukken sociaal werk onmisbaar was’ en ‘wat de unieke kenmerken van sociaal werk zijn’ om deze rol te spelen. De opbrengst was rijk. We hebben er, samen met een aantal deelnemers, patronen in kunnen ontdekken. Uiteindelijk werden dat vier onderliggende maatschappelijke vraagstukken waarvoor sociaal werk onmisbaar is en drie unieke hoofdkenmerken van sociaal werk.’ 

Maatschappelijke vraagstukken waarvoor sociaal werk onmisbaar is volgens stakeholders:

  • versterken van sociale samenhang (bv in wijken);
  • bevorderen van inclusie (bv van kwetsbaren);
  • centraal stellen van het gewone leven;
  • door laten klinken van de stem van de burger.

Unieke kenmerken van sociaal werk volgens stakeholders:

  • werken vanuit nabijheid;
  • verbinden van mensen en werelden;
  • gerichtheid op versterken van vangnetten.

‘Het is nu nodig dat het vak versterkt wordt op onderdelen die er echt toe doen.’

Welke vragen kwamen er uit de praktijk?

Mariël: ‘Het doel is om een agenda op te leveren die professionals versterkt. Daarom was het essentieel om de praktijk te bevragen. Dit hebben we gedaan via een digitale enquête via websites en sociale media. Het kader was de opbrengst van de stakeholderssessie. We hebben professionals gevraagd welke van de vraagstukken en kenmerken in hun dagelijkse praktijk van belang waren. En ook wat hun behoefte aan kennis was. Dat leverde bijna 400 praktijkvragen op. 

Erna: ‘Het was spannend hoeveel professionals in deze coronatijd de peiling zouden beantwoorden. Het viel niet tegen: ruim 250sociaal werkers met diverse achtergronden hebben meegedaan. Ik was onder de indruk van de rake vragen die werden geformuleerd. Het geeft inzicht in de dilemma’s waartegen professionals nu in hun werk aanlopen.  Enerzijds werken aan een inclusie, anderzijds is de wijk gepolariseerd. Hoe laveer je tussen deze tegenstellingen. Of deze: Wat is er voor nodig om de maatschappelijke opvang meer toekomstgericht te maken en te laten leiden tot een duurzamer effect voor cliënten in plaats van te zien als noodvoorziening waardoor hoge terugval in dakloosheid. Opvallend was de honger naar meer kennis. De leergierigheid eigenlijk. Of de wens nog beter te worden.’

‘Wat meteen opviel was het gevoel van urgentie en de wens om een bijdrage te leveren.’

Hoe onderbouwen jullie de agenda?

Erna: ‘Om van die praktijkvragen naar een serie kennisvragen of kennisclusters te komen, hebben we een Raad voor Kennis en Onderzoek ingesteld. Deze bestaat uit lectoren, promovendi en andere onderzoekers op het terrein van sociaal werk. Zij gaan in kaart brengen welke kennisgebieden van waarde zijn om de vragen die leven in de praktijk te beantwoorden. Zij gaan systematisch op een rij zetten welke kennisimpulsen nodig zijn, waarbij zij hun overzicht van bestaande en nog ontbrekende kennis gebruiken.’

Mariël: ‘Voor de duidelijkheid; het is geen volledige beschrijving van de kennisbasis van het sociaal werk. We werken toe naar een agenda die de meest urgente kennishiaten zichtbaar maakt. Het kan gaan om kennisgebieden waar nog onderzoek naar gedaan moet worden, omdat er nu onvoldoende kennis over bestaat. Het kan ook gaan om kennisgebieden waar wel degelijk onderzoek naar gedaan is, maar die te weinig ontsloten is. Dat vraagt om meer of gerichtere verspreiding. Het kan ook gaan om kennis die wel ontsloten is, maar die niet goed toepasbaar is. Dan zijn er investeringen nodig op het gebied van implementatie.’ 

Wat is jullie uiteindelijke doel?

Mariël: ‘De agenda moet zo duidelijk zijn dat het richting geeft. De agenda moet ook toepasbaar zijn. Daarom staat in de laatste fase van het traject ‘adoptie’ van de agenda door stakeholders centraal.  We hebben nog twee sessies te gaan. Een sessie waarin we het raamwerk van maatschappelijke vraagstukken en unieke kenmerken en de bijbehorende kennishiaten gaan aanscherpen en aanvullen. En een laatste sessie waarin de agenda wordt aangeboden aan het ministerie van VWS en alle stakeholders laten zien wat zij ermee gaan doen.’

Erna: ‘Dan zit ons werk erop. Maar de agenda is nooit af. Het is een levend document, een groeimodel. We hopen dan ook en zullen er zeker op aansturen dat er een zekere regie komt op alle vervolgacties, en dat het een gezamenlijk groeiproces blijft. Ook is het nodig om steeds te herijken welke kennis urgent is. Er moet oog blijven voor een aantal basis ingrediënten, maar ook ruimte zijn voor nieuwe uitdagingen waar sociaal werkers mee te maken krijgen, zoals nu bijvoorbeeld Corona.’

Wat is de Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk?

Dit is het tweede artikel in een serie artikelen over de Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk. Op de agenda komen onderwerpen en vraagstukken die een extra investering in ontwikkeling, toepassing of verspreiding van kennis nodig hebben. Zo versterken we samen de (wetenschappelijke) onderbouwing van het sociaal werk.  De agenda brengt de bijdrage van het sociaal werk aan sociale vraagstukken in kaart en ook welke kennis daarvoor verder ontwikkeld of beter gebruikt en verspreid moet worden om die bijdrage te kunnen leveren. Lees hier het eerste artikel over waarom de agenda juist nu nodig is

De ontwikkeling van de Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk komt tot stand door onder andere Movisie, BPSW, Sociaal Werk Nederland, Lectorenplatform Sociaal Werk, Werkplaatsen Sociaal Domein, Divosa, verschillende gemeenten, het ministerie van VWS, opleidingen voor Sociaal Werk, cliëntenvertegenwoordigers en Tranzo (academische werkplaats Sociaal Werk).