‘Er lopen hier de leukste mensen rond’

Het Odensehuis Andante in Utrecht is een inloopvoorziening voor mensen met beginnende dementie en hun naasten. Het bestaat zes jaar. Binnen hangt een artistieke sfeer. ‘Uit mezelf lach ik niet vaak, maar als ik hier ben, moet ik elke keer lachen.’

Wie binnenkomt bij Odensehuis Andante ziet het meteen: hier wordt kunst gemaakt. Overal zie je schilderijtjes, aan de muur of op een ezel. Kasten zijn gevuld met verf, pennen, kwasten en zelfs kerstballen. Dit inloophuis vormt een prettige ontmoetingsplek voor buurtgenoten, met expertise op het vlak van dementie, vertelt coördinator Karin Meijer. ‘Mensen kunnen komen en gaan wanneer ze willen, zonder afspraak. We zijn drieënhalve dag per week geopend. Mensen kunnen gebruik maken van ons programma, maar dat hoeft niet. Dat is het verschil met de klassieke dagbesteding, waar meestal een vastere structuur geldt. Tegelijk weten we van ongeveer zeven op de tien bezoekers wel wanneer ze komen en wat ze prettig vinden, dus daar haken we met ons programma op in.’ 

Rare ongelukjes

Ook Gemma (78) en Lucie (60), bezoekers van het inloophuis, zitten aan tafel. Lucie is hiernaartoe gestuurd door haar huisarts, zegt ze. ‘Dat deed hij nadat ik op straat steeds vaker rare ongelukjes kreeg en op een dag zelfs werd meegenomen door de ziekenwagen. Van de ene op de andere dag mocht ik niet meer naar m’n werk en niet meer autorijden. Mijn oud-collega’s hebben nooit meer contact gezocht, ikzelf ook niet. Iedereen vindt het wel best zo. Als ik in de stad bekenden van vroeger tegenkom, maak ik me altijd snel uit de voeten. Dat heeft ook met schaamte te maken, ja. Eerst kon ik helemaal niet geloven dat ik dement was. Ik dacht: nu krijg ik een uitkering, maar straks blijkt dat helemaal niet nodig. Maar uit allerlei onderzoeken in het ziekenhuis bleek het toch echt zo te zijn. Lewy body dementie, om precies te zijn.’ 

'Mensen kunnen gebruik maken van ons programma, maar dat hoeft niet'

Lucie woont samen met haar zoon in Utrecht. ‘Dat gaat nog wel, maar de steile trap wordt al lastig. Daarom kijken we naar een plek in een woonboerderij voor mensen met dementie.’

Gekke dingen doen

Gemma (78) vertelt hiernaartoe gestuurd te zijn door haar dochter. ‘Ik kwam hier met tegenzin, want ik kende niemand, maar we begonnen te schilderen en sindsdien vond ik het alleen maar leuk. Het is heerlijk om hier te zijn; het is rustig, en er lopen de leukste mensen rond. Ze maken een praatje, kijken wat je aan het doen bent, geven je de nodige aandacht.’

Lucie knikt. ‘Uit mezelf lach ik niet vaak, maar als ik hier ben, moet ik elke keer lachen. Misschien omdat hier allemaal artistieke mensen bij elkaar komen, zij hebben vaak een leuk leven. Zelf vind ik mijn leven nu ook leuker dan toen ik een baan had. Behalve dat ik sneller overlijd, dat vind ik natuurlijk niet leuk.’ Gemma gaat verzitten. ‘Dat vertellen mensen in mijn omgeving ook steeds, dat je aan dementie uiteindelijk doodgaat. Ik ontken dat gewoon, maar ben er tegelijk ook een beetje bang voor.’ Lucie: ‘Ik ben vooral bang dat ik gekke dingen ga doen, dat ik morgen opeens in m’n onderbroek in de tram zit.’

Gedachtenkamer

Het weekprogramma in het Odensehuis bestaat uit de onderdelen muziek onder begeleiding van een muziektherapeut, creativiteit, bewegen en de gedachtenkamer, vertelt Karin. In die gedachtenkamer praten de aanwezigen onder begeleiding van een zzp’er ruim een uur over een thema dat de bezoekers zelf aandragen. 

'We tasten altijd eerst af: wil deze persoon praten over dementie, of juist niet?'

Lucie: ‘De gedachtenkamer vind ik verschrikkelijk, dus daar ga ik nooit naartoe.’ Karin: ‘Goed dat je dat zegt. Wie geen zin in ons programma heeft, kan z’n eigen plan trekken. We zijn trots op ons maatwerk. Dat begint al als iemand binnenkomt. We tasten dan altijd eerst af: wil deze persoon praten over dementie, of juist niet? Vaak hebben ze dat niet helemaal helder, dementie is een ingewikkeld proces. Ook kijken we eerst naar wie de persoon is en wat hem of haar uniek maakt, daarna pas naar welke vorm van dementie hij of zij heeft.’

Lotgenotencontact 

Karin vertelt dat het inloophuis lotgenotencontact enorm stimuleert. ‘Vooral omdat de meeste mensen met beginnende dementie aangeven dat belangrijk te vinden. Zo ervaren ze dat ze er niet alleen voor staan.’ Dan, tegen twee dames aan tafel: ‘Als ik iets geks vertel, moeten jullie het zeggen.’ Lucie bevestigt dat het lotgenotencontact haar goed is bevallen. Sowieso heeft ze het vanaf het begin erg naar haar zin in het Odensehuis. ‘Die eerste keer dronken we koffie, praatten we wat en waarschijnlijk hebben we lekker buiten gezeten. We hebben ook meteen afgesproken hoe vaak ik zou komen. Hier kom ik meestal tekenen, met een andere groep ga ik wandelen.’

Karin verduidelijkt dat deelnemers bij Odensehuis Andante op twee verschillende locaties terechtkomen. Een vrij unieke aanpak. ‘Deze inloop is zonder indicatie, de wandelclub is dagbesteding met indicatie. In zorgland zijn we geneigd mensen aan één plek tegelijk te verbinden, maar voor jou, Lucie, werkt onze manier juist heel prettig, toch? Je bent je terdege bewust van het feit dat je helaas niet beter wordt, maar de overgang van een plek zonder indicatie naar een plek mét indicatie – dagbesteding, of zelfs een woonvorm – verloopt nu heel soepel.’

Tekst: Wilfred Hermans

Van Andante tot Allegro: op naar meer Odensehuizen in Nederland! 

Movisie-expert Els Hofman: ‘Wat een aangrijpende en ook verschillende verhalen van Lucie en Gemma. Een mooie illustratie van de wijze waarop het Odensehuis waardevol is bij een andere fase in je leven. Waar je ongevraagd en ongewild in belandt als je dementie hebt. Zijn de meesten van ons er niet bang voor? Dat je het zelf krijgt, je partner of je ouders. Ik weet ervan: mijn oma en moeder kregen het. Als er toen een Odensehuis was geweest, had dat mijn moeder en ons als kinderen veel opgeleverd. Omdat het dichtbij is, er niks hoeft, maar gekeken wordt naar wat je kunt. Wie je bent, niet wat je hebt. Zo vinden mensen als Lucie en Gemma houvast in dingen die zij graag doen en hen plezier geeft. Doen waar zij goed in zijn. Zij tellen mee. Een belangrijke voorwaarde om positief in het leven te staan ondanks beperkingen. En hoe fijn is dat als dochter, partner of kleinkind: trots kunnen zijn op wat je naaste doet en kan! Een locatie gewoon midden in de wijk. Voor buurtbewoners zijn mensen met dementie zichtbaar en niet weggestopt in ontoegankelijke verpleeghuizen. Dus meer van dit: in de versnelling, oftewel allegro!’