Ervaringsdeskundigen helpen onderzoek en zichzelf verder

Onderzoek naar dak- en thuisloze LHBTI-jongeren in Amsterdam

In opdracht van de gemeente Amsterdam en het Bestuurlijk Overleg Zwerfjongeren onderzocht Movisie de ervaringen van dak- en thuisloze LHBTI-jongeren. In het rapport Out On The Streets vertellen de jongeren zelf over hun ervaringen. Als medeonderzoekers helpen ze antwoord geven op de vraag welke specifieke ondersteuning nodig is voor deze groep.

Jason Bhugwandass (20) werkte als ervaringsdeskundige mee aan het onderzoek. Hij groeide op in een gezin met een alcoholistische vader en een agressieve broer. In dertien maanden tijd leefde hij in vijf verschillende gesloten instellingen. ‘Mijn behandelaren vonden mijn problemen steeds te complex en stuurden me door naar een volgende instelling.’ Als medeonderzoeker was Jason betrokken bij het opstellen van de topic-lijst. ‘In een conceptversie stonden begrippen die te abstract waren om te landen bij de doelgroep, die zijn eruit gehaald. Sommige vragen werden ook te direct gesteld. Er was in eerste instantie bijvoorbeeld een hele abrupte overgang tussen de algemene vragen en de vragen over de persoonlijke geschiedenis. Daar hebben we toen een tussenvraag ingezet.’

Afsluitingsbijeenkomst Out on the streets
Op donderdag 19 juli 2018 is er een afsluitende bijeenkomst waarop de resultaten van het onderzoek 'Out on the streets' worden gepresenteerd. Op het programma staan onder andere een 'Spoken Word performance' en een panelgesprek met een aantal medeonderzoekers.

Geen zielige figuurtjes

Jason interviewde zelf ook dak- en thuisloze LHBTI’s. ‘Dat ik in hetzelfde schuitje zat, hielp om een gelijkwaardig gesprek te kunnen voeren. In een van de interviews deed ik eerst mijn verhaal, dat werkte goed.’ Niet alleen voor het onderzoek was zijn betrokkenheid waardevol; ook voor hem als persoon. ‘Ik was altijd bang een verbitterd en klein persoon te worden. Van mensen die vrolijk en optimistisch zijn, dacht ik altijd dat zij niet genoeg meegemaakt hadden. Maar door de indrukwekkende verhalen in de interviews, verteld door heel krachtige mensen, echt geen zielige figuurtjes, denk ik daar nu anders over. Dat helpt me om mezelf beter te behandelen en mezelf meer te gunnen.’

‘Dat ik in hetzelfde schuitje zat, hielp om een gelijkwaardig gesprek te kunnen voeren'

Vergeten groep

Het mooie van OOTS vindt Jason verder ‘dat een héle vergeten groep, nu even geen vergeten groep is. Hoe specifiek wil je het hebben: dak- en thuisloze LHBTI-jongeren.’ Niet voor niets zet hij zich als ervaringsdeskundige ook op andere manieren in. Via Experienced Experts (ExpEx) werkt hij mee aan een theatervoorstelling waarin hij over zichzelf vertelt. Dat kan anderen helpen, bijvoorbeeld bij hun zoektocht naar de genderidentiteit. ‘Bij mij begon dat eigenlijk wel grappig. Ik had als meisje van dertien nog nooit gehoord van transgender. Tot een buurjongen verliefd op me werd. Toen het niet wederzijds bleek, verweet hij me gefrustreerd dat ik lesbisch was. Ik ging googelen wat dat was en ontdekte de T in LHBT. Ik wist meteen: dat is aan de hand bij mij.’ Het duurde vervolgens nog zes lange jaren tot Jason uit de kast durfde te komen. ‘Pas toen kon ik gaan experimenteren, waardoor ik nu zeker weet dat ik nooit meer terug wil. Hoe mooi is het als mensen me aanspreken als hij. Het woord gendereuforie dekt niet eens de lading.’

Complexe doelgroep

Jessica Weide is als accounthouder en budgetbeheerder van de maatschappelijke opvang voor jongeren en jonge gezinnen vanuit de gemeente Amsterdam betrokken bij het onderzoek. ‘Sinds 2016 werken we volgens het plan van aanpak “Geef zwerfjongeren een kans”. In dat plan hebben we dit onderzoek specifiek naar de LHBTI-groep opgenomen. We wilden uitzoeken hoe we de opvang en begeleiding voor hen eerder en beter kunnen organiseren. Want we zagen hoe complex hun problemen zijn. Hun ingewikkelde thuissituatie plus het LHBTI zijn, dat thuis vaak niet geaccepteerd wordt. Ze worden soms zonder pardon op straat gezet.’ Ze zijn al beschadigd als ze van logeeradres naar logeeradres zwerven, een bestaan waarin problemen als verslaving, geweld, misbruik, depressie en schulden de kop op kunnen steken of verergeren. Die situatie kan soms wel een jaar duren, ook al hebben ze (in het verleden) wel contact gehad met hulpverleners.

Zich niet laten vinden

Carlo van der Linden werkt ook bij de gemeente, als projectleider voor deze doelgroep. Hij heeft wel een verklaring waarom de jongeren zo lang buiten de opvang kunnen blijven. ‘Ze laten zich niet vinden. We hebben een uitgebreide structuur van mogelijke vindplekken zoals school, ouder&kindcentra en het jeugdwerk. Maar deze jongeren voelen zich niet voldoende veilig om open te zijn over hun seksuele oriëntatie.’ Daar zijn hulpverleners ook debet aan, weet Van der Linden op basis van het onderzoek. Ze vragen niet naar achterliggende oorzaken van depressiviteit of schulden. ‘Of van ineens juist veel geld hebben’, vult Weide aan, waarmee ze doelt op het geregeld voorkomen van betaalde seks.

'We hebben een uitgebreide structuur van mogelijke vindplekken. Maar deze jongeren voelen zich niet voldoende veilig om open te zijn over hun seksuele oriëntatie'

Vragen in het hier en nu

Wat de hulpverlener in de opvang verder kan leren van dit onderzoek, zit hem vooral in de bejegening. Meer bewustwording dat een pad ook anders gelopen kan worden dan op je eigen manier. Daar nieuwsgierig naar zijn, zegt Van der Linden. ‘Naast de jongere gaan staan betekent dat je begint met vragen in het hier en nu. Hoe heb je geslapen? Wat heb je vandaag gedaan? Was je blij, of niet blij?’ Weide lokt Van der Linden uit de tent: ‘Maar we willen ook weten wat er echt speelt. We vragen ze wel naar hun schulden, naar hun eetpatroon. Kunnen we ze ook vragen op wie ze vallen?’ Van der Linden is resoluut: ‘Nee, dat zou ik niet zo direct vragen. Want als je dat doet, krijg je hoogstwaarschijnlijk geen antwoord. Je kunt wel vragen naar wie dicht bij ze staat, zonder het woord verliefdheid te noemen. Of gewoon benoemen wat je ziet als iemand excentriek gekleed is, een opmerking maken over een leuke klerencombinatie.’

Het onderzoeksrapport is vanaf 19 juli te downloaden op www.movisie.nl/oots.

Tekst: Tea Keijl