Ervaringsraad starten? ‘Timmer niet tot het perfect is, begin gewoon’
‘Veel beleid wordt vanuit de beste bedoelingen gemaakt, maar voor mensen die niet bestaan.’ Dat zei Moniek Spoor, initiatiefnemer van de Denktank Rhenen, tijdens de online workshop ‘De ervaringsraad en denktank als bron van ervaringskennis’. Wat is eigenlijk een ervaringsraad? Hoe pakt zij het aan? En wat levert het op?
Moniek Spoor werkt als ervaringsdeskundig beleidsadviseur basisvaardigheden en bestaanszekerheid bij gemeente Rhenen. Haar ervaringen deed ze onder meer op gedurende de achttien jaar dat ze in de bijstand zat. ‘Toen ik twee jaar geleden in deze functie begon, heb ik meteen een aantal mensen gevraagd om bij me aan tafel te komen en met me mee te denken.’ Op die manier wil Spoor ervoor zorgen dat ze beleid maakt dat aansluit bij mensen die wél bestaan.
Vindplaatsen
De elf leden van wat inmiddels de Denktank Rhenen heet, verzamelde Spoor op verschillende manieren. ‘Ik weet waar de mensen die ik nodig heb vaak komen. Daar ging ik gewoon naartoe. Stichting Buurtgezinnen bleek bijvoorbeeld een goede vindplek.’ En, voegt ze er met een knipoog aan toe: ‘Kom niet met een klacht over armoederegelingen bij me, want dan trek ik je de Denktank in. Dat ik dezelfde ervaringen had, hielp echt in de eerste contacten. Daarom raad ik anderen ook aan om het zo te organiseren dat er meteen bij de eerste contacten iemand is die gewoon zegt: ja, het is misgegaan en dat is klote.’
'De Denktank in Rhenen en de ervaringsraden die hier en daar ontstaan zijn mooie voorbeelden van aanpakken die voorbij het incidentele gaan, richting meer structureel'
Voorbij het incidentele
Marc Mulder, senior ervaringsdeskundige bij Movisie, begeleidde de workshop, samen met Jolinde Dermaux, die als adviseur zeggenschap en burgerbetrokkenheid bij Movisie werkt. Zij ziet bij steeds meer gemeenten de behoefte om de ervaringen van inwoners centraal te stellen. ‘Maar hoe dan? Dat is de grote vraag. Hoe breng je al die verschillende perspectieven van inwoners samen en hoe veranker je dat vervolgens in je beleid en de uitvoering? De Denktank in Rhenen en de ervaringsraden die hier en daar ontstaan zijn mooie voorbeelden van aanpakken die voorbij het incidentele gaan, richting meer structureel.’
Opbouw
Mulder stond onder andere aan de wieg van de ervaringsraad van het Expertisepunt Basisvaardigheden en die van Dienst Toeslagen. Daar ziet hij de meerwaarde van een langdurige, structurele aanpak (zie ook het tekstblok Ervaringsraad - zo werkt het): ‘Vraag je inwoners eenmalig mee te denken over een bepaald thema, dan krijg je een advies voor dat specifieke beleidsonderdeel. Dan ben je pleisters aan het plakken. Een ervaringsraad die op gezette tijden bij elkaar komt bouwt aan verbinding en begrip van de impact van ervaringen. Zo krijg je als beleidsmaker of onderzoeker zicht op de achterliggende vraagstukken.’
Ervaringsraad – zo werkt het
De eerste ervaringsraad ontstond in 2019, op initiatief van het Expertisepunt Basisvaardigheden. Sinds 2022 is er ook een ervaringsraad bij Dienst Toeslagen actief (zie het andere kader op deze pagina). Bij ministeries, gemeenten en kenniscentra ontstaan vergelijkbare groepen, soms onder andere namen zoals de Denktank in Rhenen.
Een ervaringsraad bestaat doorgaans uit acht tot tien mensen met ervaringskennis die op regelmatige basis op ervaringen reflecteren. Op die manier ontsluiten ze collectieve kennis voor beleidsmakers en onderzoekers. Hierdoor beseffen die beter hoeveel impact ervaringen hebben op het leven van de mensen voor wie ze werken: mensen krijgen een gezicht. Ook realiseren ze zich dat de het geen op zichzelf staande anekdotes zijn. Door vergelijkbare ervaringen naast elkaar te leggen, kan een onderliggend mechanisme boven tafel komen. Bijvoorbeeld: dat een gemeentelijke stadspas op verschillende plekken geen toegang biedt, maakt duidelijk dat er sprake is van uitsluiting. Zo ontstaat het inzicht dat dát de grondslag is om dingen anders te organiseren.
Stop met nadenken
Om te kunnen starten met een Denktank of ervaringsraad is het volgens Spoor verder belangrijk om niet alles dicht te willen timmeren. ‘Bij ons was er een wens vanuit het college en de gemeenteraad om inwoners te betrekken. Dat brede draagvlak is goed en nodig. Maar je moet oppassen dat je niet blíjft nadenken en zoeken naar de perfecte vorm en de perfecte mensen. Wij hebben op een gegeven moment besloten om op te houden met nadenken en gewoon te beginnen.’
Betuttelend
Het eerste onderwerp waar de Denktank Rhenen zich over boog, was de Stadspas. ‘We hebben besproken wat daar goed aan was en wat beter zou kunnen. Gaandeweg kwamen we erachter dat het armoedebeleid in zijn geheel nogal betuttelend was. Je mocht de Stadspas bij de HEMA wel gebruiken voor een glas melk in het restaurant, maar niet voor een pak melk uit de koeling. Er waren wel vijftien verschillende regelingen met kleine budgetjes. Die hebben we teruggebracht tot drie, met veel meer keuzevrijheid. Dit gaat over het zelfbeschikkingsrecht van mensen, dat is de grondslag die hier onderligt.’
Blijvend enthousiasme
Het creëren van successen zoals bij de Stadspas, noemt Spoor als een van de voorwaarden voor blijvend enthousiasme binnen de Denktank. Verder is het erg belangrijk dat de leden van een ervaringsraad goed ondersteund en gefaciliteerd worden. Dat betekent bij de Denktank – naast ruimte beschikbaar stellen en een vaste ondersteuner vanuit de gemeente – bijvoorbeeld dat er een taalmaatje bijgehaald wordt als iemand een beleidsstuk niet kan lezen. Ook deed Mulder een sessie met de Denktank, om hen verder op weg te helpen in hoe het gemeentelijke apparaat werkt en hoe zij zich daartoe kunnen verhouden.
Fatsoenlijke vergoeding
‘Ook een fatsoenlijke vergoeding hoort erbij’, zegt Spoor. ‘Omdat onze leden te maken hebben met een uitkering, is het verstrekken van een vrijwilligersvergoeding het meest zinnig.’ Mulder vult aan dat de professionele ervaringsdeskundigen waar hij mee werkt soms in loondienst zijn en soms als zzp’er werken. ‘In dat geval krijgen ze het reguliere uurtarief dat andere zzp’ers ook krijgen.’
'Omdat onze leden te maken hebben met een uitkering, is het verstrekken van een vrijwilligersvergoeding het meest zinnig'
Razendsnel
Naast de genoemde concrete opbrengsten ziet Spoor nog andere effecten van de Denktank. ‘De leden trekken zelf ook weer nieuwe mensen aan. Een bredere groep mensen zoekt tegenwoordig het podium. En de leden van de Denktank zijn enorm goed in mond-tot-mondreclame. Als ik informatie met hen deel over een aanpassing in een regeling, dan verspreid zich dat razendsnel door hun wijken. In Rhenen worden de regeling tegenwoordig goed benut. En we doen het in vergelijking met de rest van de regio en ook landelijk gezien goed als het gaat om het aantal mensen dat onder de 120 procent van het minimumloon zakt. Dat is niet alleen aan de Denktank te danken, maar die heeft er zeker aan bijgedragen.’
Object van compassie
Mulder ziet nog andere, indrukwekkende, effecten bij de ervaringsraden die hij begeleidt. ‘Bij Toeslagen hebben ‘de mensen’ een gezicht gekregen, het zijn individuele personen geworden. En voor de leden van de ervaringsraad geldt dat ze zelf steeds beter inzien wat ze teweegbrengen, daardoor groeit hun zelfvertrouwen.’ Spoor ziet dat ook gebeuren en vult erop aan: ‘Voor de gemeente was armoedebeleid altijd al belangrijk. Maar de inwoners waren een object van compassie. Nu worden ze gezien als inwoners die kennis meebrengen.’
Diversiteit
Tijdens de workshop konden de deelnemers vragen indienen. Een van de issues is de diversiteit binnen de groep. Mulder stelt gerust: ‘Je kunt nooit alle verschillende mensen vertegenwoordigd hebben, dan heb je achttien miljoen mensen nodig. Het gaat er in een ervaringsraad om dat je de generieke ervaringen, die voor veel mensen gelden, ontsluit.’ Een andere vraag van de deelnemers is hoe je ervoor kan zorgen dat alle stemmen doorklinken. Daarover zegt Spoor: ‘Mensen die hun stem al op een andere plek laten horen, die zoek ik niet. En ook binnen de groepen die ik begeleid, zijn er verschillen tussen mensen. De een is extraverter dan de ander. Daar besteden we veel aandacht aan. Het is belangrijk om te blijven benoemen waarom we aan tafel zitten, namelijk om kennis boven tafel te krijgen. Dan groeit het besef bij mensen die veel aan het woord zijn: als ik alleen maar praat, dan kom ik niet te weten wat er bij de ander speelt.’
Connectie maken
Met deze reactie voegt Mulder nog een laatste praktische inzicht toe aan de lessen die deze workshop opleverde. ‘Ik hoop vooral dat we duidelijk hebben gemaakt dat je als onderzoeker of beleidsmaker gewoon kunt starten met connectie maken met inwoners.’
Tekst: Tea Keijl
Burger Ervaringsraad Toeslagen (BERT)
Zoals gemeld in kader bovenstaand kader wordt ook op landelijk niveau gewerkt met ervaringsraden. Zo heeft het ministerie van Financiën de zogeheten Burger Ervaringsraad Toeslagen (BERT) ingesteld, met als doel de dienstverlening te verbeteren. Deze ervaringsraad bestaat uit zeven ervaringsdeskundigen, die allen ervaring hebben met Toeslagen én een eigen netwerk hebben waarop ze hun inbreng baseren.
BERT-lid Alex Schepel geeft aan dat ze een groep zijn geworden door ruimte te maken voor kennismaking, vertrouwd raken met elkaar en gelijkwaardige gesprekken over elkaars dilemma’s en ervaringen. En door samen uit te denken wat de raad kan betekenen voor Toeslagen: ervaringen delen met de mensen van de dienst en van daaruit samen met hen onderzoeken hoe zaken beter kunnen. Het is belangrijk niet te snel tot concrete resultaten, acties en resultaten willen komen, maar te verdiepen op wat de betekenis is van ervaringen die mensen hebben met toeslagen, waar dat uit voortkomt en wat dit betekent voor de manier van werken van Dienst Toeslagen. Niet- gebruik van regelingen, vertrouwen, bejegening, communicatie tussen overheid en burger en de klachtenprocedure zijn voorbeelden van onderwerpen die voorbij komen.
Mudinja Veenema, een van de andere leden van BERT, voegt eraan toe dat voor beide kanten van het verhaal veel ruimte is, waardoor wederzijds begrip tussen de ervaringsdeskundigen en de dienst Toeslagen ontstaat en ook andere medewerkers zich uitgenodigd voelen om als mens mee te doen aan de gezamenlijke sessies, die vijf keer per jaar plaatsvinden. Tussentijds vinden allerlei werkbezoeken en meedenksessies op specifieke onderwerpen plaats. Onafhankelijke begeleiding vanuit Movisie is volgens Veenema heel waardevol omdat er twee verschillende werelden samen aan tafel zitten, elk met hun eigen taal.