Experiment Taalleren op de Werkvloer: hoe verloopt het?

Dit experiment is onderdeel van actieprogramma Tel mee met Taal om de basisvaardigheden te versterken

Hoe kunnen we mensen met beperkte basisvaardigheden beter bereiken en hun basisvaardigheden versterken? En hoe zorgen we ervoor dat de kwaliteit van cursussen taal-, reken- of digitale vaardigheden wordt verbeterd? Om dat te onderzoeken zijn vorig jaar zeven experimenten gestart om de basisvaardigheden te bevorderen. Eén van de experimenten is Taalleren op de Werkvloer van IBN. Hoe verloopt het experiment?

Het geldt niet voor iedereen, maar soms is het voor iemand met beperkte basisvaardigheden lastiger om werk te vinden en te behouden. Bijvoorbeeld omdat iemand wat meer moeite heeft met lezen. Of misschien omdat het contact met collega’s moeilijker is door de taalbarrière. Er bestaan gelukkig veel projecten om je op weg te helpen. Zo biedt sociaal werkbedrijf IBN hulp aan 3500 medewerkers om zich verder te ontwikkelen. Dit doen ze met het experiment Taalleren op de Werkvloer.

IBN richt zich op werknemers die Nederlands als moedertaal hebben en op werknemers met een niet-Nederlandse moedertaal. ‘We streven er naar dat alle werknemers gelukkig zijn op het werk en in hun vrije tijd’, zegt José Castermans, beleidsadviseur bij IBN. ‘Want dan wordt er goed gepresteerd en kan men redelijk zelfstandig werken. Dit wordt bereikt door medewerkers beter Nederlands te leren spreken, luisteren, lezen en begrijpen.’

'We streven er naar dat alle werknemers gelukkig zijn op het werk en in hun vrije tijd’

Volgens Castermans hebben mensen met beperkte basisvaardigheden doorgaans geen grote behoefte om hierin verandering aan te brengen. ‘Het is een uitdaging om mensen te overtuigen dat het zin heeft. Als er iets geschreven moet worden, dan bedenkt diegene wel iets anders om het zelf niet te hoeven doen.’ Om te laten zien dat oefenen aan basisvaardigheden wel werkt, laat IBN werknemers vertellen over hun positieve ervaringen. ‘Want goed voorbeeld doet goed volgen’, zegt Castermans.

IBN is een sociaal werkbedrijf in Noord-Oost Brabant en biedt passende werkplekken in de sociale werkvoorziening voor ruim 3500 werknemers. IBN geeft verschillende basisvaardigheidstrainingen en -cursussen aan werknemers met beperkte basisvaardigheden. Het werkbedrijf zet zich al sinds 2010 in om het taboe rondom beperkte basisvaardigheden te verkleinen.

Hulp op de werkvloer

In het experiment wordt gekeken naar wat goed werkt voor de verschillende medewerkers in de sociale werkvoorziening en hoe het aanbod doelgericht ingezet kan worden. Er wordt gebruikgemaakt van diverse methoden, zoals taalmaatjes, een taal-app, taalkaarten, fotokaarten, instructievideo’s en woorden van de week.

Met behulp van taalkaarten en beeldwoordenboeken wordt de werknemer geholpen bij het vergroten van de woordenschat. ‘We beschikken over meer dan honderd verschillende taalkaarten. Het zijn thematische kaarten met foto’s, tekeningen en woorden over algemene of vakgerichte onderwerpen’, vertelt Castermans. De taalkaarten zijn ontwikkeld voor werknemers in alle sectoren.

Met de beeldwoordenboeken wil IBN zijn werknemers de basiswoordenschat aanleren. De woordenschat gaat dan over de huidige of toekomstige werkzaamheden. In de boekjes staan foto’s en tekeningen van de vaardigheden. Ook belangrijke termen staan hierin. Deze fysieke hulpmiddelen zijn straks ook digitaal beschikbaar via de Tel Mee met Taal-app. Werknemers kunnen dan ook bijvoorbeeld thuis de woorden oefenen.

Hieronder zie je een voorbeeld van een taalkaart.

Taalkaart

Taal op de Werkvloer-app

IBN is druk bezig met de ontwikkeling van de app Taal op de Werkvloer. Met deze app kunnen werknemers thuis aan de slag. In de app moeten de taalkaarten en beeldwoordenboeken komen te staan, maar ook reeds bestaand lesmateriaal, filmpjes en (geluids-)oefeningen. Volgens IBN is het een innovatieve app en bestond er nog geen app die taal leren koppelt aan de werkvloer. Maar het heeft veel voeten in de aarde, erkent Castermans. ‘Het prototype sloot niet aan op onze verwachtingen, dus we moesten er nog wat langer over doorpraten. De app wordt ontwikkeld door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Naar verwachting is de app eind mei inzetbaar. Het moet uiteindelijk een praktische app worden waarin je makkelijk informatie kunt opzoeken.’

Tel mee met Taal: 7,5 miljoen euro voor basisvaardigheden

De zeven experimenten zijn onderdeel van een breder subsidieprogramma van Tel mee met Taal. Vanuit dit programma worden jaarlijks subsidies toegekend om basisvaardigheden te versterken. Behalve voor de categorie praktijkgerichte experimenten, werden in mei 2021 ook subsidies toegekend in de categorie werknemers: werkgevers ontvangen subsidie om laaggeletterde werknemers scholing aan te bieden op het gebied van taal, rekenen of digitale vaardigheden.

Er zijn meer dan 400 werkgevers, scholen, bibliotheken en andere organisaties aan de slag gegaan met het versterken van basisvaardigheden. In totaal krijgen zij hiervoor ruim 7,5 miljoen euro vanuit de subsidieregeling Tel mee met Taal 2021-2024.

Lees hier meer over het actieprogramma Tel mee met Taal

Taalmaatjes

Er worden taalmaatjes ingezet om te experimenteren met de oefenmaterialen op de werkvloer. De taalmaatjes zijn collega’s die anderstalige collega’s graag met Nederlands helpen tijdens het werk. ‘Dit gaat op een ongedwongen manier. Ze wijzen bijvoorbeeld dingen aan en zeggen het Nederlandse woord erbij. De taalmaatjes zijn geduldig, begripvol en voelen zich maatschappelijk betrokken’, zegt Castermans. De taalmaatjes komen regelmatig bij elkaar om tips en ervaringen uit te wisselen. Dit doen ze onder leiding van een taaltrainer die in dienst is van IBN. Het sociaal werkbedrijf heeft zes trainers in dienst, waarvan twee trainers met een niet-Nederlandse moedertaal.

‘Met de taalmaatjes willen we aan leidinggevenden en collega’s laten zien hoe je het kunt aanpakken. Want dan merken ze vervolgens verbeteringen, worden ze zelf enthousiast en gaan ze ook oefenen.’ Castermans noemt een voorbeeld: ‘Er moet een logo geprint worden op een auto-mat. Er komt allemaal jargon bij kijken. We proberen de werknemer de verschillende termen aan te leren.’ Maar volgens Castermans valt er nog wel winst te behalen. ‘We moeten de taalmaatjes nog meer betrekken bij de processen op de werkvloer. Zonder dat ze het productieproces verstoren natuurlijk.’ Daarom wil IBN het aantal taalmaatjes uitbreiden, zodat alle medewerkers zich zelfverzekerd voelen om in het Nederlands met elkaar uit te wisselen.’

Effectiviteit

Om de effectiviteit van de methode in de gaten te houden, worden er metingen verricht. Bij de start (maart 2021) is er een nulmeting gedaan bij elke werknemer. Zo is het startniveau voor spreekvaardigheid, luisteren, lezen en begrijpen/woordenschat bepaald. Na zes maanden is de eerste meting en de tweede meting is na twaalf maanden. De derde en laatste meting is na achttien maanden (augustus 2022).

Het vergroten van zelfredzaamheid

‘Je merkt dat mensen zekerder en vrolijker worden. Mensen durven makkelijker te praten’

Het is de bedoeling dat de werknemer aan het eind van het experiment op minstens twee van de vier onderdelen (spreekvaardigheid, luisteren, lezen en begrijpen/woordenschat) een ontwikkeling heeft doorgemaakt. ‘We vieren natuurlijk ook kleine stappen. Denk bijvoorbeeld aan werknemers die makkelijker praten met collega’s. Of dat ze de werkzaamheden beter kunnen uitvoeren omdat ze de uitleg sneller begrijpen dan voorheen’, zegt Castermans. ‘We zien nu al, dertien maanden na de start, dat onze aanpak de zelfredzaamheid van mensen vergroot’, vervolgt Castermans. ‘Je merkt dat mensen zekerder en vrolijker worden. Mensen durven makkelijker te praten.’ Zo zegt een medewerker trots dat ze zelf nu het briefje op de prikbord bij de huisarts kan lezen. ‘Dat geeft me een goed gevoel’, laat de medewerker weten.

Beleidsadviseur Castermans zet deze positieve insteek graag door. ‘Er zullen vast nieuwe wensen uit voortkomen. Maar daar is wel nieuwe financiering voor nodig’, benadrukt Castermans. ‘Dit project hebben we kunnen doen door de subsidie van Tel mee met Taal. En we hopen dat we hier ook in de toekomst weer aanspraak op kunnen maken. Juist omdat we al positieve veranderingen merken bij onze werknemers.’

Ga naar de sites van de experimenten: