Expertteam gemeente Hilvarenbeek: sleutel tot succes bij de overgang van Wmo naar Wlz

In de Brabantse gemeente Hilvarenbeek is een expertteam Wmo-WIz opgericht in het kader van de doorontwikkeling van onafhankelijke cliëntondersteuning. Het expertteam informeert en ondersteunt inwoners bij de overgang van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) naar de Wet langdurige zorg (Wlz). Movisie sprak met drie leden van dit team: Anja van de Westelaken (beleidsadviseur samenleving van de gemeente Hilvarenbeek), Theo Schonenberg (onafhankelijk cliëntondersteuner van Mee De Meent Groep met een focus op de overgang Wmo-Wlz) en Ria van de Wiel (dorpsondersteuner van één van de dorpskernen van Hilvarenbeek). Wat zijn de succesfactoren van deze aanpak?

Het expertteam komt vier keer per jaar bijeen. De leden wisselen ervaringen uit, bespreken casussen en delen actuele kennis over de Wlz. Hiermee zorgen leden van het expertteam ervoor dat inwoners van Hilvarenbeek, die over willen gaan van een voorziening vanuit de Wmo naar de Wlz, goed geïnformeerd worden over de mogelijke gevolgen van deze overstap. Denk bijvoorbeeld aan de hoogte van de eigen bijdrage en eventuele gevolgen voor huishoudelijke hulp. Wanneer een Wlz-indicatie nodig is kan het expertteam verder ondersteunen bij het correct aanvragen hiervan bij het Centrum Indicatie Zorg (CIZ).  

Wie zitten er in het expertteam? 

Het expertteam in Hilvarenbeek bestaat uit een zorgconsulent, onafhankelijk cliëntondersteuner Wlz, dorpsondersteuner, wijkverpleegkundige, casemanager dementie, onafhankelijk cliëntondersteuner van de Katholieke Ouderenbond (KBO), consulent Wmo en een mantelzorg-consulent. De beleidsadviseur Samenleving van de gemeente Hilvarenbeek is in een faciliterende rol aan dit team verbonden. Allen treffen vanuit hun functie vaak inwoners met een vraag over de Wlz en kunnen daardoor een waardevolle bijdrage leveren aan het expertteam. De breedte van de groep is een meerwaarde voor de leden, omdat je op die manier vanuit verschillende invalshoeken informatie en advies krijgt. 

Na kort onderzoek is het advies erg vaak: geen bezwaar indienen, maar een nieuwe volledig goede aanvraag indienen bij het CIZ.

Aanleiding: veel frustraties en weinig kennis over de Wlz 

Van de Westelaken en Schonenberg kregen allebei signalen vanuit inwoners en professionals wat betreft de overgang Wmo-Wlz. Enerzijds krijgen inwoners vaak geen goede informatie over de Wlz en anderzijds hebben veel professionals hier te weinig kennis over. Daarnaast merkten zij dat de overgang van Wmo naar Wlz tot problemen leidde bij inwoners, bijvoorbeeld op het gebied van huishoudelijke hulp. Eerder moesten inwoners namelijk overstappen van huishoudelijke hulp wanneer zij vanuit de Wmo naar de Wlz gingen, omdat verschillende organisaties waren gecontracteerd die geen contract hadden met het zorgkantoor. Ook werden er veel bezwaren ingediend rondom Wlz aanvragen. Door een gebrek aan kennis, werden aanvragen voor de Wlz vaak niet goed opgesteld. Het betrof dan vaak onvolledige aanvragen voor de richtlijnen van het CIZ, of dat de klant niet voldoet aan de gestelde criteria om in aanmerking te kunnen komen voor de Wlz. Het gevolg: veel afwijzingen van de aanvragen en regelmatige indiening van bezwaren. Die bezwaarprocedures zijn kostbaar voor de overheid. Eerst toetsen of bezwaar indienen raadzaam is heeft daarom een sterke voorkeur. Na kort onderzoek is het advies erg vaak: geen bezwaar indienen, maar een nieuwe volledig goede aanvraag indienen bij het CIZ. Voor menig inwoner resulteerde dat in frustraties en soms zelfs tot weerstand om Wlz aan te vragen. ‘Veel inwoners krijgen enkel (onjuiste) informatie van horen zeggen en denken: ‘die Wlz, dat hoeft voor mij niet zo, want dan moet ik een hoge eigen bijdrage gaan betalen’, vertelt Schonenberg. 

Hoe gaat het in zijn werk? 

De leden van het expertteam komen vier keer per jaar bij elkaar om informatie uit te wisselen en casussen te bespreken. Daarnaast, wanneer op initiatief van de inwoner of door een verwijzer de Wlz ter sprake komt, informeren twee personen van het expertteam – veelal de onafhankelijk cliëntondersteuner Wlz en een zorgconsulent – de inwoner hierover. Dit alles met als achterliggend doel specifieke kennisoverdracht, zodat ieder lid van het expertteam de juiste en volledige voorlichting kan geven. Wanneer een inwoner van Hilvarenbeek mogelijk in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie wordt onderzocht of dat voor de inwoner de beste vervolgstap is. Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte worden experts uit het team geraadpleegd. Als dat nodig is overleggen zij met andere experts uit het team. Soms is de conclusie dat een aanvraag (nog) niet nodig is. Wanneer een aanvraag voor Wlz-indicatie wél de beste oplossing is voor de inwoner, en de inwoner daar ook mee instemt, wordt de aanvraag in afstemming met de inwoner bij het CIZ gestart.  

Betere informatievoorziening voor inwoners  

Vanaf de start van het expertteam worden er casussen met elkaar doorgenomen. Dat heeft ertoe geleid dat professionals nu veel meer kennis hebben en dat inwoners goed worden voorgelicht. Dat is volgens Schonenberg de grootste meerwaarde, ‘want het valt of staat met een goede informatievoorziening aan inwoners’. Ook dorpsondersteuner Van de Wiel ervaart het belang van het beter kunnen adviseren van inwoners: ‘Ik zit als eerste in het voorliggend veld. Het is daarom belangrijk dat ik betrokken ben en ik opgedane informatie ook kan doorgeven aan de andere dorpsondersteuners, bijvoorbeeld over hoe belangrijk het is dat we weten wat we moeten adviseren en hoe het in elkaar zit. Daarom vind ik deze groep zo fijn: we leren veel van elkaar.’  

Kwalitatief betere aanvragen  

Dankzij de verzamelde kennis in het expertteam over de Wlz en de vereisten aan een Wlz-aanvraag is de kans op toekenning flink gestegen. Het komt niet meer voor dat er een afwijzing van de aanvraag terugkomt met de opmerking dat een aanvraag onjuist is ingevuld. Daarmee voorkom je ook dat je een bezwaarschrift moet schrijven. Dat is voor alle betrokkenen vervelend. Schonenberg: ‘Bezwaar maken kost de overheid namelijk veel geld en leidt tot veel stress onder inwoners en hulpverleners.’ 

Inwoners kunnen afgewogen keuzes maken 

Volgens Schonenberg is zorg vanuit de Wlz voor veel inwoners een hele goede optie met veel keuzemogelijkheden aan zorg én is een hoge eigen bijdrage lang niet voor iedereen aan de orde. Voor veel inwoners geldt dat de Wlz hen meer regie geeft over de zorg die ze willen inkopen, dit werkt drempelverlagend.  

‘Vaak is de neiging om te denken: “we kennen elkaar wel, dus het is niet nodig elkaar te spreken.” Maar het is écht nodig om de contacten warm te houden.’ 

Korte lijntjes en sneller schakelen 

Van de Westelaken ziet nog een ander groot voordeel van het expertteam: de korte lijntjes. ‘Alle leden van het expertteam kunnen nu makkelijker met elkaar schakelen.’ De inwoner hoeft zo niet elke keer opnieuw zijn verhaal te doen. Vragen kunnen makkelijker worden gesteld en casussen makkelijker gedeeld, uiteraard met toestemming van de inwoner. Van de Westelaken benadrukt: ‘die korte lijnen zijn zó fijn.’ Zelf neemt zij ook deel aan het overleg van het expertteam en dat levert heel veel informatie op voor haar als beleidsadviseur. ‘Je weet wat er speelt in de praktijk, je hoort waar de knelpunten zitten en waar mensen tegenaan lopen.’ De korte lijnen zijn niet alleen tussen de leden van het expertteam aanwezig, maar ook van het expertteam naar professionals daarbuiten en vice versa. Dorpsondersteuner Van de Wiel vertelt: ‘Het is belangrijk dat de dorpsondersteuners met hun directe verbindingen naar inwoners toe via mij weten wat het expertteam kan betekenen.’ Belangrijk is ook om te blijven investeren in de korte lijnen en dus om de overleggen ieder kwartaal te blijven faciliteren. Schonenberg vertelt: ‘Vaak is de neiging om te denken: “we kennen elkaar wel, dus het is niet nodig elkaar zo vaak te spreken.” Maar het is écht nodig om de contacten warm te houden.’ 

Van pilot naar bestaande voorziening 

Het expertteam is begonnen als een pilot, maar is door de goede ervaringen van de betrokkenen en door de mogelijkheid om het budgetneutraal uit te voeren nu een doorlopende bestaande voorziening geworden. 

Tips voor gemeenten 

Wil je als gemeente (verder) aan de slag met de invulling van cliëntondersteuning rondom de overgang van Wmo naar Wlz? Dan hebben Van de Westelaken, Schonenberg en Van de Wiel nog enkele tips:   

  • Ga in de eigen gemeente na hoe de overgang van Wmo naar Wlz verloopt en breng het huidige proces in kaart. Kijk daarbij welke personen en organisaties betrokken zijn, wat goed gaat in het proces en waar nog verbetering mogelijk is.  
  • Check waar en bij wie de deskundigheid over de Wlz aanwezig is, maar ook voor wie extra kennis over de Wlz belangrijk is. Volgens Van de Westelaken, Schonenberg en Van de Wiel is het de breedte van organisaties en functies in het team dat het tot een succes maakt. Zorg vervolgens dat betrokkenen elkaar weten te vinden en bevorder dat er samengewerkt wordt bij een Wlz aanvraag. Én zorg dat een mantelzorgconsulent of -makelaar deel uitmaakt van deze samenwerking, zo pleiten zij. 
  • Een expertteam kan hier een uitstekende invulling voor zijn, maar ook een periodiek afstemmingsoverleg of casusoverleg kunnen manieren zijn om dit te realiseren. Van de Westelaken, Schonenberg en Van de Wiel benadrukken vooral dat het belangrijk is om binnen de gemeente te kijken wat het beste past en hoe dit het beste georganiseerd kan worden.  

Meer weten over de overgang van Wmo naar Wlz? 

Lees dan de themapublicatie ‘Onafhankelijke cliëntondersteuning en de overgang van Wmo naar Wlz’. Wat speelt er rondom die overgang voor inwoners, wat zijn aandachtspunten bij de aanvraag van een Wlz-indicatie en welke aanpakken bestaan er om de verbinding te maken tussen onafhankelijke cliëntondersteuning vanuit de Wmo en Wlz? Allemaal zaken waar deze themakaart op in gaat. Ook zijn diverse koplopergemeenten binnen het koploperproject onafhankelijke cliëntondersteuning bezig met dit thema. Lees bijvoorbeeld het artikel van koplopergemeente Utrecht over het Utrechtse model.