Extra aandacht voor migrantenouderen met dementie
Migrantenouderen met vergeetachtigheid of dementie zijn vaak niet of te laat in beeld. Hoe kun je in een eerder stadium hulp bieden aan deze ouderen en hun familie? En op welke manier kun je het ondersteuningsaanbod in zorg en welzijn verbeteren? Het Rotterdamse project ‘Oudere migranten met vergeetachtigheid of dementie’ beet zich de afgelopen twee jaar met succes vast in deze vragen.
Projectleider en onderzoeker Marina Jonkers vertelt donderdag 23 september - tijdens de slotconferentie van het project - waarom de urgentie op dit thema zo hoog is. ‘De eerste generatie migranten veroudert en dementie bij deze groep neemt daardoor toe. Deze ouderen zijn meestal niet of laat in beeld en er is vaak sprake van overbelaste mantelzorg. We vonden het tijd dat daar iets aan gaat veranderen!’ Wethouder Sven de Lange beaamt het belang: ‘Dit is een onderwerp wat wij als gemeente heel belangrijk vinden. Zeker omdat er zoveel migrantenouderen zijn in onze stad. Daarom willen we juist migrantenouderen die thuis ondersteuning nodig hebben bereiken en helpen en geleiden naar zorg.’ Het Rotterdamse project richtte zich de afgelopen twee jaar op de wijken Feijenoord en Delfshaven, omdat daar in Rotterdam de meeste ouderen met een migratieachtergrond wonen.
In een eerder stadium hulp bieden
Het project had twee hoofddoelen: in een eerder stadium hulp bieden aan migrantenouderen met vergeetachtigheid of dementie en hun familie. Lang niet alle ouderen hebben namelijk de officiële diagnose dementie, terwijl er toch vaak een sterk vermoeden is dat er wel een vorm van dementie is. Een tweede doel was om een nieuwe werkwijze van professionals in zorg en welzijn te ontwikkelen om migrantenouderen eerder te bereiken en te ondersteunen. Daarbij richtte het project zich op het verbeteren van vroegsignalering en de ondersteuning.
'Alle ouderen met dementie en hun mantelzorgers willen goede zorg die aansluit bij hun persoonlijke behoeften'
Werkwijze project
Tijdens het project zijn twee zogenaamde kernteams opgezet met een mix aan professionals uit zorg en welzijn. Deze kernteams kwamen regelmatig samen om plannen te maken om migrantenouderen beter te bereiken en casussen te bespreken zodat passende hulp voor de migrantenoudere kon worden afgestemd en uitgezet. Daarnaast is een buitenring met professionals, buurtbewoners en vrijwilligers regelmatig geïnformeerd en betrokken bij de uitvoering van het project. Ook is er input opgehaald bij ervaringsdeskundigen en bij onderzoekers, docenten en studenten van Hogeschool Rotterdam die tijdens het project onderzoek hebben gedaan in de wijken Feijenoord en Delfshaven. De aanpak in het project ging gefaseerd. Er werd gestart met het verkennen en inventariseren van de problemen die professionals tegenkomen in de praktijk. Daarna werden vindplaatsen, signalen van dementie en behoeften van migrantenouderen in kaart gebracht. Er is een advies- en opvangpunt voor vragen over signalen van dementie ingericht en is daarover op vindplaatsen informatie gegeven. In een laatste fase zijn vragen en problemen rond migrantenouderen met vergeetachtigheid of dementie opgevangen door de kernteams en is hulp op maat geboden. Kijk op de projectsite om meer te lezen over de aanpak.
Mensen met dementie hebben dezelfde behoeften
Het tweejarig project heeft een aantal interessante inzichten naar voren gebracht. Migratieachtergrond of niet, volgens Marina Jonkers hebben ouderen met vergeetachtigheid of dementie dezelfde behoeften. ‘De behoeften onderling tussen migrantenouderen kunnen erg verschillen en zijn op zich niet wezenlijk anders dan die van ouderen zonder migratieachtergrond. Alle ouderen met dementie en hun mantelzorgers willen goede zorg die aansluit bij hun persoonlijke behoeften.’ Een ander opvallend inzicht is dat huisartsen de signalen van dementie bij migrantenouderen niet altijd goed oppakken. Dit kan onder andere komen door een taalbarrière. De vertaling van een dementietest gaat bijvoorbeeld niet altijd goed, waardoor je snel een verkeerde uitslag krijgt. Huisarts Shakib Sana beaamde dit tijdens de rondetafeldiscussie. ‘Ik betrap mezelf er ook op dat ik soms te laat ben met signaleren. Het is moeilijk om een op maat gemaakt neuropsychologisch onderzoek te doen, omdat niet alle middelen optimaal zijn. Als je de taal niet spreekt, ben je afhankelijk van een tolk of familielid en dan kan informatie verloren gaan. Ik spreek zelf bijvoorbeeld Turks en hoorde daardoor dat een vertaling van een familielid maar voor 50% klopte. De signalenkaart is dus belangrijk voor ons, maar net zo goed belangrijk voor de familie’.
Resultaten project
Hoe pik je de signalen van vergeetachtigheid op? En hoe zorg je voor vroegsignalering? Met die vragen in het achterhoofd is een signalenkaart ontwikkeld. ‘Op de signalenkaart staan herkenbare alledaagse situaties beschreven van problemen met het geheugen en gedrag. Het is een goed hulpmiddel voor iedereen die betrokken is bij (migranten)ouderen om signalen te herkennen en wanneer het nodig is om hulp te zoeken en waar dat kan.’ Daarnaast is er een nieuwe werkwijze ontwikkeld, afgestemd op mogelijkheden van professionals in de praktijk voor een gezamenlijke aanpak. Het project heeft ook een visiedocument en wijkanalyse opgeleverd en binnenkort volgt een kennismodule met de opgedane kennis in het project voor (toekomstige) zorg- en welzijnsprofessionals en ervaringsdeskundigen. Beide kernteams hebben besloten om na de afsluiting van het project gezamenlijk door te gaan. Kernteam Feijenoord: ‘Dit project verdient continuïteit voor de burgers en dan speciaal voor migrantenouderen. Vooral omdat we collega’s hebben met verschillende expertises en ervaring en ook verschillende achtergronden. De cliënt heeft hier baat bij. Iedereen heeft een eigen aanpak en dit delen heeft echt meerwaarde voor de cliënten.’
Inspirerende praktijkvoorbeelden
Woonzorgcentrum Beyt Essalam heeft drie woon-zorgcentra met gemengde, islamitische, Chinese, Kaapverdische en Surinaamse groepen. Er is veel aandacht voor wat een cliënt belangrijk en zinvol vindt om te doen, ook vanuit het geloof. Met als motto ‘Je voelt je niet thuis waar je woont, maar waar ze je begrijpen’, doen ze er van alles aan zodat cliënten zich thuis voelen. Zo zijn de etagecijfers gekoppeld aan een bloem of vrucht die ze herkennen uit hun eigen land. Is er eten uit het land van herkomst. ‘Veel migrantenouderen kunnen zich niet goed uitdrukken in de Nederlandse taal. Daarom proberen we cliënten zoveel mogelijk samen te laten wonen met andere ouderen met dezelfde religie of achtergrond, dit vinden ze fijn.’ Naast aandacht voor de oudere is er ook veel aandacht voor mantelzorgers. ‘Ze raken hun ouders kwijt en vinden dat vaak moeilijk om te accepteren. Die vinden het vaak moeilijk om de situatie te accepteren.’
Dagbesteding Saroj Maasveld (Laurens) gaat uit van de hindoestaanse cultuur, taal en maaltijden. Ze werken met Hindoestaanse medewerkers en kijken naar Bollywoodfilms of filmpjes op YouTube om herinneringen ophalen. Het eten is een belangrijk moment op de dag. De geuren zorgen voor herkenning en het eten zelf zorgt voor verbintenis. Alle maaltijden zijn halal. ‘Mensen krijgen bij ons een familiegevoel. Medewerkers spreken de cliënten ook vaak aan met oom of tante, dat wordt in onze cultuur gezien als respectvol. Iedereen die zich thuis voelt bij ons is sowieso welkom, ongeacht binnen welke cultuur je past.’
Project ouderdom komt met vragen (Spior) zet maatjes en vrijwilligers in voor islamitische oudere migranten met dementie. ‘De vergrijzing neemt toe en mensen blijven langer thuis wonen. Er is gebrek aan een luisterend oor en de eenzaamheid neemt toe. Daarnaast zijn er vaak problemen op het gebied van gezondheid, financiën en huisvesting. Ze vinden het vaak lastig om hierover te praten.’ Het project wil ouderen ondersteunen bij zingeving en levensvragen, de zelfredzaamheid vergroten en het sociaal isolement tegengaan. Dit doen ze door vrijwilligers te trainen en te koppelen aan ouderen. ‘Hoe ouder je wordt, hoe meer je teruggaat naar je eigen taal. Daarom worden ze gekoppeld op basis van de taal. Er zijn ook vrijwilligers die ouderen met dementie begeleiden naar de moskee, omdat zij vergeten zijn hoe zij moeten bidden, of vrijwilligers die hen thuis gezelschap houden.’
Het Geheugenpaleis (SOL) is een centrum voor ouderen – en hun partner of mantelzorger – om door middel van activiteiten effectief te helpen met veranderingen en beperkingen die dementie met zich mee brengt. Dit doen ze onder andere met beweeg- en muziekoefeningen. Het Geheugenpaleis is laagdrempelig, het is niet nodig dat er (al) een diagnose dementie is om mee te kunnen doen. ‘De groepen zijn steeds meer gemengd, er zijn zowel ouderen met als zonder een migratieachtergrond. We hebben namelijk geen taal nodig om contact te maken. Met houding en bewegingstaal kun je mensen ook laten voelen dat ze erbij horen.’