‘Het gaat erom dat je de betekenis van stigma kent’

Interview met Mariëtte van Hees, projectleider ervaringsdeskundigheid Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN)

Mariëtte van Hees is bij de HAN (Hogeschool Arnhem en Nijmegen) projectleider ervaringsdeskundigheid. De HAN startte onlangs met de Associate degree Ervaringsdeskundigheid in Zorg en Welzijn. Ze vertelt over de opleiding, de filosofie die erachter schuilgaat – en wat het onderwerp voor de HAN, docenten en aankomend studenten zo belangrijk maakt.

Impuls

Het bestuur was ontvankelijk voor het onderwerp ervaringsdeskundigheid, de impuls kwam uit de  praktijk zegt Van Hees. ‘Soms worden onderwerpen van boven naar beneden opgelegd maar dat was hier niet het geval. Het is van onderaf gekomen.’

‘We speelden met onze initiatieven in op een vraag die in de praktijk leefde en bij wat er maatschappelijk aan de hand is. Bij lectoraten bijvoorbeeld werd steeds meer gewerkt met mensen met ervaringskennis. Het thema druppelde zo de HAN binnen. Je zag ook dat docenten meer met mensen met ervaringen en ervaringsdeskundigen gingen werken. Wat we merkten was dat de studenten er beter van werden en docenten ook. Docenten die met ervaringsdeskundigen samenwerkten zijn veel meer les gaan geven vanuit betekenisgeving. Dat vind ik een prachtige winst.’

Dat studenten leren samenwerken met ervaringsdeskundigen is geen geïsoleerd onderwijsdoel

Voor de beoogde bundeling van de initiatieven kwam er een projectplan waarmee aan de slag werd gegaan. Het plan stoelde op een aantal doelen: ervaringskennis in het onderwijs brengen, organiseren dat studenten eigen ervaringen in kennis kunnen omzetten, organiseren van samenwerking met ervaringsdeskundigen. Dat studenten leren samenwerken met ervaringsdeskundigen is geen geïsoleerd onderwijsdoel, stelt Van Hees. ‘Er is nogal eens handelingsverlegenheid in de praktijk rond die samenwerking. Studenten worden voorbereid om later in de praktijk samen te werken met ervaringsdeskundigen.’ Tegelijkertijd was men druk aan de slag met het ontwikkelen van een opleiding ervaringsdeskundigheid. Met de start van de Associate degree in september 2021 werd dat geëffectueerd.

Associate degree Ervaringsdeskundigheid in Zorg en Welzijn

De HAN is een van de vijf hogescholen waar studenten een Associate degree Ervaringsdeskundigheid in Zorg en Welzijn kunnen behalen. De 2-jarige opleiding wordt ook aangeboden aan de Hanzehogeschool, HvA (Hogeschool van Amsterdam), Fontys en Saxxion. De hogescholen, die samenwerken rond de opleiding, hebben elk hun eigen accenten binnen hun curriculum. Voor alle hogescholen geldt: afgestudeerden leren opgedane kennis en vaardigheden in te zetten voor armoede- en schuldenproblematiek, psychiatrische problematiek, sociale uitsluiting, verslaving, jeugdzorg, huiselijk geweld, NAH (niet aangeboren hersenletsel) of lichamelijke beperking.

De studenten die in september met de Associate degree opleiding zijn gestart, hebben allemaal te maken gehad met een levensontwrichtende ervaring waarvan ze zijn hersteld of waarvan ze in herstel zijn. ‘Met de discussie over het woord herstel kun je dagen vullen’, zegt Van Hees lachend. Herstel kan zich op verschillende manieren manifesteren. De HAN volgt, zo zegt ze, het onderscheid dat Jean Pierre Wilken (lector participatie en herstel, red.) maakte. Er is fysiek herstel, persoonlijk herstel, sociaal herstel en maatschappelijk herstel. Mogen die eerste twee vormen direct duidelijk zijn, de derde vorm manifesteert zich in interactie met familie en vrienden en gaat over participatie in de maatschappij. ‘En voor die laatste twee zit je natuurlijk heel erg in het sociaal domein.’

De Associate degree is een deeltijdopleiding. Een eis is dat studenten een passende werkplek hebben. Van Hees: ‘Daaronder verstaan we dat de studenten als ervaringsdeskundige een werkplek moet hebben. Binnen een organisatie die ook met ervaringsdeskundigen wil werken.’

Hoe kom je erachter of een organisatie dat daadwerkelijk doet en goed doet?

Van Hees: ‘We hebben een lijst met criteria. Ik heb inmiddels een behoorlijk breed netwerk van organisaties die daaraan voldoen. Maar soms vereist het dat ik eerst in gesprek ga met betrokken medewerkers in de organisatie en vergt het enig uitzoeken. In die gesprekken komt aan de orde: “Hoe zijn jullie met ervaringsdeskundigheid bezig?” “Hoe krijgt die vorm?”’ Die antwoorden zijn noodzakelijk volgens Van Hees om te voorkomen dat studenten in het diepe worden gegooid. ‘Soms is de kennis over wat ervaringsdeskundigheid is, beperkt aanwezig in organisaties.’

Zie je dat in gunstige zin veranderen in de praktijk, groeit die kennis over ervaringsdeskundigheid?

‘Ik zie dat groeien en dat heeft er ook mee te maken dat we er zijn, dat we die gesprekken aangaan. Door in gesprek te gaan in organisaties, gaat er een politiserende werking vanuit. We proberen de praktijk warm te maken voor het belang van de inzet van ervaringsdeskundigheid.’

Een ander lastig aspect is de betaling van ervaringsdeskundigen. Als Van Hees en collega’s het met de praktijk hebben over de inzet van ervaringsdeskundige, gaat het wat hun betreft over ervaringsdeskundige professionals. Met een betaalde baan. De praktijk is een andere: slechts een kwart van de studenten heeft die betaalde baan, de rest loopt stage. ‘In onze regio is dat best ingewikkeld om dat opgelost te krijgen, om iedereen betaald te laten krijgen voor zijn werk. Hoe logisch dat ook zou zijn. Zeker in het sociaal domein blijkt dat lastig. Gemeenten hebben sowieso maar weinig geld.’
 
25 studenten volgen in het eerste jaar de Associate degree opleiding. De leeftijd van studenten loopt sterk uiteen, die is tussen 23 en 60 jaar. ‘We vragen emotioneel veel van ze. We gaan flink de diepte in’, zegt Van Hees. In de opleiding leren de studenten onder meer om op hun werk te vertellen over hun ervaringsdeskundigheid en er stevigheid in te krijgen en vaardigheden te ontwikkelen om anderen te ondersteunen op verschillende niveaus in een organisatie.  

Dat doet me denken aan een ander interview in deze serie. Evelien Hulshof  coördinator ervaringsdeskundigheid ggz Oost-Brabant wees daarin ook op het belang van het ontwikkelen van stevigheid. Je moet je meerwaarde als ervaringsdeskundige kunnen uitdragen. Ze zei: ‘als je zelf niet goed uit kunt leggen wat precies doet, hoe kun je dan anderen verwachten dat ze het wel begrijpen?’  

Van Hees: ‘Ja, dat is de basis! Als ik studenten zeg: “Je moet je herstelverhaal kunnen uitdragen”, dan betekent dat overigens niet per se dat je hoeft te vertellen over je ervaring en herstel. Het belangrijkste is dat je overstijgend kunt kijken naar jouw verhaal en naar andere verhalen en er betekenis aan kunt geven. Als je verslaafd bent geweest, ik noem maar wat, dan moet je ook met cliënten  met depressies kunnen werken. Het gaat erom dat je de betekenis van stigma kent, uitgesloten zijn. De focus ligt niet op dat je in de armoede hebt gezeten of zwaar depressief bent geweest. Het kan een hulpmiddel zijn bij een gesprek maar niet meer dan dat. Studenten die binnenkomen moeten dus al enige afstand hebben tot hun verhaal.’  

Lukt iedereen dat, dat overstijgen – het los kunnen komen van je ervaring?

Van Hees: ‘Het is niet gemakkelijk. Maar dat leren we de studenten natuurlijk ook in de opleiding.  Daarnaast verwachten we ook dat de studenten helder hebben dat ze een hbo-opleiding doen; dat vraagt een behoorlijke investering.’

Voor de HAN is voor wat betreft ervaringsdeskundigheid practice what you preach een belangrijk streven, zegt Van Hees. ‘We kunnen wel mooi die opleiding hebben maar moeten dan zelf ook ervaringsdeskundigen in dienst hebben. En dat is inmiddels ook het geval. In het project Leren werken met… hebben we inmiddels drie senior ervaringsdeskundigen aangenomen.’

Artikelenreeks ervaringsdeskundigen in organisaties

Dit is het derde artikel uit een serie interviews over ervaringsdeskundigen in organisaties.
Bekijk hier de eerdere artikelen: