'Gebrekkige basisvaardigheden zijn een blinde vlek bij sociaal werkers'

Expertisepunt Basisvaardigheden presenteert Onderzoeksagenda 2023

'Gebrekkige basisvaardigheden zijn een blinde vlek bij sociaal werkers.' Dat zegt Janneke Lakerveld, docent social work en lid van de onderzoekscommissie van het Expertisepunt Basisvaardigheden. Dagelijks ziet zij waar studenten tegenaan lopen als het gaat om basisvaardigheden. En hoeveel aandacht is er voor beperkte basisvaardigheden binnen stress-sensitief werken onder sociaal werkers? Onderzoeker Rosanne Oomkens (HU) doet daar onderzoek naar. Dit is één van de onderzoeken dat in 2023 wordt gefinancierd door het Expertisepunt.

'Mensen kunnen lage basisvaardigheden heel goed verbergen', zegt Janneke Lakerveld van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). 'Bekijk maar eens wat filmpjes van de Taalambassadeurs, ervaringsdeskundigen van Stichting Lezen en Schrijven. Ik herinner me een vrachtwagenchauffeur die - als hij een vrachtbrief in moest vullen - snel zijn handen in de olie deed en zei: 'sorry, ik heb vieze handen. Wil jij het even doen?' Er zijn ook mensen die standaard een mitella bij zich hebben. Die verhalen gaan je echt aan het hart.'

Levensvreugde

Nederlanders die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en (daardoor) minder digitaal vaardig zijn, vormen een grote groep van zo’n 2,5 miljoen mensen. Die groep groeit en toch worden ze in het sociaal domein vaak over het hoofd gezien. En niet alleen omdat ze het zo goed kunnen verbloemen. Lakerveld: 'Die groep bestaat voor zo’n twee derde uit mensen die Nederlands als thuistaal hebben. Daar verwacht je het misschien minder. Bovendien heeft driekwart van hen gewoon werk. Eerst hadden we de mensen in beeld die helemaal aan de onderkant van de laaggeletterdheid zitten. Nu zien we een veel grotere groep, die zich wel een beetje redt, maar net niet genoeg. Ze komen een heel eind mee. Maar als er dan iets verandert, bijvoorbeeld als je partner overlijdt of je kinderen gaan verder weg wonen, zit je met je handen in het haar als er bijvoorbeeld een ingewikkelde brief komt van de woningbouwvereniging.'

Gebrekkige basisvaardigheden maken het niet alleen lastig om mee te doen in de maatschappij, maar beperken ook je levensvreugde, zegt Lakerveld. 'Als je beter leert lezen, kun je je kleinkind beter voorlezen. Als je beter leert rekenen, kun je als kookliefhebber een recept voor vier personen omrekenen voor drie of vijf. En... het geeft meer zelfvertrouwen.'

'Ik vind het echt een taak van sociaal werkers om te signaleren dat er misschien sprake is van lage basisvaardigheden'

Signaleren een taak van sociaal werkers

Lakerveld is zelf opgeleid als maatschappelijk werker en heeft er dertien jaar in gewerkt. Ze is nu docent social work. 'Ik vind het echt een taak van sociaal werkers om te signaleren dat er misschien sprake is van lage basisvaardigheden, dit op net zo’n goede manier bespreekbaar te maken als andere gevoelige onderwerpen en te weten waar je iemand warm naartoe kunt verwijzen.' En dat is precies waar Rosanne Oomkens van de Hogeschool Utrecht begin dit jaar, samen met collega’s, een onderzoek naar is gestart. Ze richt zich speciaal op sociaal werkers, die wel steeds meer stress-sensitief hebben leren werken, maar daarbij signalen van lage basisvaardigheden vaak over het hoofd zien. 'Of verwarren met stress’, zegt Oomkens. ‘Sommige signalen komen ook overeen. Zoals te laat komen op een afspraak. Dat kan komen door stress, omdat je hoofd te vol zit en je het vergeet. Maar ook omdat je om 13.40 uur moet verschijnen en je niet begrijpt wat ‘13.40’ betekent of niet kunt uitrekenen hoe laat je dan van huis moet.'

Signalen

Oomkens voert het onderzoek naar aandacht voor basisvaardigheden binnen het stress-sensitief werken onder sociaal werkers uit samen met MEEVivenz. 'We hebben ons ook samen ingeschreven voor de onderzoeksronde van het Expertisepunt Basisvaardigheden. We hebben gekozen voor een aanpak met een kernteam van sociaal werkers, de praktijk dus. Daar wisselen we voortdurend informatie mee uit, testen we materiaal uit, passen dat weer aan en zo ontwikkelen en onderzoeken we samen. Ervaringsdeskundigen hebben ook een belangrijke rol in het onderzoek.' Ze zijn begonnen met het samenstellen van een enorme lijst met signalen van lage basisvaardigheden. 'Veel onderzoeken of toolkits stoppen daar', zegt Oomkens, 'maar de grote vraag van de sociaal werkers was: als ik weet waar ik op moet letten, wat doe ik dan concreet? Net zoals bij stress-sensitief werken - waar de gespreksvoering een belangrijke rol speelt, met aandacht voor autonomie, betrokkenheid en competenties - geldt bij een vermoeden van lage basisvaardigheden dat het ertoe doet wat je zegt.'

Die lange lijst met signalen van lage basisvaardigheden hebben ze verdeeld in negen clusters, zoals Lezen & Schrijven, Werk, Digitaal en Tijd, vertelt Oomkens. 'Zo kun je zien wat de signalen zijn op die gebieden. Per signaal hebben we vragen opgesteld die een sociaal werker dan kan stellen en beschreven wat die verder kan doen. Als iemand bijvoorbeeld moeite heeft met het online aanvragen van inkomensondersteuning, kan dat duiden op lage digitale vaardigheden. Je kunt dan zeggen: 'je vindt het lastig om online een aanvraag te doen? Dat geldt voor veel mensen. Wat maakt dat je het zo lastig vindt?' Zo toon je betrokkenheid, maak je het minder zwaar en laat je zien dat zij niet de enige zijn.'

De sociaal werkers van het kernteam zijn nu met de signaallijsten aan de gang en de onderzoekers gaan regelmatig bij hen langs. 'We kijken welke signalen ze vaak tegenkomen en welke minder. Bijvoorbeeld dat mensen alleen kijken naar een tekst, zonder hun ogen te bewegen. Of smoesjes gebruiken als 'sorry, ik ben mijn bril vergeten'. Die signalen houden ze nu bij en dat helpt ons weer in het prioriteren en vormgeven.' Uiteindelijk moeten het een soort gesprekskaarten worden voor professionals zelf, waarmee ze het gesprek aan kunnen gaan met een cliënt. Inclusief ijsbrekers, zoals ze dat in het stress-sensitief werken noemen. 'Bij het cluster Tijd is bijvoorbeeld een signaal dat mensen geen agenda hebben, maar alles onthouden. Een ijsbreker is: 'goh, ik had laatst een afspraak in het ziekenhuis en ik was gewoon een uur te vroeg! Gebeurt jou dat ook wel eens?' We willen ook praatplaten maken, die sociaal werkers samen met een cliënt kunnen gebruiken. Met hen en ervaringsdeskundigen bekijken we hoe die kaarten eruit moeten zien, zowel inhoudelijk als qua vormgeving. We vragen hen: hoe kunnen we zorgen dat je ze ook gaat gebruiken, hoe moet het er dan uitzien?'

In september moet het onderzoek zijn afgerond en de gesprekskaarten klaar voor gebruik. 'Er komt nog een derde kaart bij, om mensen te verwijzen en te zorgen voor een warme overdracht. Alleen maar zeggen 'we hebben een Taalhuis', is onvoldoende, mensen moeten ook echt bij dat Taalhuis aankomen. Die verwijskaart vraagt nog wel een slag, want in iedere gemeente zijn de voorzieningen anders. Dus die kaart moet zo algemeen zijn dat iedereen 'm kan gebruiken en zo specifiek dat je weet waarnaar je iemand moet verwijzen in jouw gemeente.'

Virtual reality omgeving voor studenten

Docent Lakerveld doet wat ze kan om basisvaardigheden onder de aandacht van haar studenten sociaal werk te krijgen. Maar ze is bang dat het niet genoeg is. 'We zijn nu bezig met een virtual reality omgeving, waarbij studenten op huisbezoek gaan bij 'mevrouw Noreen'. Ze hebben haar al eerder ontmoet in het buurthuis, haar partner is pas overleden en ze snapt een brief van de woningbouwvereniging niet helemaal. In dat tweede gesprek helpen ze haar met die brief en beginnen ze over hun vermoeden van laaggeletterdheid. Daar nemen ze ruim de tijd voor en ze zorgen dat mevrouw zich helemaal op haar gemak voelt.' Lakerveld werkt regelmatig samen met ervaringsdeskundigen en laat ze hun verhaal doen in het eerste jaar, in elke klas. 'Dan zie je dat bij onze leerlingen de ogen open gaan, er vallen ineens kwartjes. We leggen ook uit om hoeveel mensen het gaat, wat een gebrek aan basisvaardigheden allemaal in kan houden en wat hun rol kan zijn als sociaal werker. Dat zou eigenlijk elk jaar moeten gebeuren, niet alleen in het eerste.'

'De Werkplaatsen Sociaal Domein zouden in hun onderzoek bij uitstek gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die de onderzoeksagenda van het Expertisepunt Basisvaardigheden biedt'

Op de Hogeschool werkt Lakerveld vooral voor het Leeratelier Armoede, onderdeel van de Werkplaats Sociaal Domein Arnhem en Nijmegen. Bij haar onderzoek naar armoede neemt ze standaard het onderdeel basisvaardigheden mee, en andersom. 'De Werkplaatsen Sociaal Domein zouden in hun onderzoek bij uitstek gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die de onderzoeksagenda van het Expertisepunt Basisvaardigheden biedt. En zich afvragen: hoe inclusief is dat wat we ontwerpen? Houden we rekening met mensen die laaggeletterd of laaggecijferd zijn? Of digitaal niet zo vaardig zijn? En met mensen die weinig geld hebben, kan dat samengaan met laaggeletterdheid? Want als je bijvoorbeeld een QR-code moet scannen, kan dat niet op elke telefoon. En als je geen geld hebt om een nieuwe telefoon te betalen, sta je dus buiten spel.'

Onderzoeksagenda 2023 Expertisepunt Basisvaardigheden

Jaarlijks stelt het Expertisepunt Basisvaardigheden (EB) een onderzoeksagenda op. De onderzoeken sluiten aan bij de vraagstukken die dat jaar volgens het EB extra aandacht nodig hebben. Ook stimuleert het EB onderzoek naar kennis waarmee het werkveld verder kan. Elk onderzoek moet iets opleveren voor mensen met beperkte basisvaardigheden en/of de mensen die hen ondersteunen. Zoals vrijwilligers en taaldocenten. Het EB beoordeelt de onderzoeksaanvragen die voor subsidie in aanmerking komen. Het lopende onderzoek van de Hogeschool Utrecht waarover Rosanne Oomkens in bijgaand artikel aan het woord komt, is een van de gehonoreerde onderzoeken vanuit de onderzoeksagenda van vorig jaar, 2022.

Klik hier voor meer informatie over de Onderzoeksagenda 2023

Tekst door: Annemiek Haalboom