Gecijferdheid telt ook mee

Ongeveer een op de negen Nederlanders is laaggeletterd en/of laaggecijferd. Wie zijn het precies die kampen met geringe basisvaardigheden? En hoe kunnen zij het beste bereikt en geholpen worden? Actieprogramma Tel mee met Taal kende in het voorjaar van 2021 subsidies toe aan zeven experimenten die gericht zijn op het vinden van antwoorden op deze vragen. In dit artikel: de experimenten van 'Gecijferdheid Telt Mee!' Met bewustwording en zichtbaar maken van de problematiek werken zij aan het langdurig versterken van de gecijferdheid van mensen.

Of het coronavirus nog een groot probleem is in Nederland? Dat is soms moeilijk te zeggen. De Rijksoverheid houdt haar burgers nauwkeurig op de hoogte door middel van het Coronadashboard. In het dashboard wordt uitgebreid weergegeven hoeveel IC opnames, positieve testen en vaccinaties er door de dagen heen worden geregistreerd. Het aantal geregistreerde IC opnames valt bijvoorbeeld af te lezen in een diagram. Dit diagram bestaat uit cijfers rond de x-as en y-as, staafdiagrammen voor aantallen per dag en een lijndiagram voor het gemiddelde. Hoewel nauwkeurig, is dit natuurlijk lang niet voor iedereen duidelijk. De complexe tabellen en grote hoeveelheden cijfers maken het enorm lastig voor een laaggecijferd persoon om af te lezen wat er nou precies staat.  
  
Het Coronadashboard laat zien hoe belangrijk gecijferdheid is. Om goed mee te komen in onze talige, digitale en gecijferde samenleving is het nodig om voldoende niveau te hebben van alle basisvaardigheden. Gecijferdheid is hier een belangrijk onderdeel van. Het project Gecijferdheid Telt Mee! van Hogeschool Utrecht zet zich in voor meer bewustwording rondom laaggecijferdheid, om zo aandacht te vragen voor het probleem en de oplossingen. 

De basis van basisvaardigheden 

Met basisvaardigheden bedoelen we taal, rekenen en digitale vaardigheden. Om alle basisvaardigheden te beheersen, moet men vaardig zijn in:  

  • Geletterdheid: het vermogen om zelf tekst te schrijven en geschreven tekst te lezen, te begrijpen, te evalueren, te gebruiken en toe te passen in de maatschappij en het persoonlijk leven. 
  • Gecijferdheid: de mate waarin iemand vaardig is in het omgaan met situaties in het dagelijks leven waarin getallen, maten en verbanden een rol spelen. 
  • Digitale vaardigheden: omvat alle vaardigheden die je nodig hebt om je in de digitale samenleving staande te houden en jezelf te ontwikkelen.

Een onzichtbaar probleem  

Nederland kent 2,5 miljoen mensen met geringe basisvaardigheden. Maar liefst 2,1 miljoen hiervan is laaggecijferd. Hoewel er veel aandacht is voor laaggeletterdheid, blijft aandacht voor laaggecijferdheid vaak achter. Kees Hoogland, lector aan de Hogeschool Utrecht, legt uit: ‘Laaggecijferdheid valt minder snel op, omdat niet altijd duidelijk is waar het probleem zit. Daarnaast weten mensen vaak zelf ook niet dat ze laaggecijferd zijn. Net als bij laaggeletterdheid ontwikkelen mensen strategieën om hiermee om te gaan’. Het belang van gecijferdheid wordt echter groter en groter in onze samenleving. Een laaggecijferd mens loopt tegen veel dagelijkse moeilijkheden aan. Belastingaangifte doen, vertrektijd van de trein aflezen, de kortingen op je bonnetje begrijpen; cijfers zijn onvermijdelijk en doordrongen in ons hele leven. Hoogland ziet dit ook: ‘De kwantitatieve kant van de wereld om ons heen is heel breed. De hele dag door krijgen we prikkels en informatie binnen die daarop gebaseerd zijn. Denk aan tijd, geld, ruimtelijke ordening, logistiek, productie, zorg, medicatie en zelfs in sport en dating apps’. Het probleem van laaggecijferdheid is dus duidelijk voelbaar, maar minder zichtbaar.

Beter zicht 

Op dit moment is gecijferheid nog een blinde vlek in beleid en aanbod. Gecijferdheid Telt Mee! draagt bij aan het vragen van aandacht voor deze problematiek. Dit wordt gedaan met behulp van vier kleinschalige experimenten. Vier bibliotheken en ProBiblio voeren ieder een experiment uit, waarbij zij op hun eigen manier proberen laaggecijferde mensen te bereiken of ondersteunen. Dit doen ze bijvoorbeeld door het creëren van bewustwording onder bibliotheekmedewerkers, het trainen van deze medewerkers, het ontwikkelen van passend cursusaanbod en het opstellen van gerichte promotiecampagnes. Iedere bibliotheek voert een eigen plan uit, op basis van hun karakter en omgeving. Eén bibliotheek zet bijvoorbeeld een financieel café op, waar mensen naar toe kunnen komen met vragen over geld. Een andere bieb traint vrijwilligers als rekenmaatjes. De bibliotheken krijgen daarbij hulp van onderzoekers van de Hogeschool Utrecht. Zij maken een website met nuttige ondersteunende informatie en voorbeelden uit de praktijk over het versterken van gecijferdheid. De bibliotheken werken hiermee aan een duurzame oplossing voor het bestrijden van laaggecijferdheid. ProBiblio zorgt voor de verbinding van het thema gecijferdheid en basisvaardigheden in het landelijke bibliothekennetwerk.
 
Door meer bewustwording te creëren onder zowel laaggecijferden als betrokkenen zoals bibliotheekmedewerkers en leerkrachten, zal laaggecijferdheid in de toekomst eerder worden herkend. Gecijferdheid Telt Mee! houdt zich daarnaast ook bezig met het verbeteren van het aanbod voor het versterken van basisvaardigheden. Door te werken aan een passend aanbod, bijvoorbeeld cursussen, kunnen laaggecijferde mensen makkelijker zelf actief aan de slag met het versterken van hun basisvaardigheden. Het aanbod voor laaggecijferden is op dit moment nog erg beperkt.

Pioniers in het veld  

Zoek online op ‘taalvaardigheid verbeteren’ en er staan 344.000 pagina’s klaar om je te informeren. Zoek je op ‘gecijferdheid verbeteren’, dan zijn er veel minder pagina’s beschikbaar: 21.900. Omdat er relatief weinig bekend is over het verbeteren van laaggecijferdheid, zijn de vier experimenten pioniers in het veld. Het project Gecijferdheid Telt Mee! is voor de bibliotheken de eerste stap in het versterken van gecijferdheid. Hoewel dit duidelijk aantoont in hoeverre we ons beperkt bewust zijn van gecijferdheid, levert dit ook een voordeel op. De bibliotheken hebben een nulmeting gedaan, waaruit blijkt dat ze tot dan niet veel aandacht hebben besteed aan gecijferdheid. Als de experimenten stoppen, worden de mogelijke effecten daarom duidelijk zichtbaar. Dit beantwoordt vragen als: in hoeverre is het bewustzijn over laaggecijferdheid gestegen? En is de interesse in het aanbod aan ondersteuning gegroeid? Kees Hoogland heeft al een doel voor ogen. Hij hoopt een bibliotheek in te lopen en een vitrine te zien. Hierin taalboekjes en letters, met over een jaar ook wat rekenspelletjes erbij.