Gemeenten staan voor grote opgaven in sociaal domein

Vraagvolgend financieren en in gesprek met inwoners

Gemeenten staan voor grote uitdagingen, niet alleen vanwege de coronacrisis, maar ook nu de tekorten in het sociaal domein oplopen. Janny Bakker-Klein, bestuurder van Movisie, denkt graag met wethouders en gemeenteraden mee over hoe zij de aanpak van sociale vraagstukken kunnen verduurzamen in tijden van schaarste. ‘Het is doeltreffender én goedkoper als je met burgers in gesprek gaat en vraagvolgend financiert.’

Hoe ernstig is de huidige situatie in het sociaal domein?

Janny Bakker-Klein: ‘Behoorlijk ernstig. Hierover heb ik regelmatig contact met de VNG. Voor de coronacrisis was er al een enorm tekort op de Jeugdzorg. Veel gemeenten denken dat de belangrijkste oorzaak daarvan is dat zij moeten betalen, maar dat huisartsen kunnen bepalen wat er gefinancierd moet worden. Dat is echter maar zeer beperkt het probleem. Huisartsen blijken best goede ‘poortwachters’. Het is vooral belangrijk om de vraag naar wat nodig is zo dicht mogelijk bij het gezin zelf te organiseren en om in gesprek te gaan over realistische verwachtingen die de samenleving heeft van kinderen en jongeren. Daarnaast heeft het kabinet ingevoerd dat iedereen ongeacht het inkomen recht heeft op (huishoudelijke) hulp, waardoor nu ook enorme tekorten op de Wmo zijn ontstaan die er voorheen niet waren. Daar wordt aan gewerkt en men hoopt dat het in een nieuw kabinet teruggedraaid zal worden, maar voorlopig is het echt een drama. Daar komen dan ook nog de sociale gevolgen van de Covid-19 crisis bij, waardoor nieuwe groepen mensen een beroep op de gemeente zullen gaan doen. 

'Investeer in de opbouw van sociale netwerken van mensen'

Hoe reageren gemeenten op die tekorten?

‘We zien dat gemeenten zich gedwongen voelen om individuele voorzieningen te blijven bekostigen en daardoor vooral heel veel bezuinigen in collectieve voorzieningen in het sociaal domein. En dat is nu precies wat niet moet gebeuren. Het is dus behoorlijk ernstig en de huidige financiële middelen vanuit het Rijk om de economische gevolgen van de Covid-19 crisis te verlichten gaan de problemen in het sociaal domein niet oplossen.’ 

Waar ligt volgens jou de oplossing?

‘In de eerste plaats kunnen de kosten voor individuele voorzieningen fors omlaag. Dat kan als burgers zelf mogen aangeven wat zij belangrijk vinden en als de gemeente dat dus ook vraagvolgend financiert. Ik heb dat voor mijn proefschrift ‘Anders kijken’ onderzocht, maar het is ook in de praktijk aangetoond, onder andere door het IPW. Zij zijn in gemeenten naar de duurste probleemgezinnen gegaan en hebben gekeken naar wat er in die gezinnen echt nodig is. Dan zie dat de structurele kosten voor individuele voorzieningen in een bepaalde gemeente bijvoorbeeld niet 8 miljoen, maar 2 miljoen bleken te zijn. De mensen om wie het ging voelden zich veel meer gehoord en het leverde dus substantiële besparingen op.

In de tweede plaats zullen gemeenten ervoor moeten zorgen dat die besparingen ook duurzaam zijn. Dat betekent een investering in de opbouw van sociale netwerken van mensen. Om daarin de goede dingen te doen zullen gemeenten zich veel meer moeten verbinden met het sociaal werk in hun gemeente. De samenleving is veel veerkrachtiger dan we vaak denken. Dat heeft de Covid-19 crisis ook wel bewezen.

Ik was te gast bij de gemeenteraad van Hoogeveen  en de essentie van mijn boodschap was daar: ‘Gemeenteraad, jullie zijn aan zet.’ Wat we zagen was dat de gemeenteraad dacht: ‘Wij hebben de kaders gemaakt’ en tegen de uitvoerders zei: ‘Hier is het geld, dus hier moeten jullie het voor doen.’ Maar zo werkt dat niet. De gemeenteraad kan een belangrijke rol vervullen voor de ambtenaren, omdat zij mede moeten kiezen hoe zij het geld inzetten om die zo nodige veranderslag te maken. Maar vaak hebben gemeenten geen goede analyse: waar gaat het geld eigenlijk naartoe? Hoe stapelen problemen zich op bij inwoners? Hoe trekken we die stapeling eruit? Zodra je dat weet kun je aan de slag.’

In aanloop naar de verkiezingen van maart 2021 publiceert Movisie een reeks artikelen rondom de opgaven van gemeenten en het sociaal domein. Dit is een van deze artikelen.

Lees de hele reeks

'De samenleving is veel veerkrachtiger dan we vaak denken'

Hoe helpt Movisie gemeenten daarbij?

‘Movisie heeft veel kennis en inzichten in huis op onderwerpen die er hierbij toe doen: hoe kan je als gemeente bijdragen aan een efficiënte inzet van middelen in het sociaal domein? Hoe bevorder je de sociale stabiliteit in je gemeente? Hoe kan je effecten meten? Hoe kan je voortgang monitoren? Een belangrijk instrument dat we bij heel veel gemeenten inzetten is het Kwaliteitskompas. Dan kijk je met alle betrokkenen hoe de verschillende niveaus op elkaar inwerken: de rol van de gemeente, de rol van professionals, de rol van burgers. We zullen het namelijk met zijn allen moeten doen.’

Maatwerk leidt ertoe dat er nooit groepsgewijs aanbod gegeven wordt. Hoe kan dat anders?

‘Ik vind het echt interessant wat de Uitvoeringsbrigade en de stichting Reindert doen. Ze worden vaak binnengehaald op de problematiek van gezinnen, maar vervolgens kijken ze wat er nodig is om die problemen structureel aan te pakken. Dan gaan ze in zo’n gemeente net zo lang aan de slag, tot de eigen sociale omgeving het overneemt. Dat type aanpak in buurten en wijken zouden we moeten omarmen. Je merkt bijvoorbeeld dat scholen soms zeggen: ‘Wij doen niets meer in dat gezin, want de gemeente doet ook niets’. Maar als een gemeente dan één keer ingrijpt en als er dan iets positief verandert, dan schieten die scholen ook opeens weer in de actiestand. Movisie wil samen met een aantal gemeenten gaan leren wat het aan duurzame besparingen oplevert als je mensen in een kwetsbare situatie zo op buurt- en wijkniveau versterkt.’ 

Verbetertraject Toegang

Movisie werkt in opdracht van de VNG en de cliëntorganisaties Mind, IederIn en Per Saldo met diverse gemeenten aan een programma om de toegang tot voorzieningen in het sociaal domein te verbeteren, genaamd Verbetertraject Toegang. Hierin komen diverse vraagstukken met betrekking tot “Wat telt” voor inwoners aan de orde, mede in relatie tot de financiering en de verbinding met de sociale basis.