In gesprek over femicide: ‘Het idee dat Nederland is uitgeëmancipeerd, moet verdwijnen’

Drie masterstudenten sociologie over hun onderzoek naar femicide

In samenwerking met Movisie hebben Lars Bolwerk, Jikke Overdijk en Veerle de Jonge tijdens hun scripties het afgelopen halfjaar onderzoek gedaan naar femicide. In dit artikel gaat Movisie met hen in gesprek. Wat beweegt hen en welke oproep willen zij meegeven? ‘We moeten ons bewust zijn van de (schadelijke) gendernormen die wij met elkaar in stand houden.’

Waarom hebben jullie gekozen voor dit onderwerp? Wat was jullie persoonlijke drijfveer?

Bolwerk vertelt: ‘In Nederland komt, vergeleken met omringende landen, veel femicide voor. Maar er is weinig over bekend. Het is een onderbelicht fenomeen dat niet thuishoort in een moderne samenleving. Hoe kan het dat het nog zoveel voorkomt? En wat kunnen we eraan doen om dit te verminderen? Daar was ik benieuwd naar.’

De Jonge vult aan: ‘Het welzijn van vrouwen is altijd belangrijk voor mij geweest. Ik vind het van groot belang dat er aandacht is voor de uiteenlopende ervaringen van vrouwen met verschillende achtergronden. Maar buiten deze individuele ervaringen vind ik het nog belangrijker om de rol van de maatschappelijke invloeden en verantwoordelijkheid op het welzijn van vrouwen te onderzoeken.’

Overdijk: ‘De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is een hardnekkig probleem. Dit merk ik ook omdat ik er bijna dagelijks over praat met mijn vriendinnen, vrouwelijke collega’s en mijn zusjes. We merken het op veel plekken, zoals werk, op straat, tijdens het uitgaan en zelfs in de medische wereld. Via mijn onderzoek hoop ik een inhoudelijke bijdrage te leveren aan een onderwerp dat ik zo belangrijk vind.’

Vijfluik over femicide

Begin juni presenteerde het demissionaire kabinet het plan van aanpak ‘Stop femicide!’ Het kabinet wil femicide en andere vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes voorkomen. In het plan staat beschreven wat het kabinet gaat doen om dodelijk geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen. In een vijfluik neemt Movisie de lezer alvast mee in het onderwerp femicide.

Kun je kort uitleggen waarom jouw onderzoek belangrijk is op basis van bestaande theorieën?

Hoe denken mannen over hun mannelijkheid?

‘Geweld tegen vrouwen in Europese samenlevingen wordt nog vaak gezien als privéprobleem van vrouwen,’ vertelt De Jonge. ‘De grote mate waarin vrouwen in tegenstelling tot mannen slachtoffer zijn van deze dodelijke vorm van geweld is zorgwekkend. Een van de oorzaken daarvan ligt bij de aanwezigheid van machtsstructuren, zoals het patriarchaat en masculiene dominantie in samenlevingen.’

Overdijk: ‘Die masculiene dominantie wordt verder verduidelijkt door het concept van hegemonische masculiniteit. Dit concept beschrijft hoe bepaalde dominante opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen versterken. Veel traditionele ideeën over mannelijkheid beperken mannen in hun emotionele ontwikkeling. Dit kan bijdragen aan gewelddadig gedrag. In mijn onderzoek heb ik geprobeerd de focus te leggen op hoe maatschappelijke en culturele structuren van invloed zijn op gewelddadig gedrag. De inzichten suggereren dat er behoefte is aan grondig onderzoek naar hoe mannen denken over hun mannelijkheid en hoe zij alternatieve, minder destructieve vormen van mannelijkheid kunnen leren.’

Wat heb je onderzocht? 

Bolwerk: ‘Ik heb onderzocht in hoeverre potentiële slachtoffers van partnerdoding in Nederland beter beschermd kunnen worden. Hiervoor heb ik interviews gedaan met professionals op het gebied van en documenten en een podcast geanalyseerd.’

De Jonge: ‘Ik heb onderzocht hoe preventiebeleid gericht op femicide in Nederland en België zich verhoudt tot de genderopvattingen van jongvolwassenen in superdiverse steden als Rotterdam en Brussel. Ik heb beleid gericht op gendergerelateerd geweld, waar femicide onder valt, geanalyseerd. Verder heb ik jongvolwassenen uit Brussel en Antwerpen geïnterviewd.’

Overdijk: ‘Mijn onderzoek richtte zich op het verband tussen traditionele opvattingen over mannelijkheid en partnergeweld, waarbij het perspectief van ex-geweldplegers centraal stond. Ik wilde weten hoe genderrollen en maatschappelijke verwachtingen bijdragen aan het ontstaan van geweld binnen intieme partnerrelaties. Ik was geïnteresseerd in hoe mannelijke (ex-)plegers van partnergeweld hun gedrag verklaren of hierop terugkijken. Daarin lag een grote uitdaging: hoe vind je mannen die hierover wilden praten? Het is gelukkig gelukt om mannen te vinden die hun verhaal wilden delen. Hier ben ik heel dankbaar voor. Daarnaast heb ik ook professionals gesproken op het gebied van partnergeweld en femicide. Dit zorgde voor een meer holistisch beeld van de mogelijkheden en uitdagingen bij het vormgeven van preventiebeleid ten aanzien van partnergeweld.’

Wat zijn de meest opvallende resultaten?

'Traditionele genderopvattingen worden nu in een nieuw jasje gestoken’

Bolwerk: ‘In Nederland is er nog weinig primair beleid. Dit is beleid dat gericht is op norm- en kennisverandering. Daarnaast is er vanuit de potentiële slachtoffers en de professionals vraag naar een meer gender sensitieve benadering van preventie. Ook moeten risico kenmerken en -patronen die mogelijk leiden tot partnerdoding vaker en sneller herkend worden. Samenwerking tussen verschillende organisaties is hierbij noodzakelijk.’

De Jonge: ‘Nu worden de oplossingen voor het geweld vaak nog gezocht in het beter beschermen van vrouwen, het ‘fixen’ van de positie van vrouwen en het verbeteren van de hulpverlening voor vrouwen, in plaats van de nadruk leggen op het veranderen van het gedrag van mannen, die in het geval van femicide de plegers zijn van het geweld. Ook komt naar voren dat traditionele genderopvattingen in een nieuw jasje worden gestoken: de rol van de man als ‘provider’ en de vrouw als ‘tradwife’.

‘Het idee dat Nederland is uitgeëmancipeerd, moet verdwijnen’

‘Traditionele normen rondom mannelijkheid, zoals het onderdrukken van emoties, hardheid en de rol van kostwinner, blijken een cruciale rol te spelen in de ontwikkeling van gewelddadig gedrag,’ vertelt Overdijk. ‘Mannen die afwijken van traditionele genderrollen zijn bang voor sociale afstraffing. Dit versterkt de angst en onzekerheid om af te wijken van hegemonische mannelijkheid en resulteert in het onderdrukken van belangrijke gevoelens en behoeften. Ook vroege opvoedervaringen, zoals intergenerationeel trauma en gewelddadige rolmodellen, dragen bij aan een verstoorde genderidentiteit die geweld in relaties kan legitimeren. Mannen die vasthouden aan traditionele beelden van mannelijkheid zien vaak geweld als een legitieme manier om conflicten op te lossen, vaak zelfs onbewust omdat de opvattingen zo diepgeworteld zijn in de maatschappij.’

Wat wil je nu van de daken roepen? Wat moet er volgens jou gebeuren? 

Stel jezelf de vraag: welke genderopvattingen reproduceer jij?


Bolwerk vertelt: ‘Het belangrijkste is dat er meer aandacht (en daarmee meer maatregelen) voor femicide komt en dat het idee dat Nederland uit geëmancipeerd is verdwijnt. Er is al veel gedaan ter preventie van partnerdoding en femicide, maar er zijn helaas nog een aantal onderdelen die veranderd moeten worden in het beleid om het effectiever te maken.’

De Jonge: ‘Ik wil van de daken roepen dat we met elkaar, als burgers, docenten, ouders, beleidsmakers en overheden ons bewust moeten zijn van welke (schadelijke) gendernormen wij met elkaar in stand houden. We moeten met elkaar opstaan tegen onderdrukking van vrouwen door vooral de oorzaken aan te pakken in plaats van gericht te zijn op het ‘fixen’ van de positie van vrouwen. Stel jezelf de vraag: ‘welke genderopvattingen reproduceer jij?’

Verder zetten de gesprekken met jongvolwassenen uit Rotterdam en Brussel mij ook aan het denken over hoe waardevol het is om met elkaar in gesprek te blijven en te reflecteren op een constructieve manier als het gaat om ontwikkelingen op gebied van gender(diversiteit).’

Overdijk: ‘Het is mooi om te zien dat er al enkele supportgroepen bestaan die zich specifiek richten op het ondersteunen van veroorzakers van geweld, maar daar kan meer aandacht voor komen, bijvoorbeeld vanuit de gemeenten. Daarnaast is het belangrijk dat hulpverlenende instanties samenwerken. Hoewel veel instanties waardevol werk verrichten binnen hun specifieke domeinen leidt gebrek aan coördinatie tot versnippering van diensten.

Wat ik ook nog wil benadrukken, is de vriendelijkheid en openheid van de mannen die hun verhalen met mij hebben gedeeld. Ik heb niet alleen (ex-)plegers ontmoet, maar vooral de mens achter het geweld. Deze mannen zijn mensen met complexiteit, pijn en veel spijt. Door hen zo te leren kennen werd duidelijk dat zij, net als ieder ander, erkenning en begrip nodig hebben om te kunnen groeien en herstellen. Het proces van reflectie en herstel is misschien zwaar, maar hun verhalen laten zien dat er hoop is.’

Op de foto v.l.n.r.: Jikke Overdijk, Veerle de Jonge en Lars Bolwerk

Meer weten

Ben je nieuwsgierig naar de scripties en wil je in contact komen met een van de onderzoekers? Dan kun je hen bereiken via onderstaande mailadressen.